Ik wil u graag rapporteren over wat ik, weliswaar in een korte tijd, in Jeruzalem meen gezien, gehoord en begrepen te hebben. Mijn bronnen zijn zeker beperkt in aantal en in visie, maar in combinatie met de Engelstalige Israëlische kranten komt men toch een heel eind.
Ik vrees dat de belangrijkste observatie is dat het land echt vrijwel in tweeën is verdeeld. De regering van Netanjahoe is er weer gekomen, maar zowel onder aanhangers als niet-aanhangers van de regering is weinig vertrouwen in de toekomst. Het schouwspel van de regeringsvorming vormt wat dat betreft zeker een dieptepunt in de geschiedenis van Israël, omdat deze regering een solide programmatische basis ontbeert en vrijwel geheel tot stand is gekomen op basis van gecreëerde posten in het kabinet en het tevreden stellen van allerlei personen die nog een kantoor en een auto met chauffeur nodig hadden, zonder te beschikken over een serieuze portefeuille. Ik mocht het laatste stukje van dit schouwspel meemaken en ik ben er niet vrolijk van geworden.
Het lijkt bovendien dat vrijwel iedereen het erover eens is dat een regering met een wankele meerderheid in de Knesset geen lang leven beschoren kan zijn. Ik weet geenszins of dit waar is, want een handige minister-president als Bibi zou zich op basis van het steeds sterker wordende cliëntelisme in de politiek wel eens langer kunnen handhaven dan ik zou hopen.
Een goed voorbeeld daarvan is de terugkeer van meer religieuze partijen die nu al een einde willen maken aan de hervormingen die waren ingevoerd of op stapel stonden. Bibi zal zich er om politieke redenen tegen verzetten en zo zullen wij zien dat de voorkeurspositie van de ultra-orthodoxen, die leven van de steun, niet in het leger gingen, de verkeerde opleidingen kregen waardoor ze geen plek vinden op de arbeidsmarkt en hun veel te grote gezinnen in armoede laten leven, gehandhaafd blijft. De economische en demografische belangen zijn groot volgens een studie van het Ministerie van Financiën, waaruit bleek dat door het te lage opleidingsniveau van Arabische Israëli’s en ultra-orthodoxen bij een voortgezette demografische groei, het moment niet ver meer is dat de Israëlische economie al deze anomalieën niet meer kan financieren. Ik heb niet gemerkt dat over deze belangrijke studie zelfs maar een vorm van onrust is ontstaan in de Israëlische politiek.
Er zijn nog enkele onderwerpen die mij zeer opgevallen zijn. In de eerste plaats het totale pessimisme aan de meer progressieve kant van de samenleving over het vredesproces dat kennelijk alleen in theorie nog bestaat. Ik begrijp dat ten volle, ook al omdat de Likoed en haar partners nu toch opnieuw vastbesloten doorgaan met het proces van annexatie van het Palestijnse gebied. Wie houdt hen nog tegen? Er is toch geen enkele regering meer in het democratische westen die gelooft dat Bibi en zijn kompanen integere bedoelingen hebben! Daarbij komt dat nieuwe partners van Israël – bijvoorbeeld in het Verre Oosten – weinig betekenis hechten aan het debat over de tweestaten oplossing. Grote bondgenoot Amerika zal onder Obama geen initiatieven meer nemen en zo veel mogelijk de beschadigde relatie met Israël repareren, uit vrees voor de invloed van de Amerikaans-Joodse gemeenschap op Congres en Senaat.
Dan lijkt het mij opvallend dat de zorg over een mogelijk Israëlisch internationaal isolement, gezien het te verwachten beleid met betrekking tot het vredesproces, toch aanzienlijk is. Zelfs aan de rechterzijde van het politieke spectrum! Dat uit zich vooral in de grote aandacht die gegeven wordt aan elke uiting in het buitenland met betrekking tot boycot van en desinvestering in Israël. Er is zeker reden deze ontwikkeling zeer scherp te volgen, hoewel naar mijn indruk de pogingen en de effecten nog zeer minimaal zijn. Soms begrijp ik de opgewonden reactie van Israël in het geheel niet, zoals in het geval van het labelen van producten van de West Bank als producten uit Israël, terwijl dit gebied geen deel uitmaakt van Israël. Ik heb er maar één verklaring voor: het gaat om pogingen van de regering in Jeruzalem de sluipende annexatie te legitimeren. Bibi slaat overmatig om zich heen zodra hij op snoepen uit de suikerpot wordt betrapt.
Heel veel in mij verzet zich tegen een boycot van Israël, ook al omdat al te vaak onzuivere (antisemitische?) motieven een rol spelen. Ik zou niet weten waarom een prachtige universiteit als die van Jeruzalem geboycot zou moeten worden, tenzij men de academische vrijheid van Joden wil beperken. Dat hebben wij eerder gezien!