Afhankelijk van wie telt, heeft Amerika de grootste Joodse gemeenschap in de wereld, groter ook dan de Joodse gemeenschap in Israël. De tellingen die ik ken, lopen uiteen van 5,5 miljoen tot 7 miljoen. In die tellingen zijn vervat de vele schakeringen die het jodendom kent in de Verenigde Staten. Die schakeringen lopen van verwaterd, zeer geassimileerd jodendom tot de extreme orthodoxie in wat lijkt, zoals ook elders, een soort van Joods getto in de grote steden. Op zichzelf is deze brede, zeer geschakeerde Joodse gemeenschap al fascinerend genoeg. Terwijl hier in Nederland of België de Joodse gemeenschappen klein zijn en in het beste geval redelijk georganiseerd, is de Amerikaanse Joodse gemeenschap goed georganiseerd en uiterst invloedrijk in de belangrijke politieke circuits van de Verenigde Staten. Zo had ik het voorrecht enkele jaren geleden een paar keer deel te mogen nemen aan vergaderingen van het American Joint Distribution Committee, een soort van Joods Maatschappelijk Werk, maar dan groot en wereldwijd. De verschillen liggen voor de hand!
Het Amerikaanse jodendom heeft mij ook altijd vervuld van een soort van trots. Vooral omdat de politieke invloed middels tal van instituten groot is. De Amerikaanse Joodse gemeenschaap heeft in veel opzichten ook een grote academische traditie, waardoor alle belangrijke en ook minder belangrijke universiteiten grote aantallen Joodse studenten en hoogleraren hebben. Zoals altijd vertaalt kennis zich in invloed. De enorme zakelijke traditie van diezelfde gemeenschap heeft velen tot grote en invloedrijke zakenmensen gemaakt. Anders gezegd: tal van Joden in de Verenigde Staten werden uiterst succesvolle kapitalisten, terwijl - hoewel minder bekend - de Amerikaanse vakbeweging toch opvallende Joodse wortels heeft in de 19de en 20ste eeuw.
Dezelfde succesvolle Joodse kapitalisten kenden tegelijkertijd hun maatschappelijke plichten, geenszins in de christendemocratische of sociaal-democratische traditie door het pleidooi voor maatschappelijke verandering ten gunste van grotere gelijkheid, maar wel dat van teruggeven aan de maatschappij. In Joodse termen: door het doen van tsedaka. Die traditie heeft geleid tot een omvangrijk systeem van liefdadigheid op tal van terreinen.
Ik behoor tot diegenen die ondanks de mogelijke bezwaren, toch een vorm van trots voelen voor het enorme succes van deze gemeenschap van vervolgden en immigranten.
Nu ziet het er naar uit dat in het Amerikaanse jodendom, dat voor de belangen van Israël van zo eminent belang is, toch een splitsing dreigt te komen langs politieke lijnen. Deze crisis is zichtbaar geworden in de wijze waarop The Conference of Presidents zeer onlangs is omgegaan met een nieuwe succesvolle organisatie met de naam J-Street. Deze Joodse organisatie is voortgekomen uit meestal seculiere en Democratische groepen Joodse Amerikanen die in de eerste plaats steun voor Israël mobiliseerden, zoals het fameuze AIPAC, maar ook uiting gaven aan andere opvattingen dan die traditioneel uit de Amerikaans-Joodse gemeenschap gehoord werden. Grosso modo kan men zeggen dat AIPAC, zoals ook de Conference of Presidents, simpelweg achter de opvattingen stond zoals zij werden geuit door opeenvolgende Israëlische regeringen. Het bezettingsbeleid is begrijpelijkerwijze het centrale thema geworden van de Israëlische politiek, en hierin is J- Street omstreden omdat zij zich daartegen heeft geuit en voorstander is van een tweestaten-oplossing. Datzelfde J-Street, gesteund door de Amerikaanse Reformbeweging die bij verre de grootste Amerikaanse Joodse beweging is, vroeg onlangs het lidmaatschap aan van de Conference of Presidents, de overkoepelende Joodse organisatie van Amerika en werd afgewezen. Daarmee is een belangrijke en onvermijdelijke splitsing opgetreden in het Amerikaanse jodendom over de vraag op welke wijze het belang van vrede voor Israël wordt nagestreefd: voor of tegen bezetting en voor of tegen een tweestaten oplossing.
Niet erg lang geleden bepleitte ik in een naar nationaliteit gemêleerd gezelschap de tweestaten oplossing. Een naar mij verteld werd zeer belangrijke Amerikaanse Joodse activiste stoof na het debat op mij af en maakte mij luid uit voor communist. Eigenlijk had ik gehoopt dat Amerikanen al een tijdje niet meer dachten langs dit soort verouderde domme vooroordelen, hetgeen nog niet zo lang geleden heel anders was. Ik vrees dat de enorme tegenstellingen die nu zichtbaar worden in het Amerikaanse jodendom wel degelijk te maken hebben met het verschil tussen conservatisme en moderniteit, met het verschil ook tussen de opvattingen van de steeds conservatievere (Joodse) Republikeinen en hun tegenstanders de progressievere (Joodse) Democraten. Daarbij krijgt men de indruk dat dit debat ook van betekenis is voor de wijze waarop jonge Amerikaanse Joden hun identiteit beleven, in het bijzonder daar waar het gaat om verantwoordelijkheid te voelen en te nemen voor de toekomst van Israël, waarin de verenigde Staten zo’n belangrijke rol spelen.
De weigering van de Conference of Presidents om J-Street in haar rijen op te nemen, is een grote ideologische en politieke miskleun met waarschijnlijk grote gevolgen voor de eenheid van het Amerikaanse jodendom. Nu het ernaar uitziet dat de Amerikaanse regering de buik vol heeft van het gedonder tussen Israëli’s en Palestijnen, is het zaak dat in de grote en machtige rijen van het Amerikaanse jodendom goed wordt geformuleerd waar men voor staat. Gerust ben ik geenszins!