Op het gevaar af dat enkele gewaardeerde lezers weer boos op mij zijn, moet het toch gezegd worden: het debat en de besluitvorming over de inrichting van het plein bij de Kotel, de Muur, in Jeruzalem, is uitgelopen op een grote nederlaag voor de baardmannen. Het conservatieve en liberale jodendom hebben gekregen waar zij recht op hebben: een deel bij de Kotel waar mannen en vrouwen op basis van gelijkheid hun gebeden mogen zeggen en uiting mogen geven aan hun eigen jodendom op de wijze die zij verkiezen. We spreken hier van een historische overwinning van grote proporties, die ook voor andere delen van het Joodse leven, in het bijzonder in Israël, belangrijke gevolgen zal hebben. Hoewel ik zeker ook een warm gevoel kan krijgen bij allerlei uitingen van orthodox jodendom, bijvoorbeeld bij de aanhangers van de Lubavitcher Rebbe, juich ik bij deze nederlaag van de orthodoxen, omdat die een belangrijk begin kan zijn van de gelijkberechtiging van een ieder die Jood-zijn op zijn eigen wijze wil beleven. Daar hoort ontegenzeggelijk de wijze van gedragen bij wanneer men op de heiligste plaats van het jodendom, bij de Kotel, uiting wil geven aan religieuze opvattingen en gevoelens.
Natuurlijk wist ik van het feit dat man en vrouw op gescheiden plaatsen hun gebed zeggen bij de Kotel. Je hoeft er maar één keer geweest zijn om dat te zien en te weten. Het plein voor de Muur was in wezen al jaren een orthodoxe synagoge, waar een machtsbeluste rabbijn de officiële scepter zwaaide en er alles aan deed om niet-Joden en minder religieuze Joden te dwingen zich te gedragen zoals dit heerschap goed vond. Daarbij kwam nog dat de inrichting van het plein voor de Muur ook een hoogst politieke zaak was geworden omdat dit de machtsstrijd weerspiegelde tussen de religieuze en niet-religieuze Israëliër, en in het bijzonder de machtsstrijd om gelijkheid tussen de verschillende stromingen binnen het religieuze jodendom: de orthodoxen, de conservatieven en de liberalen, en alles wat daar weer aan schakeringen tussen zit.
Prachtige, zo men wil droevige, voorbeelden waren te zien, van machtsbewust gedrag en de wens te domineren op deze heilige en belangrijke plaats. De scheiding van man en vrouw was meer dan bekend, maar nu las ik ook dat in geval van een militaire ceremonie, bijvoorbeeld een beëdiging van jonge mannelijke en vrouwelijke militairen, ook deze militairen hun trouw aan vlag en vaderland gescheiden moesten bevestigen. Wist u ook, hoewel eigenlijk logisch vanuit het gezichtspunt van de religieuze dictator, dat vrouwen in het geheel niet bij de Kotel het Hatikwa mogen zingen, bijvoorbeeld bij een militaire plechtigheid, omdat ook hier het principe geldt van de Kol Isha. Wellicht dat niet iedereen weet wat dit inhoudt, maar het gaat om het volgende: vrouwen mogen in het openbaar niet zingen omdat de vrouwelijke stem bij mannen lustgevoelens zou kunnen opwekken die niet ‘gepast’ zijn. U zult in orthodoxe kring dan ook nooit mannen én vrouwen zien in een koor. Er zou toch iets vreselijks kunnen gebeuren! Trouw aan het land, altijd verpakt in het religieuze dwangkostuum!
Dat moet men in die orthodoxe kring allemaal zelf weten en men heeft wat mij betreft de vrijheid het dagelijks leven in te richten op de wijze die men wil. In deze hachelijke kwestie van de scheiding aan de Kotel gaat het om veel meer: religieuze dwang tegenover mensen die daar niet van gediend zijn. Daarmee is de nederlaag die de orthodoxie nu geleden heeft, een nederlaag die nog lang zal naklinken. Het gevecht om een einde te maken aan het religieuze monopolie zal naar mijn hoop en verwachting verhevigd worden naar andere gebieden van het Israëlische leven. Voorbeelden genoeg. De belangrijkste zijn de huwelijkswetgeving en de regels voor de toetreding tot het jodendom. Ik hoop dat met de hulp van het Amerikaanse jodendom liberalen en conservatieven hun gevecht om gelijkberechtiging zullen verhevigen en tot deel zullen maken van de politieke strijd in Israël. Ik vermoed dat de regering in Jeruzalem onder druk van het invloedrijke Amerikaanse jodendom met de nieuwe regeling akkoord is gegaan. Dat gevecht is niet alleen heviger geworden, maar ook moeilijker, omdat de invloed van radicaal-religieuze groepen, zoals de honderdduizenden op de Westbank, zich meer en meer vertaalt in politieke invloed in de regering.
De Kotel hebben zij verloren. De strijd gaat verder!