Ik bracht de maaltijden ter gelegenheid van het Nieuwe Jaar op verschillende plaatsen door. Zoals altijd, veel gezellige mensen, vooral kinderen, met een mooie tafel en met liefde bereid eten. Ik moet ook zeggen dat deze maaltijden door een meer of minder stukje traditie aan kwaliteit winnen. Ook al zijn lang niet alle aanwezigen van traditionele huize. Ik constateer dat deze mengeling van traditie en seculiere overtuiging bijdraagt aan de continuïteit van het Jodendom en van een meer of minder intensieve Joodse levenswijze. Zo zat ik naast een beetje orthodoxe heer die uitvoerig betoogde dat het Jodendom zonder de orthodoxie verloren zou zijn. Ik begrijp die stelling en ik denk ook dat de orthodoxie een zekere mate van garantie biedt voor de door ons zo verlangde continuïteit. Maar ik stelde daar toch tegenover dat flexibiliteit evenzeer een garantie biedt, omdat er velen zijn die zich niet kunnen vinden in starheid en het ontbreken van elke flexibiliteit. Groepen met allerlei vormen van religieuze beleving vormen naar mijn mening, mits samenlevend in tolerantie, de beste garantie voor het voortleven van Joodse gemeenschappen.
Ik vind het Joods Nieuwjaar een geschikt moment om eens te overwegen hoe het met het Jodendom gesteld is. Uiteraard niet alleen hier, maar ook elders, in de wereld om ons heen. Vraag is natuurlijk welke maatstaven men hanteert om het welzijn of gebrek aan welzijn te meten. Dat is een subjectieve kwestie en daarmee is het bepalen van Joods welzijn moeilijk aan objectieve maten te meten.
Neem de Joodse gemeenschap in Nederland. Vrij algemeen is de gedachte aanvaard dat het in Nederland niet goed gaat. Dan wijst men op assimilatie en op een krimpende Joodse gemeenschap als gevolg van die assimilatie. Wie om zich heen kijkt, zonder gedegen onderzoek, kan zien dat deze stelling zeker van toepassing is. Er zijn tal van Nederlanders van enige Joodse afkomst die op enig moment in hun leven een zeker Joods verlangen laten zien, maar het verder laten zoals het is. De hobbels zijn te heftig, het verlangen is van kortere duur en de weg te lang. Joods worden is ook te gecompliceerd, terwijl ook het traditioneel gaan leven mij een hele opgave lijkt.
Het moge waar zijn dat er negatieve ontwikkelingen zijn, maar ik denk dat er te weinig oog is voor nieuwe en hoopgevende ontwikkelingen. Mijn stelling is dat het ook góed gaat. Wie om zich heen kijkt ziet tal van positieve en dynamische ontwikkelingen. Die zijn ook niet vaag, maar heel goed aan te wijzen. Zo lijkt er sprake van een opbloei van Joods beleven door de oprichting van allerlei kleine sjoelgemeenschappen, die door mensen worden bezocht die zich in die specifieke sjoel thuis voelen. Dat op zichzelf is een heel bekend gegeven in vele Joodse gemeenschappen. Ik zie andere, seculiere instellingen die zich ontplooien en zeker aantrekkingskracht blijken te hebben.
Zo bloeit het onderwijs, in schoolverband en daarbuiten; het onderwijs dat de grondslag biedt voor continuïteit. Er zijn synagoges, van verschillend karakter. die een inspirerende activiteit vertonen. Er zijn tal van Joodse leiders voor wie de opbouw van de Joodse gemeenschap een levensdoel is. In het algemeen geloof ik dat er in dit land een toekomst voor een Joodse gemeenschap is. Uitingsvormen van heden en geschiedenis bloeien op tal van plekken van herinnering en van zicht naar de toekomst. Het Joodse Nieuwjaar is bij uitstek een moment om dit alles te overdenken!
Ik weet het, tal van mensen zullen mij naïef vinden en wijzen op het opkomende antisemitisme. Natuurlijk begrijp ik dit! Er valt veel te zeggen over moeilijke omstandigheden elders in de wereld. Heeft antisemitisme in de wereld inderdaad al zo veel invloed?
Dan is er nog het fascinerende thema van de strategische situatie rondom Israël. Ik denk vaak dat deze ontwikkeling nogal eens wordt onderschat. Daarom in een volgende Crescas-column een blik op deze omstandigheden.