De wereld zonder Elie Wiesel is, zoals u ziet, de titel van de column die ik deze week aan Wiesel wijdt. Is die titel niet wat pathetisch? Is die titel niet wat overdreven of te emotioneel voor iemand die als zovelen een schrijver en academicus was en ons nu op de gezegende leeftijd van 87 jaar verlaten heeft? Waarom heeft het bericht van zijn overlijden mij zo geraakt,veel meer dan dat dit gebeurd is met andere grote mannen en vrouwen in het verleden, en ook in de toekomst nog het geval zal zijn?
Elie Wiesel was voor mij een idool van groot formaat die zonder twijfel, meer dan veel andere beroemdheden van betekenis, op mij een bijzondere invloed heeft gehad. Dat kwam natuurlijk door zijn boek De nacht dat ik decennia geleden las. Bij alles wat ik toen al wist over de Holocaust, leek het wel of dit boek, waarvan naar ik las zes miljoen exemplaren verkocht zijn, als het ware met een mes bij mij het bewustzijn van de Sjoa heeft gescherpt en dieper in mijn bewustzijn heeft doen doordringen.
Ik ken niet veel andere literatuur met zo’n effect. In de zestiger jaren won een Franse schrijver, André Schwarz-Bart, de Prix Goncourt, een prestigieuze Franse onderscheiding. Zijn boek ging over de kampen, op een verwoestende manier. In de laatste zin van het boek parafraseert hij het Sjema Jisraeel door tussen elk woord van het Sjema de naam van een kamp te noemen. Het Sjema zou het laatste zijn geweest dat de slachtoffers voor hun dood gezegd hebben en Schwarz-Bart voegt er de naam van een kamp aan toe. Die laatste zin van het boek is het meest indringende dat ik ooit over de Sjoa heb gelezen. De naam van de Franse schrijver is inmiddels vergeten, maar die laatste zin zou nooit vergeten mogen worden.
In de inleiding van een driedelige verzameling uit 1985 van door Elie Wiesel geschreven werken, samengesteld door Irving Abrahamson, schrijft de samensteller dat Wiesel op de meest indringende wijze ‘het woord’ gebruikte om het meest verschrikkelijke te beschrijven. Ik denk dat die observatie waar is, alhoewel het ook zo is dat Elie Wiesel over tal van andere onderwerpen zijn woord op indrukwekkende wijze heeft gebruikt. Die verzameling van werken uit 1985 bevat dan ook terecht prachtige beschouwingen, soms in een paar woorden, over het Chassidisme, de betekenis van lernen, de betekenis va het Godsgeloof, over Israël en het zionisme, etc. Wiesel was een groot denker met misschien wel de meeste invloed van generaties Joodse schrijvers ver buiten de Joodse wereld alleen.
Ik heb een kleine persoonlijke herinnering aan Elie Wiesel. Een heel aantal jaren geleden waren Elie en zijn vrouw in Amsterdam. Naar ik meen voor een diner van Keren Hayesod (Collectieve Israel Actie). Ik weet werkelijk niet meer waarom en hoe, maar ik werd uitgenodigd naast Elie aan zijn tafel plaats te nemen. Dat wil zeggen: naast mijn absolute idool Elie Wiesel. De gebeurtenis roept nog altijd enige emotie bij me op. Hij gaf mij het naamkaartje van zijn plaats aan tafel, dat ik nog altijd in mijn bezit heb. Wij spraken over Israël, de grote politiek, en over boeken. Ik beloofde hem een boek, dat hij niet kende, naar zijn huis in New York te sturen. Ik weet zeker dat ik het gedaan heb, maar kan mij met de beste wil van de wereld niet meer herinneren om welk boek het ging. Ik aanvaardde zijn uitnodiging, in alle vriendelijkheid gedaan, om hem in New York te bezoeken. Ik weet niet meer waarom ik dat nooit gedaan heb. Zo gaat dat, maar nu heb ik er spijt van.
Inderdaad, de wereld is een andere wereld nu wij de stem van Elie Wiesel niet meer kunnen horen, zoals bij tal van fameuze toespraken die hij gedurende vele jaren over de hele wereld hield. Hij was natuurlijk niet de enige stem van de Sjoa, naast die van veel andere directe slachtoffers, die steeds minder in getal worden. Zeker, wij hebben ook Anne Frank, Primo Levi en anderen. Toch is en was Elie Wiesel uniek omdat hij sprak en schreef over het meest verschrikkelijke, maar dat verbond met humaniteit en hoop.