Ik had het voorrecht om verschillende redenen een paar dagen in Israël te zijn. Het is niet alleen dat merkwaardige gevoel dat mij nog altijd overmant zodra ik vanuit het vliegtuig de stranden van Tel Aviv zie opdoemen. Ik mag zeggen dat ik de vlucht Amsterdam-Tel Aviv al heel veel malen heb gevlogen, maar het gevoel van verrassing en ontroering is gebleven. Ik moet het maar aanvaarden, want een rationele verklaring heb ik niet.
Er verandert na de aankomst in het land nog iets. De blik die men in Amsterdam heeft van de Joodse wereld, is maar heel beperkt. Dat komt voornamelijk doordat in Israël tal van instituten en media aanwezig zijn die met een wijde strategische blik naar de wereld buiten Israël kijken en altijd weer een afweging maken wat de strategische betekenis is van al die incidenten, al die halve oorlogen, het geslepen optreden van Rusland, de afwezigheid van de Amerikanen aan het Syrische front, het conflict tussen Iran cum suis en Saoedi-Arabië cum suis, oftewel het conflict tussen de soennitische en sji’itische machtsblokken en ga zo door. De blik vanuit Israël op de wereld is een totaal andere dan het beeld dat een Amsterdamse bril oplevert.
Zo maakte ik middels de pers indirect mee wat de betekenis was van een grote conferentie met drieduizend deelnemers van de Federatie van Joodse Gemeenschappen van Noord-Amerika. Eenmaal in de vijf jaar komt deze zeer belangrijke joodse organisatie bijeen om de danmalige grote problemen te bespreken van de Joodse wereld, in het bijzonder van de gemeenschappen van Israël en de Verenigde Staten. Die verhouding is vooral heel cruciaal voor tal van grote belangen van Israël, omdat de Joodse gemeenschap van Amerika een machtsfactor van grote betekenis is. Zelfs dit simpele feit blijkt heel kort na het einde van de conferentie in Tel Aviv te worden overschaduwd door de afzichtelijke moordpartij tijdens een sjabbatdienst in een Amerikaanse synagoge. Niet minder dan elf doden vielen er in hun eigen sjoel. In het algemeen houd ik niet van riskante vergelijkingen, maar deze absurde gebeurtenis deed mij denken aan ontwikkelingen in de jaren dertig van de vorige eeuw in nazi-Duitsland, hoe onverstandig en onterecht het ook is een vorm van vergelijking te zien tussen de Verenigde Staten en het toenmalige Duitsland.
Het is de prangende vraag over de verhouding die mij al een tijd bezighoudt en welke nu in al zijn hevigheid en scherpte op de agenda stond bij die drieduizend Amerikaanse afgevaardigden in Tel Aviv. Tal van prominenten uit Israël en Amerika kwamen met verstandige adviezen, maar de vraag blijft prangend of de verhouding tussen het Amerikaanse en het Israëlische Jodendom inderdaad op ploffen staat. Die verhouding wordt bepaald door twee grote vraagstukken: de grote tegenstellingen in politieke visie binnen het Amerikaanse Jodendom sinds de verkiezing van Trump en de toenemende polarisatie binnen de Amerikaans-Joodse gemeenschap. En: de wellicht niet te matigen conflicten van een groot deel van het Amerikaanse Jodendom – met name de grote meerderheid van niet-orthodoxe conservative en reform Joden – met diverse regeringen van Israël, in het bijzonder waar het gaat om zeer gevoelige religieuze onderwerpen.
Uit tal van peilingen in de Verenigde Staten blijkt keer op keer dat de Amerikaans-Joodse gemeenschap voor zeventig procent Democratisch stemt en dat de afkeer van Trump groot is. De kleine minderheid van Joden die Republikeins stemt, lijkt zich steeds extremer op te stellen; neem bijvoorbeeld het feit dat rijke Republikeinen heel stevige financiële steun geven aan de kolonisten op de Westbank en hun aspiraties de Westbank te annexeren. Een Joodse stem voor of tegen Trump is ook een stem voor een verondersteld beleid van de Amerikaanse president ten aanzien van de bezette gebieden. Ik geloof bovendien dat de afkeer van de Joodse Democraten voor een Republikeinse president nog nooit zo heftig is geweest als nu bij president Trump. Joods Amerika wordt gespleten door de verkiezing van deze president die zoveel negatieve emoties oproept.
Het is verder opvallend hoe ook op het vlak van religieuze opvattingen – met betrekking tot de huwelijkswetgeving, de rechten van vrouwen, de gelijkheid van de niet-orthodoxe stromingen met de orthodoxe et cetera – de verhoudingen op scherp worden gezet, omdat gematigde Joodse Amerikanen het optreden van Netanjahoe en minister Naftali Bennett niet langer willen accepteren en zich daarover vandaag de dag in de meest scherpe bewoordingen uiten. Het meest riskante schijnt te zijn dat generaties jongere Joodse Amerikanen de sjoelgemeenschap minder en minder als hun religieuze uitvalsbasis zien. Sommigen zeggen zelfs dat van dit laatste een grote bedreiging uitgaat voor de kracht van het Amerikaanse Jodendom.
Ik geloof niet dat er bij beschouwing van het strategische vraagstuk van de verhoudingen tussen Israël en de Amerikaans-Joodse gemeenschap op dit moment veel reden tot optimisme is. Zou het op den duur kunnen meevallen? Ik durf het niet te zeggen, maar dat er heel veel inspanning moet worden verricht voor herstel, leek mij in Tel Aviv volstrekt helder.