Ik vraag mij al enige tijd af of de betekenis van de gebeurtenissen in het Midden-Oosten van de recente jaren wel voldoende is doorgedrongen in de harten en geesten van vele al of niet geïnteresseerde burgers. Dat geldt tot mijn verbazing ook voor de Israëli’s die ik sprak, zelfs wanneer zij behoren tot toonaangevende groepen in de samenleving. Voor dit laatste, indien ik gelijk heb, weet ik geen goede verklaring behalve wellicht het feit dat de Israëlische elite, waaronder de politieke klasse, het veel te druk heeft met het lamentabele gedoe rond Bibi Netanjahoe en zijn bondgenoten. Een samenleving, zo verdeeld als die van Israël, loopt het risico de werkelijk grote vraagstukken te veronachtzamen. Zelfs de corruptie op tal van plekken in het land is minder belangrijk dan de grote en nieuwe uitdagingen waar Israël naar mijn mening voor staat. Inderdaad, het land staat voor vraagstukken, van politieke en militaire aard, waar ik met enig pessimisme over nadenk en waarvan ik mij afvraag wat de toekomst zal brengen. En dat in een land waar de economie groeit, de technologische ontwikkeling bloeit en de noodzakelijke militaire slagkracht opvallend aanwezig is. Desondanks kan ik een gevoel van somberheid niet onderdrukken, omdat de veranderingen in de omgeving van Israël spectaculair te noemen zijn, maar ook onduidelijk en moeilijk voorspelbaar.
Dat betekent niet dat de situatie vóór de recente veranderingen eenvoudig was. Dat zeker niet! Naar mijn mening wel overzichtelijker en veel minder onderhevig aan dynamische veranderingen. Het Israëlisch-Palestijnse conflict werd gekenmerkt door gebrek aan enige positieve ontwikkeling. Stagnatie en stilstand waren de kernbegrippen. Israël verlamd door tegenstellingen over wat een Palestijns-Israëlische oplossing kan zijn; Gaza verlamd door geweld en frustratie; verwachtingen van de Amerikaanse regering over een vredesregeling die op geen enkele wijze lijken uit te komen; betrekkelijke rust in de rest van het Midden-Oosten ondanks de veronderstellingen over de doelstellingen van mogendheden als Iran, Turkije en Saoedi-Arabië.
Toch denk ik dat deze situatie in een betrekkelijk korte tijd dramatisch is veranderd. In het Midden-Oosten kijken wij nu naar andere machtsverhoudingen, die wij ons betrekkelijk kort geleden niet konden voorstellen. Vooral de gebeurtenissen in Syrië hebben een ontwikkeling in gang gezet die nog niet zo lang geleden niet voorstelbaar was.
Een uiterst belangrijk kernelement in deze ontwikkelingen lijkt mij het feit dat Amerika en Rusland van stoel hebben gewisseld. Waren het traditioneel toch de Verenigde Staten die de sleutel in handen hadden van het gebeuren, nu ziet het er naar uit dat deze rol is ingenomen door het Rusland van president Poetin. Ik vraag me af of wij daarmee op zijn best ongelukkig moeten zijn en op zijn slechtst somber en pessimistisch. Het lijkt mij dat het resultaat van alle verwikkelingen van de laatste jaren toch is dat president Assad met de effectieve steun van Russische troepen op zijn troon is gebleven, dat Israëls aartsvijand zelfs troepen in Syrië heeft en dichter bij Israëlisch grondgebied is gekomen, dat de Hezbollah – hoewel al dichtbij in Libanon – meer dan voorheen een risicofactor is, dat Turkije claimt in een betere positie te zijn gekomen tegenover de Koerden en vooral ook dat Amerika’s rol aan zorgwekkend verval onderhevig is, hetgeen in Jeruzalem zeer moet worden betreurd. Ook de introductie van drone technologie op allerlei fronten is geen reden om optimistisch te zijn.
Die verandering van de Amerikaanse rol is meer dan wat ook tekenend voor de verschuivende verhoudingen. Denk nu niet dat dit alles de fout is van die domme Trump. Niets is minder waar: president Obama is de terugtrekking van Amerikaanse troepen al begonnen en Trump lijkt dit beleid nu voort te zetten. In mijn analyse staat centraal dat de veiligheidspositie van Israël nu riskanter is geworden, omdat niet te verwachten valt dat deze rol door Rusland wordt overgenomen. Hoe zeer het er ook naar uitziet dat Bibi redelijke betrekkingen met Moskou tot stand heeft gebracht. Het Iraanse gevaar moet niet worden onderschat. Zo denk ik ook dat de invloed van Moskou op de Iraniërs heel betrekkelijk is. Ook vanuit dit gezichtspunt is het gevaar voor Israël toegenomen. Om toch nog iets positiefs te schrijven: het ziet er naar uit dat Israëls nieuwe betrekkingen met verschillende Arabische staten en vorstendommen toe te juichen zijn. Daarbij moeten wij heel goed bedenken dat het handelen van deze landen, namelijk betrekkingen aanknopen met Israël, vooral wordt ingegeven door motieven van opportunisme.
Het traditionele Midden-Oosten is onderhevig aan dramatische veranderingen. Ik hoop vooral dat een nieuwe regering in Jeruzalem niet meer zal worden afgeleid door allerlei vragen over corruptie, rechtszaken en gezeur over de handelwijze van de echtgenotes. In de nieuwe situatie is meer dan ooit de nadruk nodig op Israëls veiligheidssituatie. Die is moeilijker geworden!