Al jaren ligt op mijn rommelige werktafel een kort berichtje uit het Israëlische tijdschrift voor geneeskunde, en elke keer als ik het tegen kom ben ik ontroerd en kan ik het niet weggooien.
Het is geschreven door een oudere, gevestigde kinderarts die een vormende belevenis uit het begin van zijn opleiding beschrijft: een jongetje van anderhalf jaar, dat aan een slepende ziekt leed, bij wie alles was geprobeerd, en dat zojuist in zijn handen was overleden. De arts in opleiding riep zijn senior erbij, die in een moment de situatie overzag, zich vooroverboog en een kus drukte op het voorhoofd van het patiëntje. De stagiair volgde zonder verder nadenken dit voorbeeld, uit het diepst van zijn ziel en zijn wezen.
Hij beschrijft dit als een totaal normaal gebaar, een uitdrukking van afscheid, eerbied, ootmoed voor het leven, liefde voor zijn patiëntjes en zijn vak. Een onvergetelijke gebeurtenis, die zijn hele verdere medische loopbaan heeft getekend. Een onuitwisbaar voorbeeld van wat geneeskunst is.