Een van de interessantste vraagstukken in de psychologie, in de politieke wetenschap en nog een paar gogieën is zonder twijfel dat van de beeldvorming. Dat is niet exclusief voor een paar grote vraagstukken van deze tijd, maar ik vrees ook voor een ontzaglijk aantal vaak kleine vraagstukken. Met andere woorden: beeldvorming speelt een grote rol in ons dagelijks leven en speelt evenzeer een belangrijke rol in de onderlinge verhoudingen tussen mensen en groepen.
Het is mijns inziens een boeiende vraag in welke mate onze visie op de Arabische wereld ook heel sterk wordt beïnvloed door de wijze waarop wij menen dat het belang van Israël is gediend, of omdat wij hoe dan ook op geen enkele andere wijze naar de Arabische wereld kunnen kijken dan door een Israëlische bril. Zoals natuurlijk de beeldvorming in de Arabische wereld over Israël evenzeer plaatsvindt met het oog op een Arabisch belang.
Uiteraard is het zo dat beschouwing van de Arabische wereld in de meeste gevallen niet tot zeer opwekkende beelden leidt. Ik meen zelfs dat in de recente geschiedenis, zeg de laatste vijftig jaar, de politieke ontwikkelingen in negatieve richting zijn omgebogen. Je kunt zeggen dat de Arabische periode van de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw in elk geval een sterke nationalistische dynamiek liet zien, die door veel burgers van de Arabische staten als positief werd ervaren. Dat gold ook voor de opkomende staten die zich bijvoorbeeld aan het Franse juk wilden onttrekken. Het lijkt mij dat het dramatische in tal van onvermijdelijke ontwikkelingen in deze Arabische wereld was dat de bereikte bevrijding van het kolonialistische juk tot de dag van vandaag niet of nauwelijks heeft geleid tot een hogere welvaart en een leven in een politiek evenwichtiger omgeving. Ik durf zelfs te beweren dat in belangrijke staten als Egypte en Irak het welvaartspeil, als men dat toch nog zo zou willen noemen, verslechterd is, mede als gevolg van grote politieke instabiliteit. Dan spreken wij nog steeds niet over het gigantische drama in Syrië!
Ik herinner mij een rapport van de Verenigde Naties, ik schat zo een tien jaar geleden, waarin uitsluitend Arabische wetenschappers het wel en wee van hun wereld op de pijnbank hebben gelegd. Conclusie was dat geen enkele randvoorwaarde voor ontwikkeling en welvaart in die grote Arabische wereld aanwezig was. Genoemd werden: poilitieke stabiliteit, beheersing van de bevolkingsgroei, investeringen in infrastructuur, een aanvaardbaar gezondheidsbeleid en een onderwijssysteem dat de basis kon leggen voor een toekomst met een zekere mate van welvaart en groei. Ik vrees dat een dergelijk rapport in dit decennium evenzeer niet tot opwekkende conclusies zal leiden.
De lange ‘inleiding’ dient ertoe om te melden dat ik na een week Doebai en Aboe Dabi toch enige verwarring voel: is dat beeld van een behoorlijk achterlijke Arabische wereld het juiste en volledige beeld en verzuimen wij niet te veel, beperkt door de bril van het Israëlisch-Arabische conflict, nieuwe ontwikkelingen op zijn minst waar te nemen en vervolgens ook daar een conclusie aan te verbinden?
Die dagen in Doebai en Aboe Dabi waren heel verrassend. Niet dat ik in het geheel geen beeld had wat daar gaande is, natuurlijk niet, maar ik had er geen besef van hoe omvangrijk en indrukwekkend de sprong voorwaarts is die in deze landen met niet bij te houden tempo plaatsvindt. Ik weet ook niet of men in Europa al voldoende het tempo van de veranderingen doorgrondt. Ik bedoel daarmee het besef dat los van het bezit van olie, de economische kracht van deze landen een directe bedreiging vormt voor de beschaafde Europese wereld. De bouwactiviteiten van de laatste 25 jaar hebben geleid tot (lelijke) stedelijke concentraties met een effect zoals men dat ziet in de meeste grote stedelijke centra van de wereld. Dat alles van een intensiteit en omvang die op mij diepe indruk maakten en die ik op deze wijze nooit eerder zag. Op het gebied van de luchtvaart kan men dat zien door de omvang van de vliegvelden (Doebai mikt op 200 miljoen passagiers tot 2030) en de kwaliteit van de luchtvaartmaatschappijen met hun enorme aantallen hoogst moderne lange afstandsvliegtuigen. De vraag die mij bezighoudt, is wat deze ontwikkelingen op de korte en lange termijn betekenen voor de plaats van Israël in dat grote Midden-Oosten. Ik vind dat heel moeilijk te zeggen, maar wel denk ik dat welzijn en welvaart leiden tot verminderde kans op strijd en oorlog. Hoewel, in de Arabische wereld van nu zijn het zeer primaire emoties die leiden tot zo veel oorlog!
Ik ben zeer onder de indruk van wat ik zag aan dynamiek. Ik deel u nog mee dat de politieman bij de Grote Moskee van Aboe Dabi mij verzocht een knoopje méér van mijn overhemd vast te maken. Ik weet nog steeds niet, zal het ook niet weten, of hij het kettinkje met Davidsster gezien heeft en dat de reden was voor dat ene knoopje meer.