De vredesbesprekingen, althans zo worden ze genoemd, zijn deze week echt begonnen. Ik weet niet wat ik ervan moet vinden, zo dat al van belang is. Het lijkt of de Amerikaanse regering al zijn gewicht in de schaal legt om er nu iets van te maken, maar wij weten uit bittere ervaring dat dit lang niet alles betekent. Bill Clinton weet ervan mee te praten!
Ik weet niet wat ervan te vinden omdat ik tussen twee uitersten word geslingerd: de vurige hoop dat het nu iets wordt en aan de andere kant het cynisme dat het opnieuw wel weer niets zal worden. Met dat laatste wordt dan onmiddellijk aangekondigd dat daarmee de kans op een tweestatenoplossing voor altijd verkeken is. De pessimisten praten zo en ook de Palestijnen die denken daarmee een zekere druk te kunnen uitoefenen. Aan Israëlische kant wordt veelvuldig betoogd dat het achterwege laten van de tweestatenoplossing het einde van het democratische en Joodse Israël zou betekenen. Ik moet bekennen dat ik in deze discussie mijn plaats niet kan vinden. Het is te vroeg en ik ben achterdochtig, omdat ik denk dat al dit soort argumenten in zekere zin een strategisch doel dienen. En als dit zo is, dan is nog altijd veel mogelijk, afhankelijk uiteraard van wat men als een strategisch doel definieert of impliciet daar naar handelt.
Laat ik eens proberen enig zicht te formuleren op de strategische doelen die in Israël mogelijkerwijze al of niet uitgesproken een belangrijke rol spelen. De extreme strategische doelen zijn er twee: vrede en geen vrede. Men kan argumenteren dat het nastreven van vrede gelijk staat aan de wens, op basis van compromissen, een tweestatenoplossing tot stand te brengen. In die optiek is het onvermijdelijk dat op een aantal punten ingrijpende en pijnlijke concessies nodig zijn.
In de tweede optiek: geen vrede, is het noodzakelijk zodanige voorwaarden na te streven dat de vrede simpelweg onmogelijk is. Ik denk ook dat in deze optie ideologische overwegingen een veel belangrijker rol spelen dan in de optie van vrede. De belangrijkste ideologische overweging is dan de opvatting dat het toekomstige Israël de klassieke grenzen van Judea en Samaria moet omvatten en dat in die context, als gevolg daarvan, geen Palestijnse staat mogelijk is. Dat betekent dus het einde van de tweestatenoplossing en met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid het einde van het vredesproces in zijn huidige vorm. Daartussen zijn varianten denkbaar en gedeeltelijke oplossingen, maar die zijn op dit moment niet aan de orde.
Een boeiende kwestie is de vraag waar de regering van Israël eigenlijk mee bezig is in het nu gestarte vredesproces. Het beantwoorden van die vraag wordt nog ingewikkelder door de stelling dat er geen eenduidige regering is die als eenheid hetzelfde doel nastreeft. Netanyahu zegt de tweestatenoplossing na te streven, maar zijn partij, de Likoed, is tegen. De partij van minister Naftali Bennett is ronduit tegen de tweestatenoplossing en minister Lapid zegt deze te kunnen aanvaarden. Dat is natuurlijk een absurde situatie die de onderhandelingen zwaar kan frustreren en in een uiterste geval kan doen mislukken. Daarom was het verstandig van Netanyahu aan het einde van het proces, wanneer dat afgesloten wordt met een akkoord, het resultaat inzet te maken van een referendum. Ik houd niet van referenda, maar in dit geval gaat het zonder meer om een verstandige manoeuvre.
Deze situatie alleen al maakt de vraag of de vrede een strategische doelstelling is of tactiek uiterst relevant. Afgelopen week werd met veel bombarie door de minister van Huisvesting, samen met de burgemeester van Jeruzalem, de eerste steen gelegd voor een bouwproject van 1200 huizen in Jeruzalem. De heer Uriel, minister van Huisvesting en lid van de partij Ons Joodse Huis, roept twee dagen voor het begin van de onderhandelingen dat deze huizen nog maar het begin zijn en dat Judea en Samaria nooit worden opgegeven. De loco-burgemeester van Jeruzalem staat buiten luidruchtig tegen deze uitbreiding te protesteren, terwijl zijn baas deelneemt aan de steenlegging. Wanneer het niet zo verdrietig zou zijn, zou ik het als een komische act kunnen zien. Doel lijkt in elk geval het vredesproces om zeep te helpen en in die zin wordt dat proces alleen een stuk tactiek om in elk geval de tweestatenoplossing omver te helpen. Is het dan onbegrijpelijk dat het isolement van Israël in de internationale gemeenschap toeneemt en is het dan zo moeilijk te begrijpen dat bij dit soort van manoeuvres Israël in de internationale verhoudingen altijd het loodje legt en het gezelschap tegenstanders en critici alleen maar helpt uitbreiden? Wat moeten de vrienden van Israël daar nog tegenin brengen?
Ik hoop vurig dat Nethanyahu ditmaal oprecht is wanneer hij zegt, niet voor de eerste keer, dat hij vrede als een strategisch doel nastreeft. Het proces richting vrede, wellicht ook in een aantal stappen gezet, zal uiterst complex zijn, vooral als het gaat om de ingewikkelde psychologie van het aanvaarden van grote concessies. Die concessies zullen alles inhouden wat uitgesloten wordt door diegenen die de tweestatenoplossing om zeep wensen te helpen. En dat alles door een regering die intern tot op het bot verdeeld is.