Deze week viel er weer eens een foto van mij in mijn mailbox. Alleraardigste lieden hadden me vastgelegd voor de eeuwigheid, voor zover die bestaat. Ik ben het wel, want ik was erbij toen de foto werd genomen. Ik lijk er onmiskenbaar op. Maar dat ben ik toch niet? In ieder geval wil ik het eigenlijk niet zijn. Ik sta er raar bij, maar vooral zo veel ouder dan ik mij voel. Onbevooroordeeld naar foto's van mijzelf kijken is lastig.
Van een spiegel kun je wegstappen en het beeld is weg. Foto's echter leggen het vast. Bevroren spiegelbeelden zijn het. Ik heb een haat-liefde verhouding met foto's van mijzelf. Het zal wel iets vrouwelijks zijn, want mannen hoor je er nooit over. Er zijn vrouwen die zich voor geen goud willen laten fotograferen. Ze draaien zich om en zetten zich buiten beeld. Daar valt wel wat voor te zeggen. In ieder geval kan ik er inkomen. Eerlijk naar foto's van mijzelf kijken is een hele opgave. Het vastgelegde beeld correspondeert feilloos met gevoelens die ik over mijzelf op een bepaald moment in een bepaalde fase van mijn leven koesterde en/of nog steeds heb. Anderen zien er niemand anders in dan degene die zij al kennen. Mij is het een beetje of er een vreemde in mijn huid is gekropen naar wie ik kritisch kijk, in hoeverre de zichtbare buitenkant met het onzichtbare zelfbeeld correspondeert.
Vroegere foto's hebben dit effect op mij verloren. Zo zie ik op 35 jaar oude foto's alleen maar een aardige, jonge vrouw die ontspannen in de camera blikt. De negatieve gevoelens van toen zijn verdwenen en ik kijk met mededogen en een beetje trots ook naar de jonge vrouw die ik was.
Ondanks dat ik het er moeite mee heb, heeft ouder worden ook voordelen. De tijd doet zelfkritiek niet verloren gaan, maar leert mij te relativeren. Wat vandaag een probleem is, hoeft dat morgen niet te zijn. Ik kreeg een leuke foto toegestuurd ...