In zekere zin heb ik te doen met Elor Azaria, de soldaat die nu veroordeeld is voor het doden van een halfdode Arabier, en nog wel een terrorist. Dat is wat hij heeft geleerd in het leger. Je kunt ze niet vertrouwen. Het mes in de rug. Een goede Arabier is een dode Arabier. En nog vele andere kreten, van hoge politici, en legerfiguren, en misschien ook wel thuis.
Gedurende het eindeloze proces zat hij er daar zo'n beetje lacherig bij, omringd door liefhebbende familieleden, die pal achter hem staan. Het lijkt alsof hij helemaal niet begrijpt wat ze van hem willen. Hij heeft toch zijn vaderlandse plicht gedaan? Arabische terroristen schiet je dood. Punt, uit. Dat hij een hospik is, speelt geen rol. Die verplichting van humanitaire gedachten en gevoelens geldt alleen ten opzichte van onze eigen mensen.
Ik heb zelf ook die eindeloze brainwashing in het Israëlische leger mogen meemaken. De vijand, de volgende oorlog, en nog meer.
Het lijkt me redelijk dat een land in een voortdurende oorlog zich anders moet opstellen ten opzichte van de instructies in het leger dan Nederland, dat eigenlijk geen vijanden heeft, en waar met enige moeite Rusland als boeman kan worden voorgesteld. Die vijand is niet echt, wordt als de Roden of de Blauwen aangeduid, of hoe je ze ook noemt. In Israël is het een iets naderbij probleem om een evenwicht te vinden tussen het opvoeden van onze jeugd tot krijgshaftige beschermers van onze landsgrenzen en het bewaren van een zekere menselijkheid ten opzichte van onze potentiële antagonisten. Zijn dat verenigbare tegenstellingen?
Hoe losjes zitten de vingers van soldaten en politiemannen aan de trekker als het om Arabieren gaat. En hoe weinig vallen daar leerzame straffen.
Recent voerde een persoon voor de rechtbank als excuus aan dat hij dacht dat de man die hij neerschoot een Arabier was. Heeft alles te maken met de opvoeding en de sfeer die hier heerst op dit specifieke gebied.
We maken natuurlijk heel loffelijke gebaren ten opzichte van de Syriërs, waar het Israëlische leger een goed geoutilleerd veldhospitaal aan de grens heeft staan, en de complexe gevallen gaan zelfs verder naar de ziekenhuizen binnen Israël. Hoeveel van deze mooie gestes bereiken onze gewone soldaten? Ik denk heel weinig. Tot voor kort was deze buitengewone hulp aan de Syriërs een militair geheim.
En de ngo's die op dit en ander gebied nuttig en opvoedend werk doen, worden door de regering en een meerderheid van het publiek met de nek aangezien en beschouwd als potentiële vijfde colonne.