Ik weet niet of er een samenhang is, maar vlak voor de 65e verjaardag van de staat Israël verschijnt een rapport van de OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, waarvan ook Israël lid is. Een groot aantal economische en niet-economische factoren is onderzocht. Israël komt uit het rapport redelijk gemiddeld naar voren, met uitzondering van elementen als economische groei, high tech, infrastructuur en hoger onderwijs. Tot zo ver niet veel nieuws, maar wel opmerkelijk wanneer men in ogenschouw neemt dat Israël vergeleken wordt met de vaak welvarende lidstaten van de OESO, bijna allemaal met een veel langere economische en sociale geschiedenis dan Israël, dat natuurlijk een heel korte geschiedenis heeft. In dat licht bezien kun je inderdaad zeggen dat Israël sinds het begin van zijn bestaan zeer bijzondere prestaties heeft geleverd, die naar mijn mening ver uitstijgen boven die van de meeste ontwikkelde landen.
Er zijn een paar factoren die meestal worden genoemd om het redelijk prettige bestaan in Israël behoorlijk te relativeren. De meest genoemde zijn dan: de vele oorlogen en conflicten met buren, die natuurlijk het gemiddelde van de andere ontwikkelde landen sinds de Tweede Wereldoorlog verre overtreffen. De financiële lasten van een dergelijk bestaan zijn niet te onderschatten en ik denk dat dan ook terug te zien in het betrekkelijk lage loonniveau in het land, de gebrekkige sociale voorzieningen, de kosten van levensonderhoud en het enorme tekort op de huizenmarkt, met als gevolg veel te hoge prijzen voor te kleine woningen. Zo men al een woning weet te bemachtigen!
Uit onderzoek, ook dat van de OESO, blijkt dat de bevolking van Israël een hoog geluksniveau heeft en daarmee tot de vijf gelukkigste landen in de wereld behoort. Ik begrijp daar niet veel van, zeker als men weet dat de verdeling van inkomen in het land, dat wil zeggen het verschil tussen de hoogste en laagste inkomens, tot de allerslechtste in de wereld behoort, samen met de Verenigde Staten. Hoe de zestien Israëlische miljardairs elke maand rond komen, begrijp ik nog wel, maar hoe de honderdduizenden gezinnen dat doen met 1200 euro in de maand, dat vermag ik niet te begrijpen. Voordat het mij weer verweten wordt: het is mij bekend dat de gemiddelde arbeidsproductiviteit in Israël omlaag wordt gehaald door de lage productiviteit van Israëlische Arabieren en de extreem-orthodoxe baardmannen die veelal op de zak van de staat leven, afgedwongen door politieke manipulatie.
Toch staat het buiten kijf dat de bevolking van Israël een hoog geluksgevoel heeft, hetgeen simpelweg betekent dat het leven in Israël mensen, ondanks alles, gelukkig maakt. Het is een observatie die ik al vele malen heb gemaakt, maar die ik altijd weer onderdruk, want in een land dat aan zo veel spanningen bloot staat, kan het toch niet anders zijn dan dat geluk op een laag pitje staat. Dat geluk schijnt zelfs aanstekelijk te zijn, want ik heb al vaak van bezoekers gehoord dat zodra zij voet op Israëlische bodem zetten, inderdaad een soort van geluksgevoel opkomt. Zo in de trant van thuiskomen. Ik kan niet ontkennen dat bij de vele malen dat ik voet op Israëlische bodem zette (tot enkele jaren geleden nog echt op het vliegveld Lod) ik ook iets van een gevoel van tevredenheid ervoer. Zo iets zal het wel zijn.
Maar waar kan dat geluksgevoel dan vandaan komen? Vermoedelijk is het zo dat het geluksgevoel niet per sé valt af te leiden uit financiële en economische factoren (geld maakt niet gelukkig!) Misschien is het zelfs zo dat het geluksgevoel de resultante is van, in de eerste plaats, een aantal niet-materiële elementen die in Israël rijk voor handen zijn. Ik noem: gezins- en familieleven, de aanwezigheid van een overheersende ideologie: het zionisme, de saamhorigheid van grote groepen mensen met een min of meer identiek groepsgevoel, en tot slot het klimaat. Dat laatste is van grote betekenis omdat het land, met alle andere landen rond de Middellandse Zee, waarschijnlijk in één van de beste gebieden op aarde ligt, gemeten aan klimaatomstandigheden.
Ik vertrek morgen naar het Heilige Land en zal deze keer eens extra op het geluksgevoel letten. Ik zal volgende week laten weten wat ik gevonden heb.