Afgelopen zondagavond, ter gelegenheid van de herdenking van de Kristallnacht in Duitsland, hield vice-premier en minister van sociale zaken Lodewijk Asscher een prachtige toespraak in de Portugese Synagoge in Amsterdam. Hij zei: ”Het is voor onze samenleving essentieel om deze gruwelijke gebeurtenis te herdenken en te blijven herdenken. Dat houdt ons alert.” Dat zijn juiste woorden om ons enige richting te geven bij de beoordeling van de situatie in onze eigen samenleving en op die plaatsen in de wereld die er toe doen. De Kristallnacht als herinnering aan, en waarschuwing tegen antisemitisme en elke andere vorm van rassendiscriminatie, dwingt ons om ook in Nederland, dat ogenschijnlijk zo vriendelijke en rustige land, om ons heen te kijken. Veel waarnemingen zijn mogelijk, maar deze is een zeer pijnlijke. Ik parafraseer de woorden van Asscher en ik deel zijn afschuw over de waarneming dat het leggen van een krans op deze herdenking van de Kristallnacht plaats vindt in een zwaar bewaakte Hollandsche Schouwburg. Vandaag de dag zijn alle gebouwen waar enige vorm van Joodse activiteit plaats vindt, zwaar bewaakt. Er zijn instellingen waar de Marechaussee, zwaar bewapend, voor de deur staat om Joodse kinderen te beschermen. Gelukkig is onze overheid alert, maar de gedachte dat dit alles kennelijk noodzakelijk is, is bijna onverdraaglijk. Gevaarlijke vormen van extremisme bedreigen onze samenleving. De vrees is dat radicale Moslims ooit zullen toeslaan! Een mens wordt bijna panisch bij de gedachte dat deze afzichtelijke jodenhaat plaatsvindt nog geen zeventig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog.
De dag na de toespraak van Lodewijk Asscher, ausgerechnet, verschijnt het resultaat van een onderzoek door Motivaction onder Moslims met betrekking tot hun houding tegenover de radicale islam, in het bijzonder IS en andere Syrische opstandelingen. Ik ken het onderzoek tot nu toe alleen via de kranten, omdat ik het volledige onderzoeksverslag nog niet heb kunnen vinden. Ook hier reageert Lodewijk Asscher en hij verwoordt zijn grote zorg omdat uit het onderzoek, met name onder jongeren, een grote sympathie blijkt voor bewegingen als IS en andere radicale moslimbewegingen. Van de jongeren, zo blijkt uit dit onderzoek, zou driekwart grote sympathie hebben voor de beweegredenen van deze bewegingen, inclusief het verlangen de sjaria in te voeren. De jongeren die zich aansluiten, worden door Nederlandse Moslims beschouwd als helden.
Nu hoor ik op de radio een geleerde professor beweren dat het onderzoek niet professioneel genoeg zou zijn uitgevoerd door het overigens gereputeerde bureau Motivaction. Zelfs echter wanneer het een en ander is af te dingen op de techniek van het onderzoek, dan nog lijkt mij dat er heel weinig vreugde is te ontlenen aan de gepresenteerde cijfers. Kern van die cijfers is toch de bewondering voor de jihadisten die zich bij de strijd in Syrië en Irak voegen. Zo mogelijk verontrustender is dat zij de hedendaagse idealen van de islam aanhangen, inclusief de noodzaak de sjaria in te voeren en elke andere geloofsovertuiging afwijzen als afvallig met alle gevolgen van dien.
Ik krijg het er werkelijk koud van dat zoveel Nederlandse moslimjongeren er zeer verwerpelijke opvattingen op na houden en dat de betrekkelijk kleine groep jongeren die de daad bij het woord voegen, als helden worden beschouwd. Dat betekent niet meer en niet minder dan dat wij op termijn, wellicht zelfs op de korte termijn, er een probleem bij hebben: hoe om te gaan met een veel grotere en nog radicalere groep met sympathie voor IS, die zich toch zal moeten aanpassen aan de normen van de liberaal-democratische samenleving, maar die zich daar hartgrondig tegen verzet. Hoe ernstig het probleem is of zal zijn, blijkt ook uit de merkwaardige en misschien door enige wanhoop ingegeven tekst van de burgemeester van Den Haag, die pleit voor zo nodig gedwongen behandeling van deze jongeren. Overigens een werkwijze die tot nu toe alleen was weggelegd voor psychiatrische patiënten!
Daar komt bij dat de betekenis van de radicalisering nauw samenhangt met een web van gebeurtenissen in het Midden-Oosten met alleen al de effecten als hier beschreven. Maar wij kunnen er ook van uitgaan dat de gevolgen nu al voelbaar zijn in heel Europa, gevolgen die beginnen bij radicalisering, gevolgd door terreur en grote stromen vluchtelingen.
De problemen zijn van grote omvang, veel groter ook dan wij kortgeleden nog veronderstelden. Onze hele samenleving wordt er door geraakt. De politici van dit land en van Europa moeten weten dat zij een grote verantwoordelijkheid dragen.