Ik heb geen vreugde beleefd aan de chaos bij de NIHS, de Joodse gemeente Amsterdam, over de uitspraken over homoseksualiteit van rabbijn Arjeh Ralbag, ook de opperrabbijn van Amsterdam genoemd. Ralbag is een aardige man die zelfs aandacht besteedt aan een ongelovige als ik en dat betekent in mijn ongelovige ogen heel wat. De goede man is echter ook iemand van wie men zich kan afvragen of hij, met zijn achtergrond: die van een zeer orthodoxe man uit het meest orthodoxe deel van New York, wel de meest voor de hand liggende rabbijn was om spirituele leiding te geven aan orthodox Amsterdam. En dat alles op basis van werkafspraken die niet anders dan tot problemen moesten leiden. Ik meen dat de opperrabbijn zijn hoge roeping één week per zes weken in Amsterdam zou uitoefenen. Heeft mij dus vanaf het eerste begin een zinloze en doodlopende weg geleken, omdat geen mens en ook niet een eventuele supergeniale rabbijn, op deze wijze zou kunnen functioneren. Het is dus in de afgelopen weken helemaal fout gegaan. De rabbijn verkondigt een opvatting die niet nieuw is, namelijk dat een homoseksueel een ziek persoon is die genezen moet worden. Een opvatting die geheel past in de leef- en denkwereld van de orthodoxie. Daar hoeft niemand van te schrikken want er is geen jota nieuws aan deze mening. Vervolgens besluit een incompetent bestuur niet tot de-escalatie maar tot escalatie, schorst in het openbaar niet de rabbijn, maar de opperrabbijn van Amsterdam, waar immers een illustere voorganger rabbijn Schuster was. Geen kleinigheid dus! De rel die volgt is bijna niet te beschrijven, want uiteraard schrijven alle grote en invloedrijke kranten in Nederland over dit achterhaalde gedoe bij de NIHS. In Nederland hebben wij gelukkig ten aanzien van homoseksuelen langzamerhand een tolerant klimaat gekregen, maar dat alles was bij het rabbinaat nog niet doorgedrongen. Grote rel dus met de grote leider Eisenmann, de voorzitter van het bestuur, aan de stuurknuppel. Voor een ieder die desondanks de NIHS een goed hart toedraagt, allesbehalve een verheffend schouwspel!
De opperrabbijn in zijn wijsheid weigert naar Amsterdam te komen want hij had vast nog wat belangrijks te doen in Israël. Een choepa of een gesprek met de extremisten van het Israëlische opperrabbinaat, in elk geval vormde een onmiddellijke vlucht naar Amsterdam geen prioriteit. Dan breekt toch mijn klomp wanneer op 2 februari de kranten laten weten dat Arjeh Ralbag toch nog even tijd heeft gevonden om aandacht te besteden aan zijn schaapskudde in Amsterdam, want hij laat weten dat het geheel op een misverstand berust, dat homoseksualiteit een leefwijze is als elke andere en dat orthodoxe homoseksuelen van harte welkom zijn en met liefde moeten worden opgenomen in de Joodse gemeente. Kan het nog mooier of liever nog erger = wat een gehuichel, wat een gedraai, wat een zooitje!
Deze oplossing was mijn oplossing geweest voor dit drama: De opperrabbijn had vast moeten houden aan zijn opvatting. Daarin werd hij inclusief dreigementen immers gesteund door een of andere Europese organisatie van baardmannen met een rabbijnentitel die ver staan van het leven van deze tijd. Dat is hun goed recht, evenals zij het recht hebben deze dwaze opvatting over homoseksualiteit te verkondigen. De opperrabbijn had tegen het bestuur van gezagvoerder Eisenmann moeten zeggen dat hij ontslag zou nemen wanneer het bestuur hem niet zou steunen, want Eisenmann gaat niet over de Halacha. Het bestuur had moeten zeggen dat wanneer Ralbag van mening zou veranderen, het bestuur gedwongen zou zijn hem te ontslaan want wij Nederlanders houden niet van spirituele draaikonterij.
En vervolgens moet die verfoeilijke constructie van een opperrabbijn op parttime basis in New York opgeblazen worden evenals de NIHS zelve. Laat er gescheiden een clubje komen van super-orthodoxen, de baardmannen van Joods Amsterdam en daarnaast van gematigd orthodoxen, die midden in deze tijd staan, die aantrekkingskracht hebben op een grote groep mensen die uitkijken naar een gematigde orthodoxe gemeente en waar homoseksuele of lesbische medejoden oprecht welkom zijn.