Nostalgie is een veelgebruikt ingrediënt voor literaire werken, vooral in de romantiek, maar bijna alomtegenwoordig. De term is voor het eerst gebruikt door Johannes Hofer, een Zwitserse arts, in zijn proefschrift uit het jaar 1688. Hij beschreef het verschijnsel als een gedeprimeerde zielentoestand, veroorzaakt door een intens verlangen om naar huis terug te keren. Hij nam dit fenomeen waar bij Zwitserse huurlingen, die dienden in de Lage Landen, en droomden van hun geliefde Alpen. Het woord is een combinatie van het Griekse nostos, met de betekenis van thuiskomst, en algos, pijn, lijden. Het verschijnsel wordt ook wel ‘Heimweh’ genoemd. Onze herinneringen filteren een verleden, het ouderlijk huis, speciale vakanties, en aan het einde van dat proces wordt een ideaalbeeld neergelegd dat vaak niet strookt met de werkelijkheid. Hèt literaire voorbeeld van nostalgie, in de zin van heimwee, is de Odyssee.
Een ander, later gebruik van de term nostalgie slaat op verlangen naar het verleden, naar een wereld waar alles zoveel eenvoudiger en beter was (?). Een goede beschrijving van die vorm van nostalgie, betrekking hebbend op een verloren verleden, luidt: 'de pijnlijke realisatie dat een gewaardeerd aspect van je verleden onherstelbaar verloren is gegaan'.
In de Victoriaanse romans staat het motief van de nostalgie niet zelden centraal. Er zijn talloze romans uit die periode met dat onderwerp; ik erken hierbij dat ik ze niet allemaal gelezen heb. Het verhaal Little Dorrit van Dickens verscheen in feuilletonvorm tussen 1855-1857. De hoofdpersoon in die roman verenigt de beide soorten van nostalgie in zich, heimwee en het verlangen naar een verleden dat beter was, en drukt dat ook duidelijk in woorden uit.
Andere nostalgische werken zijn A la recherche du temps perdu van Proust, begonnen laat in de 19e eeuw. Verder A passage to India van Forrester, en misschien de meest sentimentele: Brideshead revisited van Evelyn Waugh; beide van het begin van de 20e eeuw. En ook nog zo prachtig verfilmd. De term nostalgie werd in latere perioden gelijkgesteld of verward met melancholie of liefdesverdriet.
Onderzoekers hebben vastgesteld dat nostalgische gedachten je van binnen warm maken. Zo konden proefpersonen langer hun hand in ijswater houden als ze nostalgische gedachten opriepen. En de temperatuur van de huid loopt ook op bij het denken aan nostalgische momenten. Nostalgie kan veroorzaakt worden door geuren, aanraking van zachte stoffen (denk maar aan je teddybeertje of je dekentje) en zelfs door flarden muziek. Voor liefhebbers bestaat een tijschrift met de naam Nostalgia.
Nostalgie kan ook een ideologische vorm aannemen binnen een bepaalde groep, en evolueert dan van een persoonlijke ervaring tot een communale idealisatie. Zo wordt bij de Palestijnse vluchtelingen de droom om terug te keren naar de (voor)ouderlijke huizen en landen van generatie tot generatie doorgegeven en op die manier verpersoonlijkt. Een ander voorbeeld is te zien in het seculiere Zionisme; daar werd een ideaalbeeld gevormd binnen een politieke stroming van een waarschijnlijk fictieve beschrijving van het idyllisch tijdperk van de aartsvaders, waar elke Jood zijn eigen stekje bebouwde in het Heilige Land. Dat werd dan in de loop der jaren omgebouwd tot een nostalgische 'herinnering'. Geen echt persoonlijke nostalgie of heimwee, maar wel ingebed bij beide partijen, Palestijnen en Joden, ieder met hun eigen visie, zodanig dat er van 'recht op terugkeer' gesproken wordt.
Een sentiment dat niet ver van nostalgie af staat, maar toch iets anders beschrijft, is de ‘Weltschmerz’: de realisatie dat de echte wereld niet beantwoordt aan een ideaalbeeld en dat de meestal jonge beschouwer in een diepe melancholie doet belanden. Ook dat gevoel heeft aanleiding gegeven tot beroemde literatuur, juist in de Duitstalige wereld. De bekendste representant van dit fenomeen is Die Leiden des jungen Werthers van J.W. von Goethe, dat verscheen in 1774.