Een opvallend rapport is in elk geval buiten Israël erg onopvallend gebleven. Het is al enkele weken oud maar vanwege de inhoud zeer de moeite waard om er toch nog aandacht aan te besteden. Het gaat om een rapport door een commissie onder leiding van de voormalige rechter van het Hooggerechtshof in Israël, Edmund Levy, die een paar zeer opvallende zaken heeft opgeschreven, zaken die tegelijkertijd als politieke munitie kunnen worden gekarakteriseerd.
De Commissie Levy concludeert dat de nederzettingen op de Westbank van de Jordaan, de zogenaamde bezette gebieden, legaal en legitiem zijn. Voeg daar aan toe dat de opdrachtgever van de commissie Benjamin Nethanyahu zelf is en men begrijpt nog beter de politieke lading van het rapport. Pikanter wordt het nog wanneer men weet dat in 2005 Ariel Sharon tot een soortgelijk rapport opdracht gaf dat leidde tot het advies van Talia Sasson. Deze deskundige concludeerde dat de nederzettingen en wat men noemt de outposts niet legaal waren en strijdig waren met de Israëlische wet. En om het geheel nog politiek gevoeliger te maken, dient de juridische adviseur van de regering, Jehuda Weinstein, in een formeel stuk zijn opvatting te geven over de rechtmatigheid en rechtsgeldigheid van wat Edmund Levy heeft neergeschreven. Intussen heeft Israëlisch rechts de mening van Levy toegejuicht en Israëlisch links die mening afgekraakt en heeft men ook in Washington laten weten de opvattingen van Levy als strijdig te beoordelen met die van de Amerikaanse regering. Dat kon men verwachten en het is dus ook niet opgevallen!
Een rapport dat de mening van de opdrachtgever weerspiegelt, is op zich zelf niet erg bijzonder. In het publieke verkeer en in het bedrijfsleven zijn heel wat gevallen bekend van adviesbureaus die geheel met open ogen tegen een zeer goed tarief de mening opschrijven van de opdrachtgever, die het rapport dan weer kan gebruiken bij de uitvoering van voorzien beleid. Edmund Levy c.s. horen zonder twijfel niet tot de categorie die voor dure dollars een juridische opinie opschrijft die in het straatje is van tenminste een belangrijk deel van de regering van Israël. Het deel dat uiteraard stond te juichen bij de publicatie van het rapport. Dat geheel in lijn met de voortwoekerende discussie in Israël over de toekomst van de bezette gebieden.
Ook Nethanyahu heeft publiekelijk als minister-president stelling genomen ten gunste van de zg. tweestaten-oplossing. Dat is al weer een paar jaar geleden en sindsdien doen zich inderdaad brandende vragen voor, niet alleen of Bibi indertijd oprecht was, maar vooral of het beleid van de regering van Israël, met een toenemende rechtse invloed, beoogt de tweestaten-oplossing onmogelijk te maken en de Westbank of tenminste een groot deel ervan tot feitelijk ingelijfd gebied te maken van de staat Israël. Die in mijn ogen rechtse en gevaarlijke partijen maken er ook geen geheim van dat de Westbank tot het traditionele Erets Israël behoort en dus ook rechtmatig toebehoort aan het volk van Israël. Hier wordt eenvoudigweg de klassieke zionistische lijn doorgetrokken die dus geen onderscheid maakt tussen welk deel dan ook van het klassieke Palestina. Het geheel hoort toe aan Israël. De Palestijnen zoeken het maar uit en de beste oplossing in hun ogen zou zijn de verdrijving van de Palestijnen, of voor hen een soort van woongebied creëren in de beste traditie van de Apartheid. Bij de gedachte alleen al gruw ik!
Gelukkig ben ik in goed gezelschap want in de bekend rechtse Jerusalem Post schreef columnist Jonathan Rosen in een ongevraagd advies aan Bibi, de Levy-opvattingen niet over te nemen. “Wanneer de regering het Levy-rapport overneemt, ontmaskert het de voortgaande fraude; men geeft dan openlijk toe dat de regering stilzwijgende steun heeft gegeven aan de voortgaande vestiging van nederzettingen en outposts op de Westbank ondanks beloften van het tegendeel.” Met andere woorden, wat sommigen al vreesden: Nethanyahu wordt ontmaskerd als een bedrieger met een dubbele agenda.
Wanneer het waar is, en ik denk dat het waar is, dat de regeringen en de publieke opinie van een groot deel van de democratische wereld hun geloof verliezen in de oprechtheid van Israël te streven naar vrede en verzoening met de Palestijnen, dan is het rapport van Edmund Levy en vooral ook de feitelijke politiek, olie op het vuur. In dit verband was natuurlijk de opmerking van de voormalige ambassadeur van Groot-Brittannië in Israël over een dramatisch verlies van politieke steun voor Israël, zeer ‘to the point’.
Ik zou willen dromen van een ander beleid, maar daarvoor zie ik op de korte termijn geen kans. Avraham Burg, de voormalige voorzitter van de Jewish Agency en de Knesset, ziet geen kans op een progressief beleid in de eerstkomende tien jaar. Daarvan word ik nog droeviger. Nog erger is dat ik de juistheid van Burg’s opvatting wel degelijk begrijp.