Ik kan niet zeggen dat de gebeurtenissen in de Islamitische wereld mij enig gevoel van vreugde of begrip opleveren. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik de grootste moeite heb te begrijpen wat er aan de hand is. Zelf ben ik allesbehalve een kenner van het Islamitische of Arabische gedachtegoed, ik moet dus vooral afgaan op wat anderen zeggen en schrijven. En dan nog! De verschillen van inzicht zijn aanzienlijk en de waardering van de gebeurtenissen evenzeer. Het viel mij onlangs op, na terugkeer uit Israël, niet voor de eerste keer, hoe zeer in korte tijd het lezen van enkele Israëlische kranten je beeld van de Arabische en/of Islamitische wereld verandert. Dat is heel anders dan wanneer je, hoe intensief ook, Nederlandse en Engelse kranten leest. Het lijkt wel, en het is waarschijnlijk ook zo, dat de geografische nabijheid van Israël bij de woelingen van de Arabische wereld het eigen beeld scherper en sensitiever maakt. Zou dat komen door het gevoel dat het gevaar dichterbij is en dat Israël zelf onderhevig is aan de effecten van de ellende in de Islamitische wereld en daarmee noodgedwongen moet omgaan? Voor de hand liggend is het vast te stellen dat Israël in zekere zin door de voortgaande afwezigheid van vrede met de Palestijnen en de effecten daarvan, zelf ook onderdeel is van die woelingen. Met andere woorden: alles wat in die ingewikkelde Islamitische wereld gebeurt, kan zijn gevolgen hebben voor de wijze waarop Israël verkeert in die grote omliggende wereld.
Daarom is het van groot belang zo precies mogelijk te volgen en te begrijpen waar het heen gaat met die grote omringende massa van Sjiieten, Soennieten, Alawieten, Koerden, enzovoort, waarvan verreweg het grootste deel een of andere variant van de islam aanhangt, hetgeen hen niet belet oorlog met elkaar te voeren, te plunderen en te doden.
Het makkelijkst zou het zijn vast te stellen dat nog niet erg lang geleden ook in Europa vreselijke oorlogen werden gevoerd, oorlogen die alles overtroffen wat nu in de Islamitische wereld aan de orde is en dat wij daarom, analoog aan Europa, dat proces van oorlog en ellende maar moeten aanvaarden als een soort van transitie naar een vreedzame wereld.
Dat neemt niet weg dat een analyse van wat er aan de hand is, nuttig kan zijn voor de belangrijke vraag hoe Israëls toekomst er in dat gebied uit kan zien. Ik geef u, zeer in het kort, mijn analyse:
De Arabische/Islamitische wereld gaat door een proces van verandering dat voor het grootste deel stappen naar achteren inhoudt. Ondanks de pleidooien in een groot rapport van tien jaar geleden door Arabische onderzoekers voor maatschappelijke verandering ten gunste van onderwijs, wetenschap en economische opbouw, lijkt het wel bijna onmogelijk stappen vooruit te zetten ten gunste van democratie en ontwikkeling. Inderdaad, men kan niet alle Islamitische landen op een rij zetten (er zijn goede voorbeelden: Tunesië en Indonesië), maar het algemene beeld blijft dat van grote stagnatie. De belangrijkste ontwikkeling van de laatste tijd lijkt zonder twijfel de mateloze radicalisering van extremistische bewegingen, dwars door de bestaande grenzen van de Arabische wereld heen. Die radicalisering is een heel groot gevaar, want het ideaal van het Islamitische kalifaat bedreigt de staatsstructuur van tal van landen met als duidelijkste voorbeelden: Irak, Syrië en Egypte. Met andere woorden: de staatsstructuur in het Midden-Oosten, resultaat van de dekolonisatie, dreigt in te storten of drastisch te veranderen. Die radicalisering is nu zelfs een bedreiging voor Europa. Stammen geven de toon aan in plaats van regeringen!
Wat zijn nu de gevolgen voor Israël? Men hoeft maar naar de landen om Israël heen te kijken. Syrië valt uit elkaar en het is allesbehalve denkbeeldig dat Jihadisten vanuit Syrië terreur willen uitvoeren. Het zuiden van Libanon is in handen van Hezbollah. Jordanië is een vraagteken, want wat daar zal gebeuren wanneer de Jihadisten vanuit Irak optrekken, is onvoorspelbaar. Irak bestaat nog nauwelijks en zal, voorspel ik, verder uit elkaar vallen door de tribale tegenstellingen. Egypte heeft het maar net gered: de radicale Broederschap is buiten spel gezet, maar het militaire gezag maakt evenmin vrolijk, hoewel het waarschijnlijk het enige mogelijke en zinnige alternatief biedt. Iran is op dit moment een vraagteken met de grote nadruk op vraagteken.
De conclusie is deze: de veiligheidssituatie van Israël is er niet op vooruit gegaan. Het woord omsingeling te gebruiken is, op zijn zachtst gezegd, niet misplaatst.
Overigens, bij het schrijven van deze column lees ik dat minister Bennett president Abbas een mega-terrorist heeft genoemd. In Washington prees Shimon Peres bij President Obama de man aan als een partner voor vrede. Begrijpt u het nog?