Het was uiteraard te voorzien dat de verwachte dood van Ariel Sharon na acht verschrikkelijke jaren in coma heel wat reacties zou oproepen. Over zijn historische betekenis kan zeker getwist worden en over een aantal jaren zullen geschiedschrijvers met verschillende oordelen komen. Zijn leven en vooral zijn handelen geven daar alle aanleiding toe.
Afgezien van wat natuurlijk in de Arabische wereld aan eenzijdige azijnpisserij werd gepubliceerd, bespeur ik toch in heel wat artikelen en commentaren een nogal dubbele houding. Enerzijds bewondering voor een man die zonder twijfel in moeilijke omstandigheden, als militair leider een uitzonderlijke moed en bekwaamheid getoond heeft. Anderzijds klinkt overal door dat zijn dubieuze handelen in de beruchte Sabra en Chatila moordpartij toch een grote smet heeft nagelaten op zijn reputatie, ook al was Ariel Sharon niet zelf de dader van de slachtpartij. Toegekeken en toegelaten heeft hij het zeker, zoals de toenmalige staatscommissie in Israël vaststelde. Hij betaalde een politieke prijs, al was die van tijdelijke en beperkte aard.
Ik heb zelf een herinnering aan Ariel Sharon in persona en die wil ik, in alle bescheidenheid, best eens beschrijven. Ik weet de datum niet meer precies, maar zeker weet ik dat Ariel Sharon nog minister van Defensie was. Dat moet dus begin jaren ’80 geweest zijn. Ik weet dat zo zeker omdat wij Ariel Sharon ontmoetten op het ministerie van Defensie in Tel Aviv. “Wij” zijn enkele leden van de Defensiecommissie van de Tweede Kamer die in hoog tempo een bezoek brachten aan Libanon en Israël. Een defensiecommissie ontmoet doorgaans ook de minister van Defensie van een land en zo gebeurde dat ook in Israël.
De enige mogelijkheid voor een ontmoeting, was de vrijdagmiddag voor het begin van de Sjabbat. Ik meen mij te herinneren dat onze afspraak, zijn laatste voor die dag, om 14.00 uur was en ons was meegedeeld dat de minister maar een half uurtje voor ons had kunnen vrijmaken. Het Ministerie was natuurlijk leeg, behalve dat er op de ministersvleugel nog activiteit was. Wij werden verwacht!
Ariel Sharon ontving ons met een breed gebaar van welkom en lachend alsof de ontvangst het hoogtepunt van zijn dag was. De man van wie ik altijd dacht dat hij een grote imposante man was, bleek veel kleiner dan ik kon vermoeden. Wij werden naar een zijkamer verwezen waar de minister zijn presentatie zou houden. Voor een presentatie van een half uur had Sharon wel erg veel landkaarten laten aanrukken. Het was al snel duidelijk dat hij echt de tijd zou nemen om die lastige en kritische Nederlandse parlementariërs eens te vertellen hoe de zaken echt in elkaar zaten. Ik herinner mij dat Ariel Sharon werkelijk over een enorme kennis van zaken beschikte en zo ongeveer over elke plek op de kaart ook alles wist. Het strategisch inzicht van deze soldaat en minister maakte vooral op de betrekkelijk onwetende leden van de Tweede Kamer grote indruk. Het was ook niet mogelijk in deze omstandigheid tot een discussie te komen. In de eerste plaats door het verschil in kennis van de plaatselijke omstandigheden, maar vooral omdat Sharon ons haast overweldigde met zijn kennis en vooral zijn overtuigingskracht.
Het was makkelijk te zien dat hier niet alleen een groot soldaat aan het woord was, maar vooral iemand die geloofde in een heilige missie. Die vooral ook al zijn talenten uit de kast haalde, niet alleen om die te laten zien, maar ook gedreven door een heilig geloof in zijn missie: het dienen van Israël en het Joodse volk.
Daarbij is in heel wat commentaren opgemerkt dat Sharon een botte bulldozer was, die wel heel erg ver ging bij het nastreven van zijn doelen. Dat is ook zo, maar ik herinner mij van die middag (het gesprek duurde uiteindelijk drie uur) ook een man met een oneindige passie voor Israël, die met scherpte en humor zijn zaak verdedigde. Het was voor mij bijna onmogelijk te ontkomen aan zijn snelheid van denken, zijn passie en zijn charme. Het soort mens ook, zoals er bijna niet meer zijn, die vanaf hun aankomst in Palestina in de dertiger jaren de toekomst van het Joodse volk hebben veranderd. De fascinatie voor deze man heeft mij nooit meer losgelaten!