In Rotterdam zijn er ook na de gemeenteraadsverkiezingen, naast het geweld van de rechtse partijen, nog wat bescheiden groeperingen die zich in een links front verenigden: PvdA, Groen Links, SP en Nida. Nida? Ja zeker, Nida. Omdat de meeste Nederlanders natuurlijk niet hebben gehoord van Nida, licht ik kort toe wat Nida is. Ik heb enige ervaring met dit gezelschap, omdat ik enkele jaren geleden met de leider van Nida, Nourdin El Quali, op de Nederlandse televisie mocht debatteren over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Deze man, zeker uitgerust met een scherpe tong, haat alles wat er aan goeds in Israel te vinden is. Laat staan wat er aan slechts te vinden is! Het geheel met de toon van een fanaticus, die ook een vriend is van het gebruik van de Sharia. Daar staat tegenover dat Nida bereid is zich voor Rotterdam in te zetten op een wijze die linkse partijen aanspreekt: armoedebestrijding, het oplossen van de woningnood, zorgen voor meer arbeidsplaatsen en zo voort. Een programma dus dat in de Nederlandse verhoudingen eigenlijk niets bijzonders is, ware het niet dat daarnaast de betekenis van de islam niet alleen wordt benadrukt, maar zelfs een centrale betekenis krijgt. Een nieuwe confessionele partij dus!
Zo vlak voor de inmiddels voorbije verkiezingen juichten de linkse partijen over de samenwerking met deze islamitische partij. Uit een zekere armoede ook, vanwege de bescheiden rol van links in een stad als Rotterdam met een vergane en eens zo grote sociaal-democratische traditie. Ik begrijp natuurlijk wel dat het verzwakte links in Rotterdam samenwerking zoekt met een islamitische partij die wat betreft haar sociale en economische denkbeelden vrijwel een kopie schijnt te zijn van Rotterdams links. Het feit dat die samenwerking tot stand is gekomen, duidt er wat mij betreft op dat links Rotterdam vol zit met zodanige naïevelingen dat een islamitische partij acceptabel kan zijn in een linkse coalitie. Naïef, omdat uit de naar buiten gekomen tweet waarin ISIS werd vergeleken met Israël wel een heel domme en onacceptabele visie naar voren komt, die de kern raakt van inzicht wat politiek en ethisch vergelijkbaar is en was. Het was het ingrijpen van politieke leiders als Jesse Klaver en Lodewijk Asscher waardoor er een eind kwam aan de toegejuichte samenwerking. Van de leiding van de SP mochten wij naar mijn weten niets vernemen!
Ik weet wel dat een argument om dit soort samenwerking aan te gaan, gelegen kan zijn in de behoefte minderheidsgroepen met een etnische of religieuze achtergrond te integreren in onze samenleving. Daar wordt dan bij gezegd dat dit type groeperingen zich dan wel de normen en waarden van de Nederlandse samenleving eigen moet maken. Ik ben het daar van harte mee eens, hoewel ik veel pessimistischer ben over de mate waarin dit gebeurt, het tijdsbestek waarbinnen het gebeurt (een of twee generaties of nog langer), of in een fors aantal gevallen helemaal níet gebeurt. De vraag over politieke samenwerking met islamitische politieke groeperingen moet dan ook in dit verband worden gezien.
Wat heeft dit alles nu te maken met het vergelijken van ISIS met Israël, hetgeen de oorzaak werd van het einde van de linkse samenwerking in Rotterdam? Het antwoord is dat deze samenwerking wordt gezocht door politici die kennelijk niet weten wat voor verschrikkelijke terreurbende ISIS was en is: dat men in die kringen nooit heeft gehoord van mensenrechten of vrijheid van de burgers. Kortom dat ISIS een uitvinding is die moet worden vernietigd. Hetgeen tot mijn vreugde aardig goed gaat! Dit ISIS nu wordt gelijkgesteld met Israël, een land waar ik met enige drift soms kritiek op heb, maar dat toch een vrije democratie is, met normen en waarden die worden gehandhaafd en met een politieke structuur die vergelijkbaar is met die van vrijwel alle westerse democratische staten. Aan deze naar mijn mening wezenlijke constatering is door politiek links in Rotterdam voorbij gegaan, omdat deze niet zou behoren tot de maatstaven voor politieke samenwerking op lokaal niveau. Dat is wat mij zo verontrustte in links Rotterdam: het gebrek aan normbesef en de naïviteit bij de beoordeling van een gezelschap als dat van Nida.