Afgelopen maand juni was ik verbaasd toen ik in Jeruzalem hoorde (geheel vertrouwelijk natuurlijk!) dat koning Willem-Alexander president Shimon Peres als eerste buitenlandse staatshoofd had uitgenodigd voor een bezoek aan Nederland. De minister van buitenlandse zaken bracht hem de uitnodiging over toen hij in Israël was. Ik begreep ook dat de president in principe positief had gereageerd. Met een zeker voorbehoud weliswaar, want het was de bedoeling dat hij al in september zou komen.
Ik moet bekennen dat ik blij verrast was. Blij omdat het natuurlijk prachtig is wanneer Shimon Peres voor een paar dagen naar Nederland komt en omdat ik een groot bewonderaar van hem ben, maar verrast omdat ik niet begreep (en eigenlijk nog niet!) wat de politieke ratio is van een bezoek aan Nederland van de president, zo kort na het bezoek van Netanjahoe. Shimon Peres is hier niet minder dan drie dagen en hoewel het formeel geen staatsbezoek is, komt het programma dicht in de buurt van een staatsbezoek. Zondag aanstaande spreekt hij in de Esnoga in Amsterdam en ik begrijp dat de belangstelling overweldigend is. Gelukkig maar!
Het is algemeen bekend dat Willem-Alexander vliegen als grote liefhebberij heeft, maar minder bekend is dat hij ook ‘lernt’, in die zin dat hij al vele jaren op regelmatige basis leert uit de Bijbel. Met het groepje vrienden waarmee hij dit deed, bezocht hij jaren geleden Jeruzalem, met de dominee erbij, want het groepje werd op straat gesignaleerd. Nu, als koning, ontvangt hij als eerste de president van Israël. Eigenlijk ben ik daar heel trots op, want president Peres is de laatste der Mohikanen van de generatie die het land opbouwde. Hij staat, naar mijn mening, voor het soort politiek op basis waarvan de vrede er wellicht al was geweest, en voor een politiek waarin gematigdheid en humanisme voorop staan.
Ik heb het echt grote voorrecht Shimon Peres een aantal keren ontmoet te hebben omdat dit bij mijn werk hoorde als politicus en partijgenoot. Mijn verlangen was ook iets voor de staat Israël te kunnen betekenen, hoe bescheiden dit wellicht ook geweest is. In al die jaren van politieke contacten speelde Shimon Peres een centrale rol. Dat begon uiteraard toen ik als tassendrager van Joop den Uyl in zijn gezelschap het congres van de toenmalige Arbeiderspartij bezocht.
Shimon Peres was lang niet altijd een aardige en warme man. In zijn partij en in het land was hij niet echt geliefd en vaak omstreden. Ik kreeg grote sympathie voor hem sinds die keer dat hij mij en mijn vrouw Marijke, naast enkele andere gasten, voor de vrijdagavond uitnodigde bij hem en zijn vrouw Olga, thuis in Ramat Aviv. Het is een onvergetelijke herinnering, want daar zagen wij een Shimon die een perfecte gastheer was en zijn reputatie als verteller van prachtige verhalen volledig waarmaakte en zich bovendien ontpopte als een fanatiek lezer van vooral historische literatuur. De keren dat ik hem daarna mocht bezoeken op zijn kantoor aan de Hayarkonstraat, of op een ministerie, zag ik altijd boeken liggen, want hij las altijd en had aan weinig slaap genoeg.
Ik ben dus een bewonderaar van Shimon Peres en tegelijkertijd ben ik triest over het feit dat hij een van de laatsten lijkt te zijn van een verdwijnende generatie. Ik bedoel daar niet alleen leeftijd mee. Meer eigenlijk bedoel ik het feit dat het lijkt dat nieuwe generaties in Israël veel nationalistischer en introverter lijken te zijn dan waar in elk geval Shimon Peres de laatste vier decennia voor staat. Daarbij is natuurlijk het belangrijkste de grote vraag van de vrede. Shimon is in het buitenland een zeer populair man. Hij staat, denk ik, voor het gedachtegoed van gematigdheid en tolerantie en een compromis met de Palestijnen die vrede dichterbij brengt. Dat alles in tegenstelling tot de politieke stromingen waarvan Netanjahoe de protagonist is. Daardoor heeft Shimon Peres ook iets verdrietigs en sombers.
Ik verheug mij geweldig op zijn bezoek. Als republikein ben ik er trots op dat de koning president Peres als eerste uitnodigde voor een bezoek aan Nederland.