Israël is gelukkig een democratie, en zelfs een bloeiende, met alle voor- en nadelen van dien. Ook van Israël kan men al enige tijd zeggen dat de klassieke politieke structuur van traditionele partijen fors doorbroken is. Partijvorming is sowieso iets dat in Israël met groot gemak plaatsvindt. Het zou aardig zijn eens een overzicht te maken, zo dat al niet is gebeurd, van de vorming van nieuwe partijen, van afsplitsingen en van min of meer verdwenen politieke partijen plus de namen van al die opportunisten die daarbij horen. Ik voorspel dat het een lange lijst zal zijn en tevens bewijs van de geringe stabiliteit van de Israëlische politiek.
Ik vrees, al zo snel na het aantreden van de nieuwe regering in Israël, een herhaling van het schouwspel dat wij al vaak hebben gezien: een verdeelde en publiekelijk debaterende regering die het over veel oneens is. Ik heb het daarbij nog niets eens over de stuitende vertoning van het zogenaamde vredesbeleid, een term die nog nauwelijks van toepassing is; een vertoning van levensbelang waarbij leden van de Israëlische regering over elkaar heen rollen. Mevrouw Tsipi Livni, aangesteld als lid van de regering om de tweestatenoplossing te bevorderen met de formele instemming van de minister-president, moet publiekelijk in debat met andere leden van de regering die haar publiekelijk afvallen over diezelfde tweestatenoplossing. Hoe bizar kan de Israëlische politiek zijn en hoe somber kan een mens daar over worden?
Een van de mannen die Livni publiekelijk afvallen, is de nieuwe minister van Financiën: zijne Excellentie Lapid, gezegend met veel ervaring in het presenteren van TV-shows, maar met geen enkele ervaring en kennis met betrekking tot buitenlands beleid en al helemaal niet met betrekking tot het zo cruciale financiële beleid. Deze man is nu dus minister van Financiën; dezelfde man die beloofde de behartiging van de belangen van de middenklasse tot hoofdthema van zijn beleid te maken als hij in de regering gekozen zou worden. Dit alles kennelijk in tegenstelling tot de belangen van de armsten in Israël (geschat op twintig procent van de bevolking) en evenzeer in tegenstelling tot de belangen van de rijksten, hetgeen natuurlijk een betrekkelijk kleine groep is, waaronder zo’n vijftien miljardairs.
Deze goede man, met nogal wat uitstraling op het scherm, presenteert zijn eerste begroting, waaruit toch op zijn minst enige trouw zou moeten blijken aan zijn in de verkiezingscampagne breed uitgemeten idealen. Ik kan alleen maar afgaan op de Israëlische pers, maar op grond daarvan is maar één conclusie mogelijk: de heer Lapid is ingepakt door zijn ambtenaren, die al jaren een rechts-kapitalistisch beleid voorstaan, daarin gesteund door Netanyahu. Hij presenteert een begroting die allesbehalve trouw vertoont aan zijn eerdere mooie woorden. Inderdaad, de heer Lapid is nu al gevallen. Zelfs de middenklasse komt nu in opstand! De enige groep die kennelijk tevreden is met de begroting, is het leger. Want ondanks een grote mate van overeenstemming over de noodzaak enige bezuiniging aan te brengen in de gevoelige defensie-uitgaven, komt de IDF er toch weer beter uit.
Deze nieuwe begroting van Lapid kan en moet gezien worden tegen de achtergrond van toenemende sociale onvrede onder grote groepen van de bevolking in Israël. Ik heb het al eens eerder geschreven: mijn teleurstelling (die niet erg belangrijk is) over Israëls sociale beleid is groot. Het land dat eens grote maatschappelijk idealen koesterde over verdeling en rechtvaardigheid, is teruggevallen naar wat een kopie is van de Amerikaanse samenleving. Het recht van de sterkste, concurrentie en competitie zijn de sleutelwoorden geworden.
Heb ik ongelijk? Ik zou het willen, maar kijk naar het recente rapport van de Bank of Israël over de staat van de economie en naar het jaarlijkse rapport van de OECD, de organisatie van 36 geïndustrialiseerde naties waarvan Israël lid is. Het rapport van het National Insurance Institute, al jarenlang gezaghebbend in Israël, laat gelijksoortige feiten zien als de andere rapporten.
Ik noem er een paar: Israël behoort tot de kleine groep landen met het hoogste percentage armoede: 20%; de groep armen groeit in Israël van alle landen het snelst en de omvang ervan is groter geworden dan in Mexico; het aantal armlastige kinderen in Israël blijft groeien; Israël behoort tot de landen met de grootste inkomensverschillen in de wereld, groter dan landen als Turkije, Mexico, Chili, Spanje en Portugal en de arbeidsparticipatie is laag. De tien procent rijken in de bevolking ging er op vooruit, terwijl het armste deel van de bevolking al jaren stagneert in welvaartsontwikkeling.
En ga zo maar door! De heer Lapid is nu al omgevallen en de vraag blijft van welke politieke stroming van belang men een ander beleid kan verwachten. Voorlopig zie ik het niet gebeuren!