Er is goed nieuws: de baardmannen worden in het defensief gedwongen en lijken te verliezen. Dat is één van de conclusies wanneer men de politieke arena in het Israël van het nieuwe kabinet beschouwt. Ik ben er zeer tevreden mee en ik hoop van harte dat deze ontwikkeling zich bij andere onderwerpen voortzet; ik denk dan vooral aan de huwelijkswetgeving en de wijze waarop “bekeerlingen” (om dat vreselijke woord te gebruiken) worden behandeld.
Eerst dan het goede nieuws: er lijken doorbraken te komen in de verplichting voor de zeer vromen de dienstplicht te vervullen; er lijkt ook een doorbraak te komen in de absurde behandeling van zeer vromen die op kosten van de staat lernen en daardoor hun maatschappelijke plichten verzaken; én er is een belangrijke doorbraak waar het gaat om de behandeling van het progressieve jodendom, zoals vast te stellen valt in de nieuwe regels voor het gebed van vrouwen bij de Tempelmuur en de betaling van de progressieve rabbijnen wanneer zij verbonden zijn aan een progressief-religieuze gemeente.
Ik heb mij altjd mateloos geergerd aan de dictatuur van de baardmannen in Israël. Zij waren lange tijd in staat hun posities niet alleen ijzersterk te houden, maar ook nog tientallen jaren forse financiële voordelen te behalen. Bij de meeste kabinetsformaties, met vrijwel als enige uitzondering de meest recente, chanteerden zij potentiële partners de kabinetstent uit en waren die partijen zo dom en beperkt dat te aanvaarden. Men zegt dat Bibi daartoe opnieuw bereid was bij de laatste kabinetsformatie, maar gelukkig voorkwamen de grote nieuwkomers dat, ondanks het feit dat één van die partijen, die van Naftali Bennett, zich als religieus-zionistisch karakteriseert.
Wild heb ik mij altijd geërgerd aan de, ik kan het niet anders zeggen, stompzinnige bewering van de extreme orthodoxie dat het leren van Tora gelijk staat aan het vervullen van de dienstplicht en dat om die reden vrijstelling geboden is. Ik heb een door mij gerespecteerde joodse leraar gehad in Amsterdam die met overtuiging deze stelling verdedigde. En dat terwijl honderdduizenden andere jongeren wel hun plicht vervullen. Schuilen achter de rug van anderen en de vrome jongen uithangen!
Hoe vreemd het ook moge klinken, ik heb een zekere bewondering voor het orthodoxe jodendom omdat het authenticiteit en continuïteit garandeert. Onaangepast en opportunistisch, maar toch!
Toch is het daarnaast in mijn ogen volkomen helder dat strenge aanpassingen in de maatschappelijke positie van de extreme orthodoxie nodig zijn, in de eerste plaats om principiële ongelijkheid te bestrijden, maar ook om de stuitende armoede van ongelooflijk veel extreem-orthodoxen (de Charediem) te bestrijden en te beëindigen. Veelvuldig is in de vaak grote gezinnen geen kostwinner en wordt men in staat gesteld van een soort bedeling te leven. Het is ook één van de redenen, naast de armoede onder de Arabische minderheid, dat de inkomensverdeling in Israël er zo absurd slecht uitziet.
Het is uitstekend dat het ernaar uitziet dat de vrome jonge baardmannen ook door het zand moeten of achter de computer moeten en dat er programma’s zijn die hen voorbereiden op intrede in het arbeidsproces. De machtspositie wordt langzamerhand doorbroken hoewel er nog heel wat te doen is.
In Israël worden vierduizend rabbijnen door de staat betaald om een kehilla van hun diensten voorzien. Rabbijnen dus als goed betaalde ambtenaren! Daar hoeft men niet tegen te zijn om toch te vinden dat de progressive rabbijnen, ook werkzaam in hun kehillot, ronduit werden gediscrimineerd. Daar komt nu een einde aan, dankzij de tolerant religieuze Naftali Bennett, die een wet heeft ingediend om dit te veranderen. Hij moet worden geprezen! Een goede ontwikkeling, naast het feit dat de progressieve vrouwen die op hun wijze wilden bidden aan de Tempelmuur in Jeruzalem tevens een overwinning hebben behaald en dat een (weliswaar beperkte) nette regeling tot stand wordt gebracht.
Het zijn mooie ontwikkelingen waar ik oprecht blij mee ben. Niet eens zo zeer omdat die vreselijke baardmannen worden aangepakt, maar vooral omdat Israël daardoor een vrijer en toleranter land begint te worden waar het monopolie van de radicale orthodoxie wordt aangepakt en doorbroken. Israël wordt daardoor ook een prettiger land voor de enorme groep Joden buiten Israël die de waarden van de democratie terug willen zien in het land waarmee zij zo innig verbonden zijn.