Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag organiseert sinds de dood van de naamgeefster een lezingencyclus, merkwaardig genoeg niet in deftig Den Haag, maar in linksig Amsterdam, in de Rode Hoed. Toch bepaald geen bolwerk van het denken over de buitenlandse politiek! De lezingencyclus is vernoemd naar een prominent medewerkster van Buitenlandse Zaken, Henriette barones van Lynden. Ik heb de barones jaren geleden leren kennen in Beiroet, toen zij haar diplomatieke carrière begon als, naar ik meen, 2e of 3e secretaris van de ambassade. Het was geen gemakkelijke tijd in die jaren, want in en om Beiroet werd fors gevochten. Het prachtige centrum van de stad was verwoest door de gevechten tussen Christen- en Moslimmilities en de Israëli’s lagen in een ring rond de stad om Syrische penetratie te voorkomen. De barones, toen nog gewoon Henriette, leidde mij rond in de oude stad die mij deed herinneren aan de foto’s van Berlijn na de oorlog. Daar ontmoette zij de baron van Lynden, met wie zij trouwde en wiens naam zij sindsdien met trots droeg. Op het ministerie werd deze aardige dame ‘de barones’ genoemd. Dat stond ook op haar visitekaartje dat zij mij eens met trots gaf. Van 2e secretaris in Beiroet naar barones. Zij was ambassadeur in Sofia en bij de paus in Rome. Daar werd zij ziek en overleed ze veel te jong. Het ministerie eerde haar door een lezingencyclus naar haar te vernoemen. Zelf heb ik enkele jaren geleden meegemaakt hoe zij zich inspande om wetenschappelijke samenwerking tussen Israëli’s en Palestijnen mogelijk te maken. Voor die inspanning moet zij, wat mij betreft, nog steeds geprezen worden.
Ik denk dat Henriette van Lynden in haar jaren in Beiroet een grote belangstelling heeft gekregen voor de Arabische wereld, wat begrijpelijk is. De Arabische wereld is fascinerend, afstotend en belangrijk. In de lezingencyclus wordt daarom terecht veel aandacht gegeven aan de ontwikkelingen in dat gebied, beter gezegd aan de ontwikkelingen in de zogenaamde Islamitische landen.
De afgelopen week stond de lezing in het teken van de opkomst van islamisme, jihadisme en salafisme in de Arabisch/Islamitische wereld. Ik moet bekennen dat ik het onderscheid tussen al die stromingen, en nog veel meer, niet precies begrijp, behalve dat hun verschijningsvorm per land verschilt en dus ook de manier waarop zij elkaar bestrijden. Opvallend is het feit dat die bewegingen ook een sterke sociale component inhouden, waardoor zij in tal van landen een sterke basis bij arme klassen hebben opgebouwd. Democratie staat niet hoog in het vaandel. Integendeel, hun activiteit is gericht op de invoering van de Sharia, de strenge Islamitische wet, hetgeen op zichzelf geen prettig vooruitzicht is voor seculiere mensen of voor degenen, ook Islamieten, die een scheiding van kerk en staat voorstaan.
Tijdens de lezing van afgelopen week kwam vreemd genoeg niet of nauwelijks de vraag aan de orde wat deze opkomst van radicale bewegingen nu betekent voor veiligheid en vrede. En uiteraard ook voor de positie van Israël in het gebied. De eerste en belangrijkste conclusie is dat de omgeving van Israël radicaler en onveiliger wordt. Kijk naar Egypte en nog recenter Syrië, waar het er naar uitziet dat jihadisten een belangrijke invloed krijgen. Jordanië lijkt nog betrekkelijk stabiel, maar de eerste tekenen van pogingen tot radicalisering zijn er luid en helder. De omsingeling van Israël door radicale jihadisten of wat daar op lijkt, wordt sterker: Hezbollah, Syrië, Gaza en Egypte, en op grotere afstand Iran. Vreemd genoeg is tegenwoordig de rustigste plek de Westbank, waar gematigde Palestijnen het voor het zeggen hebben.
Met velen pleit ik voor een vredesovereenkomst tussen Palestijnen en Israëli’s binnen het raamwerk van een tweestaten-oplossing. Dat is een dringende zaak omdat het niet uitgesloten is dat ook de Westbank besmet raakt met islamisme en jihadisme. Wellicht wordt die kans groter naarmate een vredesregeling langer uitblijft en radicalisme en het terugvallen op de intifada aantrekkelijker wordt. Rechtse politici in Israël zullen beweren dat alleen al om deze reden Israëls aanwezigheid op de Westbank blijvend moet zijn. Vrede zou een te groot risico inhouden, zoals aanhoudende aanwezigheid naar mijn mening evenzeer een risico is.
De Henriette van Lynden-cyclus draagt bij aan de kennis over het gebied, maar ook aan onzekerheid over wat er kan en moet gebeuren. Het wachten is op de volgende lezing, in februari 2013.