Niet zo lang na de aanslag op een pizzabar in Jeruzalem, waarbij vijf leden van het gezin Schijveschuurder omkwamen, kreeg ik bezoek van een van de overgeblevenen van het gezin en een Nederlandse vriend van de familie. De grootvader van de jongen Schijveschuurder heb ik gekend, omdat mijn vriendin van toen - nu al vele jaren mijn echtgenote -, bij grootvader Schijveschuurder werkte. Wat precies het doel van dit bezoek was weet ik niet meer, maar ik herinner me de gebroken jongeman nog goed. Wij spraken langdurig over zijn grootvader, ook kan kon ik hem niet zo veel vertellen. Was hij die jongeman die het monument van Jitschak Rabin besmeurde? Een politiek motief voor die actie kan ik niet verzinnen, anders dan dat hij protesteerde tegen de voorgenomen vrijlating van moordenaars. Was zijn motief een niet te verwerken verdriet over wat hem zelf was overkomen? Dat zou ik kunnen begrijpen, maar een aanval op het monument voor Rabin bij het gemeentehuis in Tel Aviv kan ik niet zien als een zinvol protest.
Dat neemt niet weg dat over de vrijlating van Shalit, hoezeer ik die hem en zijn familie ook gun, toch een paar belangrijke vragen van ethische en morele aard kunnen worden gesteld.
In de eerste plaats rijst de vraag of bij een incident als het bovenvermelde en bij de onderhandelingen over de vrijlating van één Israëlische soldaat, die vrijlating binnen het onderhandelingsproces uitgangspunt, drijfveer en ijkpunt mag zijn. Met andere woorden: is (vrijwel) alles geoorloofd voor de vrijlating van Shalit (of een andere soldaat in zijn positie)?
Denkend vanuit het belang van al die Israëlische soldaten die de zekerheid willen hebben dat, in geval van gevangenneming, alles gedaan zal worden om hen, levend of dood, terug te krijgen naar Israël, kan ik zo'n standpunt goed begrijpen. Het is een uitgangspunt dat sinds het bestaan van de staat Israël en evenzeer in de toekomst, grote morele en psychologische waarde heeft.
Toch wil ik hierbij een cynische kanttekening maken. De familie Shalit heeft jarenlang een briljante campagne gevoerd om dit uitgangspunt ten volle te benutten en daarmee opeenvolgende regeringen in Jerusalem onder druk gezet. Ik vermoed dat, nu Shalits vrijlating een feit is, voorzichtig een debat op gang komt waarbinnen ook kritische vragen gesteld zullen worden. Daarom moest ik denken aan die jonge man die mij na de aanslag op Sbarro kwam opzoeken. Op dat moment personifieerde hij voor mij het verdriet van de familie, en dat is nooit veranderd.
Hoewel ik niet onderlegd ben in het strafrecht, heb ik de indruk dat er in toenemende mate aandacht is voor de belangen van de slachtoffers. Dat mag zeker niet het enige criterium zijn, maar het belang van de slachtoffers moet bij het bepalen van de strafmaat zeer zeker in aanmerking genomen worden. Ook in de zaak rondom de vrijlating van Gilad Shalit is dit van groot belang, mede omdat politieke motieven in de gehele affaire een uitermate belangrijke rol spelen. De vraag is dan ook onvermijdelijk of in de zaak-Shalit voldoende rekening gehouden is met de belangen van niet slechts één slachtoffer, maar van zeer vele. De ergste moordenaars worden niet vrijgelaten, maar enkele honderden anderen met bloed aan hun handen worden wél in vrijheid gesteld. Daardoor zijn er honderden Israëlische families wier rechtsgevoel door deze vrijlating tekortgedaan wordt. Zij betalen een aanzienlijke fysieke en psychische prijs. Is die prijs te hoog? Ik aarzel om te oordelen, ik leef immers buiten Israël en kan de gevoelens die meespelen niet goed inschatten, noch die in hun juiste context plaatsen. Laat ik het zo zeggen: ík vind die prijs erg hoog, en ik heb er gemengde gevoelens over of de genomen beslissing de juiste is.
Dan is er de kwestie van veiligheid. Valt het te vrezen dat de vrijgelaten lieden, of een aantal van hen, zullen terugkeren naar geweld en opnieuw de veiligheid in de staat Israël zullen bedreigen? Er zijn twee punten die daartegen pleiten. Ten eerste het feit dat de ergste moordenaars (kan je zo'n onderscheid maken?) naar andere landen overgebracht worden, en ten tweede dat de veiligheid op de Westbank door Israël én de Palestijnen goed gegarandeerd lijkt. Voor Gaza, waar de moordenaars als helden zullen worden ontvangen, geldt dat uiteraard niet. Anderszijds: het zal de moordenaars in het buitenland niet moeilijk vallen op enigerlei wijze hun oude stiel op te pakken.
Tenslotte is er de getalsverhouding. Is het een goede zaak dat Israël deze hoge prijs betaalt, of is het onverantwoord en onaanvaardbaar? In meerderheid is de Israëlische samenleving accoord gegaan, maar ik denk dat er wel degelijk iets wringt, en dat men wanhopig vertrouwt op de kracht van de veiligheidsdiensten.
En waar sta ik zelf? Vragen oproepen is niet moeilijk. Keuzes maken is dat wel. Ik denk dat ik niet vóór deze deal zou zijn geweest, hoe pijnlijk ook voor Gilad Shalit en zijn verwanten.