De afgelopen maanden ben ik druk bezig geweest met de organisatie van een interreligieus seminar over seksualiteit en traditie. Seksualiteit is een thema dat altijd controversieel is. Of je bent te preuts of je bent juist te promiscue. Iemand is te open over haar seksualiteit of juist te gesloten. Zelfs binnen een gezin of levensbeschouwelijke groep kunnen er al veel verschillen en taboes zijn. Laat staan als je het gesprek breder trekt en er andere levensbeschouwelijke of culturele groepen bij laat komen.
Deze voorbereidingen hebben mij veel geleerd over interreligieuze gesprekken in het algemeen. Wat voor associaties heb je bijvoorbeeld bij bepaalde begrippen? Toen een van mijn medeorganisatoren vertelde dat zij het voor haar fijn voelde dat er binnen haar levensbeschouwing sterke grenzen zijn aan haar seksualiteit gingen bij mij de haren recht overeind staan. Ik bepaal toch lekker zelf wel wat/waar mijn grenzen zijn? Zij legde echter uit dat het haar een structuur gaf en middelen om zelf aan te geven wat ze wel en niet wilde.
Binnen elk interreligieus gesprek is het belangrijk om vast te stellen wat je beiden bedoelt. Dit geldt nog dubbel voor een gesprek over een lastig onderwerp zoals seksualiteit. Dit kan alleen door te blijven doorvragen. Over je eigen emoties heen. Ik ben hierbij echt door schade en schande wijs geworden. Ik heb mensen gechoqueerd en heb emotionele gesprekken gevoerd, maar uiteindelijk heb ik heel veel geleerd.