Neen, deze column gaat niet over de Nederlandse Partij van de Arbeid, maar over de partij ‘De Arbeid’, de ‘Avoda’ van Israël. Ik ken die partij al vanaf mijn eerste actieve jaren in de politiek, toen de Israëlische arbeiderspartij, destijds Ma’arach geheten, een zeer vooraanstaande rol speelde in de politiek van Israël. Ik heb het nu over de jaren ’70. Ma’arach had ook een bijzondere rol gespeeld, niet als enige, bij de stichting van de staat Israël en bij wat er aan vooraf ging: een bevrijdingsstrijd, uitlopende in de Verklaring van Onafhankelijkheid in 1948. De partij was en is een niet uit te wissen factor bij de opbouw van de sociale en economische structuur van het jonge Israël. De invloed van de kibboetsbeweging was enorm en ook veel niet-Israëli’s ontleenden inspiratie aan het leven in de kibboets. Gemeenschapszin en solidariteit vormden de essentie van de arbeidersbeweging in het jonge land. Veel van de toen levende ideeën waren zonder twijfel tijdgebonden en werden later om al dan niet valide redenen losgelaten. De namen van Ben Goerion, van Golda Meir, van Yigal Allon, van Abba Eban en van Shimon Peres zijn verbonden met die indrukwekkende beweging die de Israëlische arbeiderspartij decennialang is geweest.
Die eens zo invloedrijke en gerespecteerde partij is de laatste twintig jaar verwezen naar een secundaire rol in het Israëlische politieke leven. Likoed werd populair en wist met haar ideologie belangrijke veranderingen in het Israëlische sociale en economische leven tot stand te brengen. De liberalisering van het bedrijfsleven was zeker een voorwaarde om de technologische en economische sprong voorwaarts te maken. De belangrijke demografische veranderingen in het land tengevolge van de influx van sefardische Joden en later van de Russen, deden hun onvermijdelijke werk. Het democratische socialisme van de arbeiderspartij raakte aan lager wal en vernieuwde zich onvoldoende. Misschien was het ook een niet te winnen strijd, versterkt nog door het feit dat de religieuze partijen aan kracht wonnen, terwijl zij bepaald geen vrienden waren van de sociaal-democraten. In de een na laatste verkiezing haalde de partij acht zetels, ook lamgeslagen door afsplitsing na afsplitsing. Het Israëlische publiek had terecht zijn vertrouwen verloren in een partij met alleen maar zwakke of ruziënde leiders. In de recente verkiezingen haalde de Arbeid vijftien zetels en er is reden om aan te nemen dat de partij aan een retour is begonnen.
Vorige week ontmoette ik in Amsterdam de huidige secretaris-generaal van de Arbeid en nieuw lid van de Knesset, Hillel Bar. Uiteraard kende ik Hillel nog niet, hij is van een geheel andere, jongere generatie, maar wij deelden toch ook enkele chawweriem uit het verleden. Belangrijker is wat hij te vertellen had. En ik vind het de moeite waard dit door te vertellen, niet omdat het bijster nieuw of origineel was, maar wel omdat het een actievere reflectie op de Israëlische maatschappij laat zien. Kern van het betoog is toch dat om velerlei redenen in de Israëlische samenleving de scherpe sociale tegenstellingen niet meer de kern vormden van het politieke debat, maar veeleer en gedurende vele jaren het vraagstuk van de veiligheid van de staat. Nu zal ik de laatste zijn om voor dat debat geen grote sympathie te hebben, maar de echte politieke tegenstellingen verdwenen naar de achtergrond. Ik heb wel eens geschreven dat het feit dat in de OECD-rangorde van de verdeling van inkomen, Israël (en de VS) op een buitengewoon lage plaats staan, een onaanvaardbaar teken aan de wand is. De aanzienlijke armoede, het huisvestingsvraagstuk, de enorme tegenstellingen in inkomen, et cetera, bleken niet te leiden tot een sterke linkervleugel in de samenleving met als belangrijkste opdracht die grote verschillen in welvaart en welzijn in Israël te nivelleren. Het veramerikaanste Israël keek de andere kant uit totdat anderhalf jaar geleden op de Rothschild Boulevard de opstand uitbrak en het linkse kamp in Israël wakker werd. Het bewustzijn brak door dat Israël een kapitalistische samenleving was geworden waar men allesbehalve alleen maar trots op kon zijn.
Hillel Bar vertelde mij dat in de Arbeid nieuwe aspiratie leeft om het politieke debat ook toe te spitsen op onaanvaardbare tegenstellingen in die eens sterke sociaal-democratische samenleving. Ik denk niet dat oude tijden herleven. Dat moet ook niet, maar ik denk wel dat met de teloorgang van een invloedrijke sociaaldemocratie de tegenstellingen gevaarlijk explosief zijn geworden. Ik hoop dat Hillel Bar een succesvol lid van de Knesset wordt en dat zijn partij weer zal stijgen tot grote hoogten.