Vlak voor het Joodse Nieuwjaar stierf de door mij bewonderde Shimon Peres. Ik las vele gedenkstukken en ik moet zeggen: in verreweg de meeste artikelen overheerste toch de bewondering en respect voor een groot man. Het stuk dat ik voor Crescas schreef, eindigde met een pessimistische toon. De laatste van de grote zionistische Mohikanen was overleden en ik vreesde, nog steeds, dat met de nieuwe generatie leiders in Israël, die zich zionisten noemen, het perspectief van vrede verder weg zou zijn. Het belangrijkste punt is dat een deel van de jongste generatie politieke leiders de definitie van zionisme tot de oorspronkelijke inhoud hebben teruggebracht. Dat betekent dat de aspiraties van deze zionisten, veelal ook sterk religieus geïnspireerd, betrekking hebben op het gehele grondgebied van Zion. In modernere termen spreekt men dan over de aspiraties voor geheel Judea en Samaria.
Dat zijn ook de zionistisch geïnspireerde politieke organisaties die zeggen: wat is het verschil tussen de claims op het gebied dat binnen de grenzen van 1967 het moderne Israël is geworden en het gebied van de heuvels van Judea en Samaria? Je kunt ook zeggen: wanneer er geen rechten zijn op Judea en Samaria, wat is dan de grondslag van de rechten op wat nu Israël is binnen de grenzen van 1967?
Ik heb in de loop der jaren heel wat debatten meegemaakt over wat inderdaad een kernvraagstuk is, met verregaande politieke gevolgen. Ik hoop dat ik ten minste enkele van mijn geachte lezers verbaas, wanneer ik zeg dat de redenering van gelijke rechten op het hele gebied van Zion tot aan de grenzen van de Jordaan de juiste is.De logica vereist immers dezelfde redenering toe te passen op het gebied gemarkeerd door de grenzen van 1967 en het gebied van Judea en Samaria. Immers, wanneer er rechten zijn en waren, gebaseerd op historische en religieuze overwegingen, dan is er álle reden om te zeggen dat er inderdaad rechten waren, in 1948 erkend door de wereldgemeenschap en de Verenigde Naties, en dan is het dwaas om die rechten, om wat voor reden dan ook, te ‘halveren’.
Het conflict van vandaag tussen Israëli’s en Palestijnen gaat in essentie al vele jaren over hetzelfde, voor zo ver het om Palestijnen gaat die bereid zijn Israël te erkennen. Veel simpeler ligt de zaak bij die aanzienlijke groep Palestijnen die Israël eenvoudigweg willen vernietigen.Voor deze laatste is elke argument van Joodse rechten dwaas, want de Joden zouden geen rechten hebben en de Palestijnse beweging, die van zeer recente datum is, wel.
Naar mijn mening is de enig zinvolle keuze in deze situatie van ‘wederzijdse rechten’ niet om af te zien van rechten, maar om deze niet in te willen realiseren.In deze redenering zegt de ene partij: wij hebben het Israël van 1967 en zien af van de uitoefening van onze rechten op de rest van het gebied en de Palestijnen zeggen in wezen het zelfde: laat ons de Palestijnse staat vestigen in Judea en Samaria en wij zien af van rechten op het overgebleven deel van Palestina,het huidige Israël.
Ik heb niet de illusie hiermee iets origineels bedacht te hebben. Integendeel! De kern van het politieke conflict tussen Israëli’s en Palestijnen is de onmogelijkheid deze toch betrekkelijk simpele redenering te aanvaarden en overeenkomstig te handelen. Ik denk dat Shimon Peres deze redenering heeft verinnerlijkt en aan het eind van zijn leven inzag dat verwerkelijking hiervan ver weg was. Daarom zei ik dat de dood van Shimon Peres mij somber maakte.
Bij het begin van dit nieuwe Joodse jaar stel ik mij opnieuw de vraag of er reden is tot optimisme of pessimisme.Wat mij optimistisch maakt, is de herleving van het jodendom in Amsterdam en in een aantal plaatsen in Nederland. Wie herinnert zich niet de mateloze somberheid over de toekomst van Joods Nederland. Nu zie ik op zoveel plekken weer toekomst gloren, omdat kennelijk een generatie het voor het zeggen heeft die zich door optimisme laat inspireren. Ik noem die initiatieven maar niet, omdat ik vrees ten onrechte sommige te vergeten.
Er is ook een pessimistische kant. De toekomst van Israël is voor velen een van de allerbelangrijkste zaken in hun leven. Ik reken mijzelf tot die groep. Ik zie geen vooruitgang wanneer wij het over de vrede hebben. Wel zie ik een verontrustende trend tot aanvaarding van in mijn ogen gevaarlijke tussenoplossingen, zowel in Israël als in Palestina. Dat maakt weer pessimistisch.