Het is een voorrecht om de gelegenheid te krijgen de lezers van de website van Crescas te mogen lastig vallen met mijn opvattingen. Deze zin is geen frase. Ik meen oprecht dat het een kowed is op deze site voor 3500 potentiële lezers te mogen delibereren, te mopperen, te adviseren, te prijzen en te wanhopen over vele zaken die in de Joodse (en niet-Joodse) wereld en in Israël aan de orde zijn. Niet te vergeten uiteraard die betrekkelijk kleine Joodse gemeenschap waar zoveel onze aandacht vraagt en waar vaak ook met passie gewerkt wordt aan de versterking van het Joodse leven in Nederland. Al te vaak wordt in Nederland gewezen op een verdwijnende Joodse gemeenschap, te weinig spreekt men over de tekenen van herstel en nieuw Joods leven. Beide elementen zijn de dragende elementen van het bestaan van de Joodse gemeenschap na de sjoa, die elkaar tegenspreken en ook een bron van energie zijn.
Ik denk dat veel van wat zich in Joods Nederland afspeelt, is te begrijpen en te verklaren tegen de achtergrond van die belangrijke trends waarbij men de assimilatie ziet toenemen. Assimilatie die per definitie het verdwijnen van een levende gemeenschap in zich houdt. En tegelijkertijd ziet men overal, voor wie wil kijken, tekenen van herstel en vitaliteit binnen die gemeenschap. Crescas zelf is een voorbeeld van die vitaliteit en zo is er nog veel meer. Die trend van vitaliteit kan men in tweeën opsplitsen. De eerste is dat het georganiseerde jodendom, van orthodox tot reconstructionist, eigenlijk springlevend is. Voorbeelden zijn er te over. De andere trend is dat binnen de groep niet-georganiseerde Joden zichtbaar een behoefte is om zich meer te identificeren met vaak zeer algemene noties. Kijk naar Crescas, kijk naar het initiatief van Joods Maatschappelijk Werk met Jonet. Over deze ontwikkelingen wil ik graag op deze plaats schrijven. Zoals in principe over alles wat ons teleurstelt, wat wij dwaas vinden, zoals het weglopen van de oppositie uit de Raad van de NIHS, over de invloed van de religie, over de veranderende positie van de Joden in Nederland, zoals deze tot uiting kwam in het debat in de Tweede Kamer over het rituele slachten. En zo is er nog veel meer!
Het woord 'Israël' viel tot nu toe niet. Dat is natuurlijk dwaas, maar zonder bijzondere bedoeling. Er is immers bijna geen onderwerp denkbaar in relatie tot Jood-zijn, tot Joods leven en tot zelfs de afwijzing ervan, tot de veiligheid van individuele Joden en de veiligheid van de Joodse gemeenschappen, waarin Israël geen rol van betekenis speelt. Over Israël hoop ik veel te schrijven omdat mijn verbondenheid onafwendbaar is, maar ook en vooral omdat ik zo vaak diepe bewondering heb voor tal van prestaties in de Israëlische samenleving en tegelijkertijd mij verschrikkelijk erger aan tal van verschijnselen die mij zorgen baren en die ik ook al te vaak grondig afwijs.