Het feest voor de zeventigste Onafhankelijkheidsdag is voorbij en de werkelijkheid van Israël dringt zich weer op. Terecht, want feesten is prettig maar verdoezelt ook de werkelijkheid. Die is ingewikkeld en vereist voortdurende alertheid en aandacht.
Ik heb het gevoel gekregen dat de viering van deze zeventigste Onafhankelijkheidsdag ook iets kunstmatigs had. Ik zit er wellicht behoorlijk naast, want je hebt natuurlijk maar een beperkt zicht op al of niet enthousiaste feestelijkheden. Was er sprake van een zekere ingehouden sfeer en gebrek aan werkelijk gemeende vreugde? Lag de schaduw van het veranderende Midden-Oosten over het feest, of geeft de binnenlandse situatie in Israël reden tot enige somberheid?
Allerwegen, vaak terecht, is ook nu weer gewezen op het geweldige succes dat de staat Israël in tal van opzichten is. Ik ben het daar mee eens, want de economie bloeit, het toerisme is nooit zo groot geweest, de BDS-beweging (de boycotters van Israël) is van geen betekenis, het culturele leven bloeit en manifesteert zich zelfs buiten Israël en de militaire kracht van het land is indrukwekkender dan ooit tevoren. Wanneer het om de veiligheid van Israël gaat, zijn regering en leger zeer vastberaden, maar de vraag is toch of daar in alle opzichten reden toe is.
Zonder de terechte vreugde te willen verstoren, zijn er wat mij betreft zorgen over een paar belangrijke ontwikkelingen. Hoewel het Palestijnse vraagstuk naar mijn gevoel aan internationale impact heeft ingeboet, (Er zijn op dit moment in het Midden-Oosten veel grotere vraagstukken aan de orde!) is er een ontwikkeling die wel eens heel grote gevolgen kan hebben voor Israëls toekomst. Ik weet niet hoe krachtig, maar er is aan Israëlische en Palestijnse zijde zonder twijfel een ontwikkeling gaande die de twee-statenoplossing niet alleen minder waarschijnlijk maakt, maar de kans op een binationale eenheidsstaat juist vergroot. In Israël is de oplossing van het conflict door twee staten naast elkaar te doen leven op de achtergrond aan het raken en doorziet men niet voldoende de gevaren van de binationale eenheidsstaat. Tenzij men wat het laatste betreft op termijn verwacht dat grote aantallen Palestijnen de Westbank verlaten en er toch een Joodse meerderheidsstaat zou ontstaan. Ik gruwel van deze gedachte!
Daartegenover kan ik mij zo voorstellen dat de droom van vele Palestijnen dat de Joodse staat zal verdwijnen, toch zou kunnen winnen aan werkelijkheidsgehalte. Vaak hebben wij in de Arabische wereld immers horen beweren dat de oplossing door het verdwijnen van de Joodse staat op de lange termijn vanzelf zal komen. Deze vijanden van de staat Israël zouden zich bevestigd kunnen voelen in hun dromen. Er is geen enkele reden dat Israël daar vrolijk over zou zijn!
Het tweede element van toch grote zorg zijn de geopolitieke en geostrategische veranderingen in het Midden-Oosten. Ik ben er zeker van dat men zich daar in Israël van bewust is. Ik ben er niet zeker van dat men in Europa de betekenis hiervan in voldoende mate inschat. Het gevaarlijkste element is de wijze waarop en de mate waarin Rusland zich met zijn bondgenoten een sterkere positie heeft verworven, terwijl nu uit het Witte Huis opnieuw uitlatingen komen over terugtrekking van de Amerikanen uit het Midden-Oosten. Hoewel de verhoudingen tussen Israël en Rusland redelijk goed lijken te zijn, vertrouw ik de heer Poetin en zijn trawanten voor geen cent wanneer het in tijden van spanningen en conflict echt om de veiligheid van Israël zou gaan. Laat het goed tot ons doordringen dat Hezbollah sterker en machtiger is geworden, met een uitgebreid arsenaal aan raketten, dat Iraanse militairen nu een basis hebben op 35 kilometer van de Golan en dat Assad – weliswaar verzwakt – over Syrië blijft heersen. Alle strategische doelen van Amerika en Israël zijn verloren gegaan, ondanks de militaire macht van Israël.
Een punt van grote zorg lijkt mij ook, zonder de precieze gevolgen ervan te kunnen voorspellen, het feit dat Israël in sociaal opzicht zo ongeveer al zijn dromen heeft verloren. De miljardairs lijken een beslissende rol in de politiek te spelen, omdat politici en ambtenaren de verleiding van de corruptie niet konden weerstaan. Er zijn vele redenen tot grote zorg wanneer de democratie wordt ondermijnd door het grote geld. De betrekkelijke gelijkheid die in het land bestond, is uitgelopen op economische en sociale ongelijkheid van de ergste soort. Op de lijst van welvaartsverdeling in de hele wereld staat Israël zeer laag. Voor de armere en de middenklasse is het leven zwaar en ik vraag mij af hoe lang deze spanning kan voortduren, omdat er onbegrijpelijkerwijs geen zicht is op een regering die iets wil doen aan deze scheve verhoudingen. De geluiden dat het democratische stelsel in Israël onder druk zou staan, klinken overduidelijk. Ook al geen reden om vrolijk te worden.
Is het wachten op de tachtigste verjaardag van Israël om de antwoorden te weten op genoemde ontwikkelingen? Of ben ik te pessimistisch?