De Polen, Israël en de Sjoa

Harry van den Bergh z”l

vrijdag 9 februari 2018

Er brak naar mijn smaak een beschamende rel uit tussen Polen en Israël met de Sjoa als middelpunt van een misselijke discussie. Niet alleen de toon waarop wordt ‘gedebatteerd’ leek mij beneden elk peil, maar ook de manier waarop wordt gesproken en geschreeuwd over de verantwoordelijkheid voor de doden van de Sjoa. De Israëlische minister van Onderwijs Naftali Bennett zegde een reis naar Polen af, waar hij studenten, politici en journalisten zou voorlichten over de Poolse verantwoordelijkheid voor ongeveer 200.000 omgekomen Joodse Polen. Hij was niet uitgenodigd door de Poolse regering en deze liet Bennett weten dat hij niet welkom was. Hij bleek uitgenodigd te zijn door de Brits-Joodse ondernemer Daniel, die afwisselend in Israël of Polen verblijft. Deze mijnheer Daniel maakt zich sterk voor de Pools-Israëlische betrekkingen, waaraan wellicht nog heel wat te verbeteren valt.

Polen is natuurlijk een kwetsbaar land als het gaat om de Sjoa. De ‘uitvoering’ van de Sjoa vond grotendeels in Polen plaats. Van de enorme Joodse gemeenschap in Polen van voor de Tweede Wereldoorlog werden 2.3 miljoen mannen, vrouwen en kinderen in vernietigingskampen in Polen vermoord. De wijze waarop eeuwenlang Poolse Joden in hun eigen land werden behandeld, lijkt in Polen uitgevonden. Er is geen twijfel over dat het katholieke Polen zwaar boter op het hoofd heeft als het gaat om antisemitisme en discriminatie. Daarbij moet worden gezegd dat ook Polen aanzienlijke inspanning heeft gedaan om een vorm van spijt te laten zien en de kleine Joodse gemeenschap in staat heeft gesteld zich te ‘herstellen’, wanneer dat al mogelijk zou zijn geweest na wat er is gebeurd. Ook zijn de betrekkingen met Israël na de val van het communisme sterk verbeterd. Naar mijn indruk lijkt het natuurlijk niet op de wijze waarop de Duitsers aan Wiedergutmachung hebben gedaan, maar de Polen zijn zich ervan bewust dat de grote Duitse kampen zich op hun grondgebied bevonden.

In de beschamende rel die is uitgebroken, gaat het volgens mij niet over de vraag of er in Polen is gemoord is, maar over de vraag wie verantwoordelijk waren, en in welke mate de Polen zelf. Er is ook geen twijfel dat Polen zich verzet hebben. De mate waarin is een kwestie van waardering, zoals dat ook in Nederland het geval was, maar feit is dat Yad Vashem een aantal Polen tot “rechtvaardige” heeft uitgeroepen.

De rel gaat over een belangrijk en kwetsbaar aspect van het gesprek over de verantwoordelijkheid van de Polen voor de Sjoa. Daarbij gaat het ook over de vraag hoe en wanneer de volle verantwoordelijkheid al dan niet uitsluitend bij de Duitsers terecht zou moeten komen en in welke mate bij de Polen. Een dergelijke vraag vereist afgewogen studies, zonder een vooropgezet eindoordeel, en een moedig gesprek over medeverantwoordelijkheid van de Polen zelf.

In de huidige situatie in Polen komt daar zeer zeker ook het vraagstuk bij van krachtig Pools nationalisme en de betekenis daarvan voor het historische debat over de Sjoa. Het lijkt erop dat na de val van het communisme en de aansluiting van Polen bij het Westers bondgenootschap en bij de Europse Unie Polen gaat voor een revival van de Poolse eigenheid, nationalisme genoemd. Ik begrijp heel goed dat mede door dit nieuwe nationalisme de rol van het land in de Sjoa van immense betekenis is: schuldig of niet, en zo ja, in welke mate.

De Polen menen een oplossing te hebben gevonden voor de pijnlijkheid van het debat door bij wet te bepalen dat eenieder die niet over de feiten spreekt en dus ten onrechte zou beschuldigen, strafbaar is. Dat is een heel gevaarlijke weg. Wetgeving over de vraag wat de waarheid is, is een foute en onmogelijke weg. Het is aan de historici om de historische waarheid zo nauwkeurig mogelijk te bepalen. En dan nog, want het eens worden over de waarheid is zeer hachelijke zaak. Zelfs wanneer men het niet eens blijkt te zijn, is het van belang met voorzichtigheid te spreken. Wat heel onverstandig is, is het introduceren van dwingende wetgeving. Wat voor een minister van het Israëlische kabinet ook heel onverstandig is, is om met de bravoure en het gebrek aan wellevendheid die Naftali Bennett eigen zijn, een reis naar Polen aan te kondigen, zonder medeweten van de Poolse regering, om tal van mensen en instellingen de waarheid over de Sjoa in Polen te komen verkondigen. Geen regering zou dat pikken, zoals de Nederlandse regering enkele maanden geleden de komst van Turkse bewindslieden niet pikte vanwege een verkiezingscampagne in Turkije. In de verhouding tussen staten is bij voorkeur en bijna altijd diplomatie het beste middel.

De verhouding tussen Polen en Israël is nu op een heel gevoelig punt vertroebeld, hetgeen bij een verstandige aanpak nooit had horen gebeuren. Beide regeringen hadden zich nooit mogen laten leiden door riskant nationalisme, met nog riskantere claims over de waarheid. De historici moeten nu eerst aan tafel!

7 + 1 = ?
In de EO film over Sobibor konden we onlangs zien dat de nabestaande van David Zak, Lies Caransa het naamplaatje dat van hem is gevonden bij de opgravingen op het terrein van Sobibor niet eens mocht aanraken laat staan toegezonden krijgen. Het zou in een geheime kast in Lublin worden bewaard tot het eens- wanneer? - kon worden tentoongesteld in het museum. Polen eigent zich daarmee eigendommen en overblijfselen van vermoorde joodse Nederlanders toe op een manier dat we kunnen spreken van een "Pools" kamp. Als Polen niet wil dat we het over een Pools kamp hebben en zelfs het woordgebruik strafbaar stellen lijkt me dat dit type confisquering niet zou mogen bestaan.
Ik ben het volkomen eens met dit artikel. Permiteer mijn een kleine aanvulling: het zijn niet (slechts) een aantal Polen, die onderscheiden zijn door Yad Vashem, maar de meerderheid van de "Righteous under the Gentiles".

Columns 2020

Columns 2019

Columns 2018

Columns 2017

Columns 2016

Columns 2015

Columns 2014

Columns 2013

Columns 2012

Columns 2011

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.