Een aardige en oplettende lezeres wees uw columnist op een lang interview met de historicus Benny Morris, op 22 januari in Haaretz, die zich nu op zeventigjarige leeftijd terugtrekt in een klein dorp en het academische leven achter zich laat. Van dat laatste geloof ik niet veel, want Morris was zonder twijfel een van de actiefste Israëlische historici van de laatste dertig jaar. Samen met een paar andere jonge historici hoorde hij tot wat de “nieuwe historici” werden genoemd. Samen hebben die heren behoorlijk wat stenen in de vijver gegooid en flink wat rumoer in het Israëlische politieke leven veroorzaakt. Benny Morris werd bekend om en gevreesd voor de gevoeligheid van de thema’s die hij aan de orde stelde. Daar was in de eerste plaats zijn strijd tegen de Turkse opvattingen over wat er al of niet in de genocide van de Armenen gebeurde. Hij bewees de omvang van de genocide door eindeloos onderzoek in talloze archieven. Hii toonde ook aan dat de Turken in Armenië vrijwel de gehele christelijke bevolking hebben uitgemoord. De traditie van uitroeiing en moordpartijen zou zelfs tot in de tijd van Kemal Ataturk, in de twintigste eeuw, zijn voortgezet, terwijl Ataturk toch werd en wordt beschouwd als een verlichte leider die in Turkije bijvoorbeeld de scheiding van kerk en staat tot stand bracht.
Een belangrijke en omstreden verdienste van Morris was de wijze waarop hij eigenlijk de geschiedenis van het zionisme en de stichting van de staat Israël beschreef. Dat alles zéker op basis van een heel omvangrijk historisch onderzoek van een eindeloze reeks archieven van zeer verschillende aard. Laten we eerlijk zijn: het valt te vrezen dat die genuanceerde benadering van de stichting van de staat Israël toch dichter bij de waarheid is en was dan alleen de beschrijving van het heroïsche karakter van de Joodse bevrijdingsstrijd, welke het zionisme in Palestina voortbracht. Dat leidde ook tot opvallende ‘inzichten’ bij Morris: het ware beter geweest de ethnic cleansing, het opschonen van gebieden van bepaalde bevolkingsgroepen, veel drastischer te hebben aangepakt, om een echte scheiding tussen Joden en Palestijnen tot stand te brengen. Het huidige conflict lijdt nog altijd onder die fout.
Zo heeft Morris nog een ander inzicht: er zal nooit vrede komen tussen Joden en Palestijnen, omdat de Palestijnen, ondanks mooie woorden, niet bereid zijn ook maar een centimeter land op te geven ten gunste van de Joden. De stelling is niet nieuw. Bij heel wat Israëli’s komt het wereldbeeld dat zij van de Palestijnen hebben inderdaad neer op een onwrikbaar geloof dat geen enkele Palestijn te vertrouwen is en dat zij er allen uiteindelijk op uit zijn de Joden uit Palestina te verdrijven. Inderdaad zijn er talloze Palestijnse teksten die deze stelling onderbouwen.
Benny Morris blijkt nu een historicus te zijn die niet alleen het verleden analyseert en beschrijft, maar ook pretenties heeft met betrekking tot het voorspellen van de toekomst. Nu sta ik uiterst sceptisch tegenover wetenschappers die menen dat ook de toekomst voorspeld kan worden en wel op grond van waargenomen ontwikkelingen in het heden. Ik heb wel eens de indruk gehad dat bijvoorbeeld economen op dit punt krachtig voorop lopen en met enige precisie menen te weten welke economische ontwikkelingen zich zullen voordoen. Het is maar goed dat de meeste van deze ‘voorspellingen’ in een kast terecht komen en geen aandacht meer krijgen.
Voor wat betreft Benny Morris luidt die voorspelling: het einde van de staat Israël, die overigens wordt bestreden door de raspessimist Gideon Levy, journalist bij Haaretz. Eigenlijk vind ik zelf deze voorspelling te gek en te gevaarlijk voor woorden, maar zeker de moeite waard om nader te beschouwen. Morris kijkt naar de demografische ontwikkelingen in Israël en de bezette gebieden en zegt dat er een Arabische meerderheid zal komen die geen genoegen neemt met een Joodse aanwezigheid. Deze Arabieren zouden op het moment wachten dat zij, gesteund door de hele Arabische wereld, de macht kunnen overnemen, zodanig dat de Joden naar Amerika zullen vluchten.
De stelling is op veel goede gronden zeer betwistbaar, hetgeen ik in een volgende column wil aantonen. Helaas heb ik wel al gemerkt dat deze betwistbare stelling van Morris heel wat mensen de stuipen op het lijf jaagt. De invloed en meningen van historici van het type Morris mogen in dit geval best met aardig wat korrels zout worden genomen!!