Men moet wel een echte optimist zijn om te denken dat het Palestijns-Israëlische vredesproces op korte termijn nog een kans van slagen heeft. Ik behoorde tot de categorie van ‘eigenwijzen’ die een jaar geleden werkelijk hoopten en verwachtten dat het door de Amerikaanse president gestarte onderhandelingsproces wel tot iets moest leiden als vooruitgang in de verhoudingen tussen Israëli’s en Palestijnen. Ik meen nog steeds dat elke rationele analyse van belangen, hoe divers en soms tegenstrijdig, tot slechts één conclusie kon leiden: de opdeling van Palestina in een staat Israël en een staat Palestina is de enige verstandige en rechtvaardige uitweg uit een conflict dat te lang heeft geduurd en dat schadelijk is voor de direct betrokkenen en dat risico’s inhoudt voor de geopolitieke verhoudingen in de wereld.
Soms heb ik getwijfeld aan de oprechtheid van Netanjahoe. Soms heb ik getwijfeld aan de oprechtheid van Mohammed Abbas, maar dan kwam ik toch weer tot de conclusie dat ook voor hem de enige keuze die van de tweestaten-oplossing was. In Israël zag men in de laatste jaren ontegenzeggelijk een radicalisering van de tegenstanders van de tweestaten-oplossing en een sterker worden van de kolonisten die uit waren, en zijn, op een annexatie van de Westbank in Israël. Men kan ook zeggen dat in Israël in kringen van kolonisten en traditionele religieuze groepen het bewustzijn van het oorspronkelijke zionistische ideaal - heel het beloofde land voor de Joden - een belangrijkere ideologische inspiratiebron werd. In de Knesset zitten grote politieke partijen die openlijk pleiten voor de annexatie van de Westbank, ongeacht de politieke gevolgen daarvan, zowel regionaal als ook internationaal.
Het lijkt wel of zich aan Palestijnse kant, sinds en ondanks de Oslo-akkoorden, ook een radicalisering heeft voorgedaan, wanneer men ten minste van de veronderstelling uitgaat dat het Palestijnse politieke denken, althans dat van Fatah, ook een periode heeft gekend van matiging. De acceptatie van de Oslo-akkoorden was daar in belangrijke mate ook de uitdrukking van.
Wij weten niet veel over het verloop van de onderhandelingen omdat verrassenderwijs alle betrokkenen zich behoorlijk hielden aan de afspraken over de vertrouwelijkheid. Wat nu wel duidelijk is geworden uit de uitspraken van minister Kerry, is dat beide partijen geen duimbreed hebben ingeschikt op de belangrijkste punten van het overleg: grenzen, vluchtelingen, nederzettingen en de voortgaande bouw van nieuwe huizen. Ik durf de stelling aan dat de sterkere ideologisering van beide partijen waarschijnlijk al op voorhand de kans op succes toch geringer heeft gemaakt dan althans ingeschat door deze columnist. Men kan mij tegenwerpen dat het enigszins naïef was te veronderstellen dat de hang naar de klassieke vooroordelen door Israëli’s en Palestijnen van minder betekenis was geworden en daarmee de kansen op een compromis groter.
Het heeft niet zo mogen zijn, zo lijkt het voorlopig. Ik vermoed dat de Amerikanen woedend zijn en zo langzamerhand hun buik vol hebben van die twee eigenlijk heel kleine volken die maar niet bereid zijn het verstand te laten prevaleren. In tegendeel, president Abbas herstelt op het dieptepunt van het proces de band met Hamas, de gehate terreurorganisatie, waarvan men zich niet kan voorstellen dat deze enige positieve invloed kan hebben op het vredesproces. Hamas, de terroristen, de Moslimfundamentalisten, de onderdrukkers van hun eigen volk in Gaza en de moordenaars die de lichamen van veroordeelden achter motorfietsen door de straten van Gaza slepen. Deze lieden zijn de nieuwe vrienden van Abbas en samen zijn zij bereid te streven naar vrede.
Het lijkt inderdaad zo te zijn dat zelfs de Israëlische inlichtingendienst van het overleg tussen Fatah en Hamas niets wist. Dat is verrassend, maar niet zo belangrijk. Abbas heeft tussentijds de spelers op het schaakbord veranderd en Israël en de Verenigde Staten bedonderd. Het kan niet anders dan dat Abbas wist en kon verwachten dat met deze daad de maat vol was en het vredesoverleg ten einde.
Sterker nog: het ingezette overleg is door de Palestijnen nooit oprecht gevoerd, omdat zij menen dat zij in de Verenigde Naties kunnen krijgen wat zij niet kunnen krijgen door vredesoverleg. Ik vrees dat dit de voorop gezette bedoeling was en daarom is Abbas een bedrieger.