Iedereen weet het: het ging niet goed tussen president Obama en minister-president Netanjahoe en er zou een wonder moeten gebeuren, willen de beide heren bij het scheiden van de markt, het vertrek van Obama uit het Witte Huis, nog van elkaar gaan houden. Deze week vindt er nog een soort verzoeningsgesprek plaats in Washington dat wellicht de ergste wonden zal helen in de Amerikaans-Israëlische verhoudingen, maar voor hoe lang?
Zonder twijfel zal Bibi een zucht van verlichting uiten in het gesprek met Obama, want de Verenigde Staten en Israël kunnen niet zonder elkaar. “Wij zijn familie”, pleegt Bibi dan te zeggen. Maar zelfs in de beste families komen ernstige meningsverschillen voor en die zijn soms langdurig en soms zelfs onherstelbaar. Tussen Netanjahoe en Obama zat waarschijnlijk ook een aanzienlijk ‘karakterverschil’: Obama, als de verlichte liberaal en hoogleraar Recht aan Harvard, misschien begiftigd met een iets te optimistische mensenkennis, en Netanjahoe, de oud-commando van Israëls meest gerenommeerde elite-eenheid en man van de harde politiek,op kleine en grote schaal; wellicht ook een onoprecht man wanneer het gaat om zijn diepste zionistische opvattingen: het behoud van de Westelijke Jordaanoever voor Israël en ontkenning van wezenlijke Palestijnse visies.
Hoewel ik wat huiverig ben om al te snel verschil in politiek inzicht geheel of gedeeltelijk terug te voeren tot karakter, denk ik dat het wel degelijk een factor is. Ik denk dat er vele voorbeelden in de geschiedenis zijn van staatslieden wier gedrag en handelen valt terug te voeren tot karakter of juist een bedorven karakter.
In het geval van Israël en de Verenigde Staten zijn er meer factoren die deze verhouding bepalen en bepaald hebben en ik vrees dat dit zeker nog lang zo zal blijven. Daar is in de eerste plaats de niet te vergelijken rol van een supermacht als de Verenigde Staten, met eindeloos veel belangen in de wereld, met verantwoordelijkheid voor geostrategische tegenstellingen en gevaren, en daar tegenover Israël, dat zich soms een supermacht waant (gelukkig maar!) en met grote vasthoudendheid de veiligheid van het land waarborgt.
De grote vriendschap tussen de twee landen wordt in belangrijke mate ook gewaarborgd door de enorme invloed die de goed georganiseerde Joodse gemeenschap in Amerika heeft. Amerikaanse Joden hebben zich in in heel grote meerderheid in allerlei vormen hartstochtelijk voor Israël ingezet. In overwegende mate is dit nog steeds zo, maar op grote afstand bespeur ik toch een zekere erosie in deze verhouding van intense vriendschap. Amerikaanse Joden stemmen in grote meerderheid op de Democratische partij en daar is toch een verandering gaande ten gunste van meer begrip voor de Palestijnse positie. Er wordt geanalyseerd dat de nieuwe overeenkomst tussen Israël en de Verenigde Staten voor de militaire samenwerking, hoewel omvangrijker in volume dan ooit, toch ook een zekere bestraffing van Bibi inhoudt. Die zou bijvoorbeeld tot uiting komen in het aandeel binnenlandse productie in Israël van de wapensystemen. Een nogal gezocht argument bij een overeenkomst voor tien jaar en voor 34 miljard dollar. Israël zou ook zeven miljard dollar minder hebben gekregen dan gevraagd. Wie zal ons vertellen wat de waarheid is?
Ik meen dat er inderdaad verandering in de lucht zit tussen de Verenigde Staten en Israël en dat heeft alles te maken met wat toch de kern van het probleem is: de vraag of en op welke wijze een Palestijnse staat tot stand kan komen. Ik laat in het midden de vraag – hoewel zeer belangrijk – of die Palestijnse staat er nog kan komen nu naar schatting 500.000 Israëli’s zich hebben gevestigd op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem.
In regeringskringen in Jeruzalem zegt men dat het pleidooi van president Obama voor een Palestijnse staat, zo vlak voor zijn vertrek, moet worden gezien als een soort van wraak op Bibi die de Amerikaanse president inderdaad bij herhaling op volstrekt onbetamelijke wijze heeft geschoffeerd. Wanneer dit zo zou zijn, gedraagt president Obama zich toch zeer schappelijk tegenover de fatsoensloze leden van regering en parlement van Israël.
Dat gedoe tussen Obama en Bibi wordt deze week natuurlijk weggedronken met een glas wijn van de Golan (!). De vraag is of het hier meer om schone schijn gaat of iets anders. Ik denk om iets anders: Israël en Amerika groeien uit elkaar omdat de regering in Washington ziet dat, naast Palestijns gedonder, het belangrijkste politieke obstakel is te vinden in Israël, in West-Jeruzalem wel te verstaan. Dat past supermacht Amerika minder en minder.