Vorig jaar overleed een man die ik zeer bewonderde: David Landau, de journalist, de voormalige hoofdredacteur van Ha’aretz en schrijver. Ik heb hem eenmaal ontmoet. Er zijn mensen die je eenmaal ontmoet en nooit meer vergeet. Charsima heet dat en David Landau, een prettig orthodoxe en liberale man, was er zo een.
Vorige week overleed zeer plotseling de politicus en journalist Jossi Sarid. Hem mocht ik nooit ontmoeten en toch had ik een gevoel van sterke verwantschap met deze grote Israëli die veel voor heel wat mensen heeft mogen betekenen. Voor schrijver dezes ook en ik zal een poging doen dat uit te leggen. Dat is niet eenvoudig want Jossi Sarid was een begaafd, en naar ik begreep ook een lastig en koppig mens die allesbehalve snel van een ingenomen standpunt afstand nam. Ik houd van dat soort mensen! In deze eigenschap ligt natuurlijk niet de grote betekenis van Sarid, hoewel het wel een eigenschap is die helpt bij het uitdragen van een soort boodschap. De boodschap van Jossi Sarid was er niet één maar het waren er meer.
Jossi Sarid heb ik in de loop der jaren gevolgd als lid van de Knesset, als minister, als een bevlogen zionist, als kenner van de Joodse geschiedenis en van Tenach, als een strijder voor een rechtvaardige vrede tussen de Israëliërs en de Palestijnen en ten slotte als een groot liberaal leider. Hij verenigde in zich, dat is ook de kern van mijn bewondering voor hem, vele eigenschappen van Israël en het Joodse volk die hem tot een soort van uniek geheel maakten zonder ook maar ergens radicaal en onverdraagzaam te worden. Hij vertegenwoordigde het beste wat men in Israël kan vinden!
Hij was geen ontkenner van de betekenis van Tenach of Joodse wet. Met respect wilde hij deze basiselementen van de Joodse geschiedenis behouden in het moderne Israël, maar zonder radicalisme of onverdraagzaamheid, vertaald in zijn essentie in deze tijd. Zijn zionistische overtuiging sloot een oplossing voor de Palestijnen geenszins uit. Ik kreeg de indruk dat volgens hem het zionisme niet kon voortbestaan zonder een oplossing voor de Palestijnen. Ik herinner mij zijn columns in Ha’aretz, vol van venijn tegen het kapitalistische Israël, dat de idealen van de oprichting van de Staat vergeten was en voor de aanhangers ervan slechts hebzucht en zakkenvullerij betekende. Zijn keuze voor de sociale strijd, voor de idealen van het socialistische Israël, zijn vlijmscherpe kritiek op de Netanjahoe’s en miljonairs uit Israël en Amerika gaven mij het gevoel dat hij ondanks voortgaande strijd, toch een bitter man was geworden. Verdrietig ook omdat hij zijn grote sociale en liberale idealen ten gronde zag gaan. Niet voor niets was hij een van de steunpilaren van de grote sociale beweging van enkele jaren geleden van de Rothschildstraat in Tel Aviv, waarvan hij gehoopt had dat deze de kern zou gaan vormen van een nieuw sociaal Israël.
Jossi Sarid stierf op 75-jarige leeftijd aan een hartaanval. Hij werd in een kibboets begraven in Midden-Israël. Misschien bracht hij met de keuze van zijn graf tot uiting wat de kern was van zijn idealen. Misschien was hij een man van een voorbije generatie in Israël. Ik vrees dat dit zo is. Dat maakt mij des te verdrietiger.