Uw columnist wordt wel eens aangesproken op de vermeende anti-Israël houding van NRC (overigens niet alleen op de houding van NRC!). Nu ga ik daar natuurlijk niet over, maar ik geloof ook niet dat er in Nederland echte anti-Israëlische media bestaan noch dat er sprake is van antisemitische opvattingen in de media. Ik begrijp zo af en toe dat wij een uitzondering moeten maken voor uitingen op de sociale media, waar regelmatig door individuen antisemitische teksten worden neergeklad. Die wereld ken ik niet, maar wellicht is het zinvol mijzelf ertoe over te halen dit soort bocht op de sociale media te gaan volgen.
Zeker in de Joodse wereld worden kritische uitlatingen over Israël en zijn beleid, meer dan wenselijk is, als anti-Israëlische opstellingen gezien. Wat mij betreft is kritiek op allerlei ontwikkelingen in het land dat mij zo ter harte gaat, noodzakelijk en wenselijk. Het kan toch bijna niet anders dat een vurige supporter van de staat Israël wordt geraakt en verontrust is door bijvoorbeeld de gebeurtenissen tijdens de lopende verkiezingscampagne.
Ik vind die negatieve uitlatingen over NRC en de houding van de krant tegenover Israël onjuist en zeer rijkelijk overdreven. Dat neemt niet weg dat ik het plaatsen van een aanzienlijk artikel in de krant van de hand van Jaap Hamburger, voorzitter van Een Ander Joods Geluid, gewoonweg belachelijk vind, omdat de heer Hamburger een uitgekauwde en weerlegde opinie propageert over de internationaal aanvaarde definitie omtrent antisemitisme en de Holocaust, die nu ook door de grote meerderheid van de Tweede Kamer is aangenomen. Ik ben daar blij mee, omdat een krachtige en duidelijke houding tegen antisemitisme en alles wat ermee samenhangt het begin is van de strijd tegen het antisemitisme zelf.
NRC geeft Een Ander Joods Geluid de gelegenheid zich te uiten over wat al eerder, óók in de Tweede Kamer, aan de orde was, namelijk de stelling dat deze definitie van antisemitisme eigenlijk is bedoeld om elke kritiek op Israël in de kiem te smoren. Ik zei het al: kritiek die volkomen normaal en terecht is.
Wat mij nu zo verbaast, naast de naïeve houding van de krant, is dat in die definitie geen aanknopingspunt is te vinden voor het weren van kritiek. De definitie is naar mijn smaak wat warrig en slecht geschreven, maar staat recht overeind wanneer het gaat om het bestrijden van het antisemitisme. Het verbazingwekkende bij Een Ander Joods Geluid – bij monde van zijn voorzitter – is dat deze aan de marge van de Joodse gemeenschap opererende groep, de strijd tegen het antisemitisme niet omarmt en zich niet voegt in de rijen van de activisten tegen het verwerpelijke antisemitisme, maar begint te zeuren over iets wat in de definitie helemaal niet voorkomt.
Bij Een Ander Joods Geluid is het kennelijk zo dat alles wordt aangegrepen om Israël maar te kritiseren, zelfs wanneer het op dat moment niet ter zake doet. Strijd tegen antisemitisme vereist de eenheid van vele maatschappelijke groeperingen, en Jaap Hamburger en zijn medestanders onttrekken zich daaraan. Een Ander Joods Geluid en haar leiders zijn langzamerhand paranoïde geworden: alles wordt aangegrepen, ook wanneer het niet relevant is, om steeds maar weer tekeer te kunnen gaan. Nu was de aanleiding dat de Tweede Kamerfractie van de PvdA zich bij nader inzien alsnog heeft aangesloten bij de groeperingen die de definitie ondersteunen. Het moge duidelijk zijn dat ik daar zeer over te spreken was!
Het is treurig dat NRC dit soort droosjes alsnog een kans geeft. Maar het bewijst ook dat Hamburger en kompanen bij de uitoefening van kritiek toch niet serieus kunnen worden genomen. Nu nog bij NRC dit inzicht!