Kranten over de hele wereld staan van tijd tot tijd bol van het nieuws over de ontwikkeling van een atoombom door Iran. Minder vaak, geheel ten onrechte, is er aandacht voor de vraag of Iran nu of op termijn over de overbrengingsmiddelen beschikt om een nucleair projectiel te kunnen afvuren en enig land in de wereld vernietigend te raken. Een normaal mens huivert alleen al bij de gedachte dat gevaarlijke dwazen in Teheran zoiets serieus overwegen of dat er sprake is van een vreemd soort propaganda. Propaganda? Mogelijk, maar geen reden om niet alle antwoorden die er voor een dergelijk gevaar bestaan serieus te overwegen en in kaart te brengen.
Israël is natuurlijk het eerste land dat iets dergelijks doet, omdat de antisemieten in Teheran er geen twijfel over hebben laten bestaan dat het land het eerst mogelijke doel zou (kunnen) zijn. Tal van andere, vooral westerse en niet-sjiïtische islamitische landen maken zich grote zorgen en beraden zich wat tegen deze fatale ontwikkeling kan worden gedaan. Helaas is de wereld verdeeld, want Rusland en China nemen niet deel aan het front tegen Iran en verzwakken mogelijke tegenmaatregelen. Een bijkomend probleem is dat Iran een belangrijke rol speelt in de olievoorziening, van het westen in het bijzonder, en een mogelijke Iraanse tegenmaatregel zou een blokkade kunnen zijn van de toegang tot de Perzische Golf. Een blik op de kaart laat onmiddellijk zien welke Golfstaten getroffen zullen worden.
Het gaat dus zonder twijfel om een sombermakende kwestie, deze nucleaire Iraanse ontwikkeling, die in toenemende mate gesteund wordt door bewijsmateriaal van het Atoomagentschap van de VN. Keer op keer is Israël het land dat zich het actiefst bemoeit met tegenmaatregelen. En uiteraard terecht!
Het aantal westerse landen dat de grootst mogelijke aarzeling heeft over een preventieve aanval op de nucleaire installaties in Iran door (vooral) Israël lijkt toe te nemen, terwijl ook ín Israël het debat heftige vormen heeft aangenomen en er scherpe tegenstellingen zichtbaar zijn geworden tussen de (ex-)autoriteiten die verstand van zaken menen te hebben.
Ondertussen voert Israël de druk op door grootscheepse oefeningen te houden die een voorbereiding lijken te zijn op een militaire actie tegen Iran.
De eerste optie van Israël lijkt een preventieve aanval te zijn. Ik denk dat die in het Midden-Oosten tot reacties zal leiden die een ramp voor Israël kunnen inhouden: een Iraanse tegenaanval en grootscheepse aanvallen door Hezbolla en Hamas met dekens van raketten richting de steden van Israël. Ik huiver bij de gedachte!
Ik denk dat er voor Israël een andere optie is, één die lijkt op de strategie van de NATO en in het bijzonder van Amerika, Engeland en Frankrijk gedurende de jaren van de Koude Oorlog. Deze strategie, aanvankelijk in de vorm van massive retaliation (een grote klap ineens op de Sovjetunie) werd verfijnd door de (theoretische) strategie van het 'gepaste antwoord', wat inhield dat, afhankelijk van de omvang van een aanval of dreigen daarmee, een nucleair antwoord zou worden gegeven vanuit het oosten. Onzekerheid over wat er zou kunnen gebeuren was de kern van de zaak. Omdat geen van de betrokken partijen uiteindelijk het risico wilde nemen, heeft deze strategie de gewapende vrede tussen Oost en West vele jaren gediend.
Wat heeft dit nu met Israël te maken? Veel, want ik stel mij voor dat ook Israël de strategie van het 'gepaste antwoord' kan ontwerpen: kom niet met uw vingers aan ons, Iraniërs, en wanneer u dit toch doet, zal ons antwoord vernietigend zijn. Dit vereist van Israël dat het land bekend maakt over nucleaire middelen te beschikken èn in geval van een serieuze Iraanse dreiging bereid is met deze middelen te dreigen. Wij weten dat Israël over de overbrengingsmiddelen beschikt. De strategie waar ik voor pleit is ruwweg dezelfde als waarmee in Europa de koude vrede vele jaren is gehandhaafd.