Bij het openslaan van het NIW van vorige week was het even slikken bij de rubriek die Rabbijn Raphael Evers verzorgt. Ik lees die rubriek, evenals die van tegenpool Rabbijn Menno ten Brink, maar deze keer herlas ik de kop van de column om vast te stellen dat ik las wat ik las. De kop was: socialistisch of kapitalistisch. Er stond noch een punt, noch een vraagteken, noch een uitroepteken achter en het lijkt mij het meest voor de hand liggend om de kop in de vragende vorm te interpreteren. Ofwel: is de Tora socialistisch of kapitalistisch?
Ik heb het artikel aandachtig gelezen en ik sluit niet helemaal uit dat een koppenmaker een kop heeft gemaakt die niet helemaal op de inhoud van het stuk slaat. Die maffe fout kan zelfs in het NIW gemaakt worden, zoals in alle dag- en weekbladen. Het kan ook best zijn dat de thema’s die Raph Evers in zijn stuk behandelt, bedoeld zijn om die interessante vraag te beantwoorden of daar tenminste een begin mee te maken. Zelfs in het geval aan het klassieke jodendom niets socialistisch of kapitalistisch is, dan nog is een interessante observatie dat nogal wat opvallende Joden in de loop der geschiedenis een rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van het socialisme en het kapitalisme. Toeval? Wellicht, maar zeker de moeite van het vermelden waard.
Zelf heb ik, zo seculier als ik toch ben, een aantal jaren boeiende lessen gevolgd bij Rabbijn Evers. De ervaring van het lernen, zo centraal in het jodendom, kan ik iedereen aanbevelen omdat lernen het elementaire inzicht verschaft in de wijze van denken van het religieuze jodendom. Onze religie, onze Joodse filosofie, ons Joodse denken kent op tal van plaatsen begrippen die te maken hebben met de inrichting van de gemeenschap en met het gedrag van degenen die daartoe behoren. De overgang van het polytheïsme naar het monotheïsme, zo typerend voor het jodendom, bracht in de loop der tijden een groot aantal gedragsregels met zich mee, te beginnen met de Tien Geboden. Gedragsregels vindt men op veel plaatsen in de Joodse literatuur en daaraan is het te danken dat het jodendom vaak ‘wettisch’ is genoemd. Veel van die gedragsregels zijn achterhaald en worden in deze tijd niet meer toegepast. Zeker is dat die gedragsregels een grote invloed hebben gehad op tal van richtlijnen en wetten van de latere, moderne maatschappij.
Jaren geleden, op het hoogtepunt van mijn persoonlijke behoefte aan Joodse kennis, bezocht ik met de kerstdagen het Jarche Kallo in het Cheider in Amsterdam. Ik dacht daar een gezelschap te treffen dat openstond voor gedachtevorming buiten de eigen plat getreden paden. Ik hoorde ook om een andere reden niet thuis in dit strikt orthodoxe gezelschap: mijn kennis van zaken kon in de verste verte niet reiken aan waar ik daar op stuitte. ’s Avonds, tijdens een lezing, stond het thema van tsedaka op de agenda, besproken door de Engelse rabbijn Lewis (een andere dan die een tijdje orthodox Amsterdam onveilig maakte!) Bekenden van mij, onder wie Raphael Evers, daagden mij uit om te reageren op de Engelse rabbijn, want hier hoorden wij het bewijs van het feit dat het jodendom zich wel degelijk had ontwikkeld en zelfs over een begrippenapparaat beschikte dat aansloot bij het moderne socialisme, cq de sociaal-democratie. Het laatste bestreed ik in het debat en dat leidde natuurlijk tot niets. Van de 45 aanwezigen was ik de enige die het met mij eens was! Daarna ben ik nooit meer naar een Jarche Kallo gegaan. Het lernen is ook veel minder geworden.
Nu dan opnieuw in alle ernst. Het is inderdaad een fascinerende vraag of het jodendom op enigerlei wijze in de buurt komt van het socialisme of het kapitalisme. Ik zou daar graag de opinie van rabbijn Evers eens over horen, hoewel ik vermoed wat zijn (waarschijnlijk juiste) conclusie is: de Tora biedt een geheel eigen kader dat uniek is en dat ook geen vergelijking behoeft met enige ideologie van de moderne tijd. Wanneer dat al zo is, dan blijven nog steeds een paar boeiende vragen over. Laat ik mij beperken tot het democratische socialisme en het communisme. Ik weet niet of ooit iemand een proefschrift heeft geschreven over die fascinerende vraag waarom in de geschiedenis van die ideologieën zo vaak mannen en vrouwen een rol hebben gespeeld die van (zeer) Joodse afkomst waren. In Rusland, in de Verenigde Staten, in Europa, in Nederland zijn tal van Joden geweest die een vooraanstaande rol hebben gespeeld in deze maatschappijhervormende bewegingen. Hoe komt dat? Ik denk niet dat de inspiratie van veel van deze denkers gevonden moet worden in de Tora en andere Joodse wetgeving. Veeleer geloof ik dat hun inspiratie gevonden kan worden in de gangbare maatschappelijke verhoudingen en vooral de kritiek daarop. Voor zover er bij deze ideologen kennis was van Tora en Joodse wetgeving, denk ik eerder dat hun kritiek daarop of ook onbegrip erover een bron is geweest voor het formuleren van een ander, zo u wilt alternatief denkkader. Socialisme en kapitalisme bestrijken een totaal ander denkkader en het is maar beter de Tora daar buiten te houden.