De Nuclear Security Summit was in meerdere opzichten een groot succes: een goede slotverklaring, veel toppolitici uit een groot deel van de wereld, veel diplomaten in de delegaties en heel veel journalisten uit de hele wereld. Moe werd ik van het gezeur over de overlast en ‘wat kost dat allemaal wel’, want een land mag blij zijn met, en trots op zo’n geweldige investering in reputatie en … diplomatiek netwerk. En de kosten, die komen er meervoudig uit!
Israël was vertegenwoordigd door de heer Steinitz, een man die al verschillende restposten bekleedde in Israëlische regeringen, want die dienen ertoe om zo veel mogelijk lieden tevreden te stellen met een kantoor en een dienstauto. Soms waren er regeringen met een kleine 50 leden. De absurditeit ten top in een klein land!
Minister Steinitz gaat over strategie en de inlichtingendiensten. Dat is natuurlijk flauwekul, want de minister-president is almachtig op deze gebieden, op afstand gevolgd door de minister van Defensie en de leiding van de Israëlische strijdkrachten. Waarom ik plotseling in de heer Steinitz geïnteresseerd ben, is niet de zeer ondermaatse aanwezigheid van Israël op de Haagse Top, maar wel dat ik enigszins beklemd ben door de vraag hoe deze man daar heeft kunnen functioneren, ondanks het feit dat de Israëlische diplomatie in staking is. En dat al een lange tijd, maar onlangs dramatisch geïntensiveerd. (Hoe zou het gaan met onze twee Nederlandse honorair consuls?). De krachtige vakbond van Israëlische diplomaten heeft een oekaze laten uitgaan dat alle diplomaten thuis moeten blijven, dat ambassades feitelijk gesloten worden en dus dat de belangenbehartiging van Israël in het buitenland tot stilstand komt. Dat heeft er onder andere al toe geleid dat de minister-president een belangrijke reis naar Zuid-Amerika heeft moeten afzeggen, want er waren geen diplomaten beschikbaar om de reis te organiseren en voor te bereiden. Men zou zo zeggen dat, als er een land is dat meer dan gewone aandacht moet besteden aan de betekenis van de diplomatie en voorlichting, dan is dat wel ons geliefde land in het Midden-Oosten: de enige democratie in het gebied en omgeven door Arabische landen die voor een groot deel in puin liggen. Een land bovendien, dat om verschillende redenen, terecht of ten onrechte, in toenemende mate onder vuur ligt in landen die een traditionele vriendschap met Israël onderhielden.
De afgelopen dagen belde ik naar de ambassade van Israël in Den Haag om ambassadeur Haim Divon sterkte te wensen. Hij kwam niet aan de lijn want zijn vakbond van diplomaten had hem dat verboden. Hij moest thuis blijven en het gerucht ging dat de familie een hond had aangeschaft om enigszins actief te blijven.
Alle gekheid terzijde gelaten, is dit toch een absurde situatie. Al maanden is de Israëlische diplomatie door allerlei acties verlamd en dit is, simpelweg vanwege de grote belangen die er zijn, totaal onaanvaardbaar. Nu lees ik, zonder dat details worden gegeven, dat de financiële en sociale omstandigheden waaronder diplomaten hun werk moeten doen, zonder meer treurig is en dat het hier om een gevecht gaat (zoals op zoveel terreinen) tussen het ministerie van Financiën en dat van Buitenlandse zaken. Wie het kantoor van de Israëlische ambassade in Den Haag kent, weet dat ook dit kantoor niet meer voldoet aan minimale eisen van representativiteit en behoorlijke werkomstandigheden. Frustratie aan de kant van diplomaten lijkt in tal van opzichten gerechtvaardigd.
De vraag is natuurlijk hoe in Israël de diverse belangen worden gewogen. Ik kan dat niet of nauwelijks beoordelen, behalve dan dat ik vind dat een dergelijke situatie nooit mag escaleren zoals nu gebeurt: een diplomatie die opgehouden heeft te functioneren.
Er zijn maar twee oplossingen: de minister-president grijpt in en komt vanwege het belang van de staat met een compromis dat door partijen verbindend wordt aanvaard. Dat zou het beste zijn. De andere is dat het diplomaten verboden wordt te staken, zoals dat eerder in een soortgelijk conflict in Zweden is gebeurd. De Knesset moet dan ingrijpen en met spoed wetgeving aanvaarden.
Deze laatste oplossing stuit mij eigenlijk tegen de borst, maar soms zijn belangen zo groot dat alleen radicale oplossingen een uitweg bieden.