De grote demonstratie tegen vijftig jaar bezetting en voor vrede, hoop en samenleven van Joden en Arabieren vond 27 mei plaats, ’s avonds op het Rabinplein in Tel Aviv. Volgens objectieve waarnemers waren er zo'n 15.000 deelnemers en het zag er inderdaad vol uit. De organisatoren waren Vrede Nu en allerlei vredes-ngo's. Dat zijn er heel wat; van sommige had ik nog nooit gehoord.
Sprekers, politici van de oppositie (Avoda, Meretz en de gezamenlijke Arabische lijst) riepen op tot het beëindigen van de bezetting, twee staten naast elkaar, en uitten de hoop dat Netanjahoe eindelijk zou verdwijnen. Een bericht van Aboe Mazen werd voorgelezen. Maar ook gewone burgers, Arabieren, wezen erop dat samenleven mogelijk is – een Arabische vrouw die midden tussen de Joden in Tel Aviv woont, vertelde in prachtig Ivriet hoe goed dat eigenlijk kan, heel indrukwekkend. Daarnaast traden er ook artiesten op, die ons het leven veraangenaamden met muziek en gezang.
Met al dat optimistische gepraat miste ik eigenlijk duidelijk richtlijnen hoe we al deze vrome wensen gaan verwezenlijken. Het is meer een teken dat we niet alleen staan in deze strijd.
Voor óns had deze demonstratie een zeer onaangenaam begin, wat weer eens laat zien wie onze tegenstanders zijn. We stonden bij een van de bewaakte ingangen van het plein, Annelien met een kartonnen bord aan een stok, waarop te lezen viel dat 50 jaar bezetting genoeg was! Daar tegenover stonden, achter hekken, de onvermijdelijke rechtsen met grote Israëlische vlaggen – alsof zij de enige echte patriotten zijn – te schreeuwen, met hun eigen politiebewaking, opdat ze niet te dicht bij de rustige demonstratie in de buurt zouden komen.
Een man met een grote vlag aan een stok liep in dit niemandsland in de richting van zijn hekken en gaf – geheel onverwachts – met zijn vlaggenstok een harde slag op het bord van Annelien, en liep toen gewoon door naar zijn eigen afdeling. Het kartonnen bord brak los van de stok en kwam op haar hoofd terecht. Gelukkig licht karton, geen verwonding, maar Annelien was verbouwereerd en geschrokken. Ik liep iets vooruit en had het niet gezien, maar wel de klap gehoord. Verschillende omstanders en hadden het hele voorval gezien en moedigden Annelien aan een klacht in te dienen bij de aldaar aanwezige politiemannen.
Een van hen ontkende ten minste niet dat hij het hele onsmakelijke voorval had gezien, maar de agenten zeiden dat er nu niet ter plaatse aangifte kon worden gedaan en dat ze niets konden (wilden?) doen. We moesten daarvoor naar het politiebureau gaan, dat niet echt in de buurt was, en met de juiste papieren terugkomen. Na enig beraad besloten we daarvan af te zien, want dan hadden we de demonstratie gemist en de dader, die we wel gezien hadden maar wiens naam we uiteraard niet wisten, zou er vast niet op wachten tot we enkele uren later met de klacht terug kwamen. Echt aangenaam was dit alles niet, en het toont de ongebreidelde agressie van de rechtse demonstranten, die we al van vele eerdere gelegenheden kennen, met vervloekingen, spugen et cetera.
Dit was dus de grote demonstratie om de bezetting op te heffen! Een lichtpunt in deze dagen is dat de Palestijnse hongerstakers hun staking hebben beëindigd vóór er slachtoffers zijn gevallen. Ze hebben niet veel bereikt, maar er lopen nog onderhandelingen om iets meer verlichting in de omstandigheden van hun gevangenschap te verkrijgen.
En dan nog een positief geluid van MachsomWatch:
Het kan ook anders.
Controlepost Qalandia, zondag 21 mei 2017 namiddag.
Rapport: Tamar Fleischman, voor Machsomwatch.
Wat er de dag tevoren in Qalandia was gebeurd, vertelde een jongeman die het meisje van veertien had gezien. "Een mooi meisje", zei hij, "dat met een mes binnenkwam op deze post die bestemd is voor voertuigen.”
"Iedereen weet, alle Palestijnen weten, dat wie hier te voet aan komt met zijn leven speelt. Niet weinigen zijn hier vermoord of gewond, op deze plaats die verzadigd is met Palestijns bloed. Dat wist dit 14-jarig meisje ook en omdat ze het wist, kwam ze hier met een mes in haar handen. Dit meisje was op school gezakt, probeerde er zo een eind aan te maken. En toen gebeurde er iets buitengewoons, anders dan de routine die hier heerst.”
"Een soldaat die Arabisch spreekt, vertelde onze zegsman, riep naar het meisje dat ze moest gaan zitten, en naar de gewapende soldaten van de controlepost: ‘Ze is een klein meisje, schiet niet, pak haar beet!’"
"Allen hoorden dat; het meisje ging zitten, de gewapende soldaten schoten niet en een politieman pakte haar vast en arresteerde haar."
“Weliswaar is ze nu gevangen, maar ze leeft. Ik (Tamar, ek) hoop er achter te komen wie de man is die dit bloedvergieten heeft weten te voorkomen. Hij verdient alle lof.”