Het verhaal van Nelly

Solange Leibovici

vrijdag 7 maart 2014

In de telefoongids van Parijs had ik een derde Solange Leibovici gevonden. Ik had haar geschreven maar kreeg geen antwoord, ik had geprobeerd te bellen maar dat lukte niet omdat mijn nummer onbekend was. Als ik in Parijs ben, probeer ik opnieuw te bellen, er wordt nu wel opgenomen. Al die tijd had ik gehoopt - tegen beter weten in - dat Solange misschien gered was (maar door wie?) en teruggekomen. Ze neemt op. Een zachte vriendelijke stem. Ja, ze heeft mijn brief gekregen, ze vond het een mooi en tragisch verhaal. Maar, zegt ze meteen, ik ben een ‘valse Solange Leibovici’. Ik heb geen verhaal. Ik heet Solange en trouwde na de oorlog met een Leibovici. Mijn man is jaren geleden overleden, en ik heb nooit iets gehoord over deze familie, ik denk niet dat hij ze kende.

Dan vertrek ik naar Netanya. Ik zal Nelly Dynowisz ontmoeten, die als buurmeisje Solange heeft gekend. We hebben een paar keer door de telefoon gesproken en het klikte tussen ons. Ik bel aan en ze opent de deur, een mooie kleine vrouw, opgemaakt en jong gekleed, zeer gelovig maar nog steeds een echte Parisienne. Nelly is tachtig, maar ik weet al dat zij een opmerkelijk geheugen heeft. We vallen elkaar in de armen. En we praten, urenlang, gedurende drie dagen. Ze heeft nog wat herinneringen, maar zegt ze, het zijn virtuele beelden, ik weet niet of alles echt zo was. Solange had blond kroeshaar en blauwe ogen, het was een prachtig meisje. Nelly’s vader was bontwerker en hij verdiende goed, terwijl de vader van Solange kleermaker was en de familie weinig geld had. Solange kwam spelen met Nelly en haar zusje Hélène, ze dronken zogenaamd thee uit het porseleinen serviesje dat altijd goed werd opgeborgen omdat het zo breekbaar was. Met z’n drieën speelden ze met poppen in Nelly’s huis want Franse kinderen spelen niet op straat. Ik herinner me hoe ik met mijn zusje Frédérique ook met een theeserviesje speelde. Een eeuwig meisjesspel. Ze vertelt opnieuw dat Solange met haar en Hélène mee had gekund naar de onderduik in Mayenne, maar dat de moeder van Solange de kinderen bij zich wilde houden. We hebben allebei tranen in de ogen.

Maar Nelly vertelt ook over haar eigen leven. Na de onderduik kwamen de meisjes terug in Parijs, waar hun grootouders op ze wachtten. Zij hadden zich niet laten inschrijven en kwamen de oorlog door met hulp van buren, net als mijn grootouders. En ze wachtten op hun ouders, maar die waren gedeporteerd en vermoord. Nelly is ontroerd als ik haar vertel dat Solange’s moeder Malvina heette, net als haar moeder. Er zijn zoveel details die overeenkomen, het is geen toeval herhaalt Nelly, we moesten elkaar wel ontmoeten. In 1948 hebben haar grootouders de twee meisjes naar Israël gestuurd, ze waren bang voor eventuele gemengde huwelijken. Ze laat me een oude foto zien, twee schitterend mooie meisjes. En dan begint het grote avontuur. Wonen en werken in de kibboets, het opwindende gevoel samen een eigen land op te bouwen. Zand in bloeiende boomgaarden veranderen, niets hebben maar gelukkig zijn. Een opwindende, fascinerende tijd. De ontmoeting met Jack, die haar man zou worden. De geboorte van haar zoons, die later hun ouders kennis laten maken met de religie. Dankzij Nelly’s verhaal maak ik kennis met de geschiedenis van Israël, nu eens niet uit boeken, maar echt beleefd. Ik ben volledig overweldigd, ik loop alleen door de straten van Netanya en voel me hier thuis. Dit is ook een beetje mijn land, trouwens, iedereen spreekt mij aan in het Ivriet. Het verhaal van Nelly krijgt een plaats in mijn boek.

Na vier dagen neem ik afscheid van Nelly. Ik heb een orchidee voor haar meegenomen, die vindt ze mooi heeft ze gezegd. We omarmen elkaar en ik beloof dat ik in oktober terug zal komen. In de taxi op weg naar Ben Goerion airport zie ik de nieuwe wolkenkrabbers aan de rand van Tel Aviv. Het leven is doorgegaan. Het is ze niet gelukt. Over Solange ben ik niet veel nieuws te weten gekomen. Maar over de dood heen laat het kleine meisje dingen gebeuren, op een vreemde manier was ze bij onze gesprekken aanwezig. Klein, vluchtig, onzichtbaar, maar doortastend. Misschien leef ik nu een beetje voor haar.

Columns 2014

Columns 2013

Doneren

Crescas kan niet zonder jouw steun. Met elke donatie, hoe klein ook, steun je onze activiteiten en zorg je dat wij nog meer voor Joods Nederland kunnen betekenen.