Galicië

Albert van der Heide

vrijdag 8 april 2022

Toen in het voorjaar van 2017 de Nederlandse vertaling van Agnons Sipoer pasjoet verscheen onder de titel Een simpel verhaal, publiceerde een landelijk dagblad in zijn weekendbijlage een recensie waarin het boek tot mijn stomme verbazing werd toegeschreven aan “de Oekraïense Nobelprijswinnaar S.Y. Agnon.”

Hoe kan je zo stom zijn? – was mijn eerste reactie. Ik was natuurlijk niet de enige die hierdoor ‘verrast’ was. Ik ving zelfs geluiden op van verontwaardigde lezers die deze toeschrijving als een bewuste vorm van ‘Israël bashing’ hadden opgevat, en die het ontbreken van enige vermelding van de Hebreeuwse taal en de Israëlische nationaliteit van de schrijver van het boek toeschreven aan het lugubere sentiment dat Israël een land is dat niet hoort te bestaan.

Dat zou ik zelf niet zo bedacht hebben, daar ben ik te naïef voor. Maar dat er iets mankeert aan deze presentatie van de belangrijkste Joodse schrijver van de twintigste eeuw (mijn woorden; daar sta ik voor) moge toch wel duidelijk zijn. Het was verder overigens wel een positieve recensie: “meesterlijk ironisch portret; lucide en nostalgisch” – helemaal mee eens.

In de ‘kleine lettertjes’ kwam ook wel een iets genuanceerder beeld naar voren, en laten we wel wezen: dat Agnon als “Oekraïense schrijver” de redactie kon passeren is ook wel een beetje onze eigen schuld!

Hoe moeten we dezer dagen, nu de term Oekraïne met de dag duidelijker contouren krijgt, tegen dit incident aan kijken?

Het is bekend dat de Israëlische schrijver en Nobelprijswinnaar S.J. Agnon geboren is in Buczacz en dat deze stad in al zijn boeken een belangrijke plaats inneemt. ‘Niemand’ kent bij ons de plaats Buczacz (spreek uit: Boetsjatsj, ze schrijven Бучач) dus we moeten er altijd bij vermelden dat het gaat om een stad in het toenmalige Galicië, het huidige West-Oekraïne, zo’n 300 km ten zuidoosten van Lviv/Lwow/Lemberg. Zo’n aanduiding zegt al genoeg. (De laatste ontwikkelingen maken het noodzakelijk Bucza/Boetsja/Буча, een voorstad van Kyiv/Kiëv, nadrukkelijk te onderscheiden van Buczacz.)

Agnons Buczacz lag in de Oostenrijks-Hongaarse Donaumonarchie, nadat het eerder lang deel had uitgemaakt van het Poolse achterland, toen het behoorde tot de ontelbare bezittingen van de Potocki-graven. De term Oekraïne is bij dit alles ver te zoeken. De lokale bevolking wordt meestal Roetheens genoemd, en als er al Oekraïeners in de beschrijvingen voorkomen staat er vaak bij dat ze nationalistisch of zelfs fascistisch waren. Galicië (Галичина; Galicja), afgeleid van de middeleeuwse stad Halycz, was een term die lang heeft volstaan voor dit deel van het huidige Oekraïne en is er een die de huidige bevolking nog steeds iets te zeggen heeft.

Het is overduidelijk dat Buczacz voor de Hebreeuwse schrijver Agnon iets heel belangrijks vertegenwoordigde, maar – zoals bijna alles bij hem – met een ‘twist’ (jammer van dat Engelse woord). In de meeste romans en verhalen waar Buczacz in voorkomt, noemt Agnon de plaats Sjibboesj – wat ‘dwaling, vergissing’ betekent, en hij heeft zich nooit verwaardigd uit te leggen waarom. Ja, hij ging daar als jongeman al weg en als je het bijtend satirische Bi-ne’arénoe oe-vi-zekenénoe (‘Met jong en oud’) leest, dat in 1907 speelt, snap je ook wel waarom hij weg wilde.

In Sipoer pasjoet lijkt het leven er nog niet zo slecht, maar even later, in Oréach nata la-loen (‘Een gast voor de nacht’) lijkt er daar geen toekomst meer mogelijk. Toch is het hoofdstuk Buczacz daarmee voor Agnon allerminst afgesloten. In de laatste jaren van zijn leven heeft hij veel en gevarieerd over zijn geboortestad geschreven, die hij dan weer netjes Boetsjatsj, of zelfs Bitsjatsj (lokale uitspraak) noemde. Deze stukken verschenen in de krant Haaretz en maakten vooralsnog niet veel indruk. Ze werden door zijn dochter Emoena Jaron onder de titel Ir oe-melo’ah (‘Een stad en haar volheid’) in 1973 postuum in een dik boek verzameld en gepubliceerd onder die grandioze titel, die herinnert aan het Bijbelse “de aarde en haar volheid” (in wat lossere termen zou de titel ‘Een stad met alles erop en eraan’ kunnen luiden).

Toch heeft Agnons dikke boek over Buczacz – ondanks de “volheid” waar hij van spreekt – wel een profiel waar sommige dingen wel en andere niet in passen. Bij Agnon is Buczacz een Joodse stad, waar op de achtergrond de Poolse adel hinderlijk aanwezig is en de Roetheense boeren bijna niet voorkomen. Het vertelt veel van de geschiedenis, noemt en bewierookt veel adembenemend geleerde rabbijnen, en beschrijft uitvoerig lokaliteiten en gebouwen. (Sommigen durven de vergelijking met het Dublin van James Joyce’s Ulysses aan.) Ook komt er een aantal goed geschreven verhalen in de bundel voor van het genre waar Agnon zo beroemd om is. Met name de novelle Ha-ne’elam (‘De verdwenene’) is ‘vintage Agnon’.

Het Buczacz van de twintigste eeuw, van Sipoer pasjoet en Oréach nata la-loen komt in

Ir oe-melo’ah niet aan bod, maar wel zet Agnon steeds weer alles wat hij schrijft in het felle, onbarmhartige licht van de uiteindelijke vernietiging: “… totdat die gruwelijke verwoester kwam die er met zijn gore handlangers een eind aan maakte.”

Vergeet niet dat Buczacz een uiterst pijnlijk voorbeeld geworden is van alle ellende die zich tussen en tijdens de wereldoorlogen in de ‘bloodlands’ van Oost-Europa heeft afgespeeld, een periode waarbij niet alleen de nazi-beulen worden genoemd, maar even goed de Russen en de Oekraïeners, al of niet communistisch, fascistisch of nationalistisch.

Probeer in dat licht maar eens een oordeel te vormen over wat er nu weer gaande is. En dan helpt het niet dat er in Noord-Spanje een landstreek is die net zo heet: Galicië.


S.Y. Agnon, A City in its Fullness, edited by Alan Mintz and Jeffrey Saks, The
Toby Press S.Y. Agnon Library, 2016.
S.Y. Agnon, The Parable and its Lesson, A Novella, translated and annotated by
James S. Diamond, Stanford University Press, 2014.
Omer Bartov, Anatomy of a Genocide: The Life and Death of a Town Called
Buczacz
, New York, Simon & Schuster, 2018.

7 + 1 = ?

Columns 2022

Columns 2021

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.