“Schep” hoorde ik de stem van mijn moeder op dwingende toon zeggen. Met trillende handen pakte ik de schep en wierp een, twee, drie scheppen aarde op haar graf. Natuurlijk wist ik dat het not done was, geen gewoonte, geen minhag in onze Joodse gemeenschap. We worden ontmoedigd. Dat vrouwen sinds de oorlog wel mee gaan naar Muiderberg is na 65 jaar schoorvoetend geaccepteerd als een gewoonte, maar meehelpen aan het dichten van een graf is nog zeker niet geaccepteerd.
Het is ieders zwaarwegende, medemenselijke verplichting om een dode te begraven. Het is een grote mitswa, maar vrouwen zijn even niet iedereen wanneer het om deze verplichting gaat. Vanwege een oud gebruik gestoeld op mystieke concepten over vrouwen, worden wij ervan weerhouden iets te doen, waar ook vrouwen behoefte aan hebben. Ik zie geen onderscheid in de soort van emotie tussen mannen en vrouwen wanneer iemand overleden is. De behoefte om samen met de andere aanwezigen een bijdrage te leveren is bij vrouwen niet minder dan bij mannen. Of dit nu is omdat men degene die overleed de laatste eer wil bewijzen, of de nabestaanden een teken van troost wil geven. Of dat men deel wil zijn aan de gemeenschap en daaruit troost wil putten. In dood en de emoties eromheen zijn man en vrouw gelijk. Hier past geen ongelijkwaardige bejegening.
Wanneer op een lewaja (begrafenis) gezegd wordt: “de heren worden uitgenodigd om te scheppen”, zullen er weinig vrouwen zijn die dan toch naar voren gaan om de schep op te pakken. Geïntimideerd staan we terzijde. In sjoel mogen we ook niet actief meedoen, dus deze uitnodiging zal wel uit hetzelfde principe voortkomen. Een begraafplaats is geen plek om actie te voeren. Geen plek waar je met gelijkgestemden met scheppen gaat zwaaien. Maar het kan anders, met zorg voor de voortgaande traditie en de mensen die de traditie in stand houden. We kunnen er zelf wat aan doen. Wanneer ook jij, vrouw of man van mening bent dat vrouwen ook moeten kunnen scheppen wanneer jouw moment gekomen is, laat het je omgeving weten. Dit is geen revolutionaire gedachte. Zo gebeurt het al. Anderen zijn je voorgegaan.
Zo ook mijn moeder. Enige maanden voor haar overlijden in 1989 stonden we samen aan het graf van een vriend. Ze zei: “beloof me dat je zal scheppen op mijn graf”. En zo deed ik. Omringd door mannen, doorbrak ik de bestaande gewoonte. Mijn schoonzusje Bloeme en vele anderen volgden. En het voelde goed.