Er is natuurlijk waanzinnig veel – over de hele wereld – geschreven over het vredesplan van president Trump voor Israël en de Palestijnse Autoriteit. Dat is allemaal geenszins verwonderlijk, omdat het debat over de vrede tussen Israëli’s en Palestijnen vele achilleshielen raakt. Niet alleen dat sympathie voor Israël bij velen politieke standpunten beïnvloedt. Anderzijds geldt dit evenzeer voor de Palestijnen. Ik denk dat opvattingen nergens meer worden beïnvloed door gevoelens van sympathie en afkeer dan op het terrein van de internationale politieke verhoudingen.
Het internationaal recht, meer nog dan het gewone recht, is in aanzienlijke mate onderhevig aan evolutie. Anders kan ik ook niet de manier verklaren waarop van verschillende zijden is gereageerd op de bekendmaking dat Israël vanwege oorlogsmisdaden zou worden vervolgd voor het Internationale Gerechtshof in Den Haag. Een veroordeling door dat hof wordt wel beschouwd als de ernstigste veroordeling die een natie kan treffen. Zeker in het geval van het Israëlisch/Palestijnse conflict is dit wapen vele jaren achter de hand gehouden, met name door de Palestijnen, en is nu op tafel gelegd als het ultieme middel om Israël te veroordelen. Daarnaast zal het de Palestijnen niet zijn ontgaan dat bij hun pogingen in de VN-Veiligheidsraad het plan Trump veroordeeld te krijgen, het succes nihil was. De motie met de veroordeling werd ingetrokken.
Ik kan niet beoordelen of deze nederlaag in de Veiligheidsraad duidt op een verzwakking van de Palestijnse positie. Ik vermoed van wel, ook omdat een aantal belangrijke landen zich nu al heeft opgeworpen om de Israëlische positie te verdedigen, in een poging de hele procedure van tafel te krijgen. Ik begrijp verder dat een aantal strubbelingen binnen het hof erop duidt dat men het binnen dit belangrijke orgaan eensgezind naar een mogelijke procedure uitkijkt. Ten slotte bereiden beroemde juristen als Irwin Cotler zich voor om voor Israël in het strijdperk te treden. Veel echte macht gaat er niet uit van het hof, maar dat neemt niet weg dat met de eventuele procedure veel aanzien en gezag gemoeid is. Om maar te zwijgen van het morele en ethische prestige dat met een uitspraak gemoeid is!!
Ook in eigen land is er iets ontstaan als een soort van debat – niet voor het eerst trouwens – over de juridische en ethische kanten van het beleid van Israël en de Verenigde Staten. De aanleiding is uiteraard de bekendmaking van het vredesplan van president Trump, hoewel dat zeker niet de enige aanleiding is. In NRC werd een verder overigens niet opgevallen artikel gepubliceerd, ondertekend door prominenten als Hedy d’Ancona, Theo van Boven, Koos van Dam en anderen, die het vredesplan van Trump heftig bekritiseerden vanuit opvattingen ontleend aan het internationale recht en die inmiddels gemeengoed zijn geworden. Ik herinner mij nog hoe ik in de jaren zestig college Internationaal Recht volgde bij de toonaangevende professor Tammes. Hij zou zich in zijn graf omdraaien als hij kennis zou kunnen nemen van de verdraaiingen van het recht zoals deze zijn terug te vinden in het plan van Trump. Het is bovendien twijfelachtig of het Midden-Oosten stabieler en meer vredesgezind zou worden bij de invoering van de plannen als gepresenteerd door Trump en Netanjahoe. Het beste wat men kan hopen van het plan is dat het een basis zou vormen voor intensieve gedachtewisseling tussen partijen en het zicht op een compromis. Zo ver zie ik het zeker niet komen wanneer Bibi aan de macht blijft. Een grotere kans wordt misschien geboden wanneer Benny Gantz aan de macht zou komen, maar ook dat lijkt geenszins een duidelijke zaak.
De ‘prominenten’ als hierboven genoemd mogen dan mijn sympathie hebben in hun pogingen de betekenis van het Internationaal Recht te benadrukken. Dat is allesbehalve het geval met de alternatieve benadering die zij voorstellen, namelijk dat Europa, daartoe geïnspireerd door Nederland, het initiatief neemt tot een oplossing. De eerste stap lijkt daarbij dan te zijn ‘straf’ voor Israël voor het feit dat men samen met de VS het voornoemde vredesplan heeft gepubliceerd. Zoveel wijze mannen en vrouwen bij elkaar die de naïeve gedachte promoten dat Europa een substantiële en leidende rol in het vredesproces kan spelen in plaats van de Verenigde Staten. Het Europa dat volstrekt verdeeld is, dat niet over militaire middelen beschikt, dat in elk geval in Israël geen politiek gezag heeft en zo is er nog meer aan de hand.
De ‘wijze’ mannen en vrouwen spreken mooie woorden over het recht, maar slaan de plank volledig mis wanneer het over de politiek gaat. Men kan het betreuren, maar zonder de VS gebeurt er niets.