Netanjahoe gaat nogal nonchalant om met onze Israëlische Arabieren. Recentelijk had hij het weer over een landruil bij een eventuele annexatie (let wel, niet de oplossing van onze lokale geschillen in overleg, maar weer een eenzijdige stap), waarbij Umm el-Fachem in de Wadi Ara zou worden ingewisseld voor het centrale blok van nederzettingen. Dit is eer een loze proefballon dan een serieus voorstel, en het is niet de eerste keer dat dit onderwerp ter sprake komt. Het is duidelijk waarom dat nu weer eens moest worden gezegd, want de drie moordenaars op de Tempelberg komen uit deze grote Israëlische Arabische stad. Geen Arabier is over dit voorstel geraadpleegd, en ik kan u verzekeren dat het vooruitzicht van onze Israëlische Arabieren om zich staatkundig bij hun Palestijnse broeders te (laten) voegen, met afgrijzen wordt aangehoord. Geen haar op hun hoofd denkt aan zo'n afgang, op alle gebieden – economisch, vrijheid van beweging en meningsuiting – alle verworvenheden van de democratische Israëlische maatschappij; ondanks alle negatieve geluiden die we soms horen over de status van de Israëlische Arabieren, hebben zij het in Israël in die opzichten heel wat beter dan in de omringende landen.
Said Aboe-Shakra, de zeer verdienstelijke oprichter van de Galerie in Umm el-Fachem, schreef over deze ongelukkige uiting van Bibi een open brief aan onze premier. Daarin staat natuurlijk niet wat ik u zojuist verklapte, maar wel hoe loyale burgers zij zijn en hoe onaangenaam dit op hen over komt.
Een verwant onderwerp, de status-quo, werd vorige week kort behandeld in een ingezonden brief in het NIW. Hierbij een wat uitgebreidere mening.
De status-quo is een van de heilige koeien in de Israëlische politiek. Het speelt in het contact tussen orthodox en klokvrij, en daardoor als uitvloeisel onder andere in het probleem van publiek transport op sjabbat. Een ander gebied van status-quo verstikking is de Tempelberg, waar we nu net de wrange vruchten van hebben mogen plukken.
Status-quo doet originele oplossingen voor problemen verstarren, en versterkt alleen de ego's van de spelers. Neem de Tempelberg. De Waqf, samen met de Jordaanse koning, heeft in 1967 het religieuze beheer over dat gebied gekregen, waar vooral de El-Aksa moskee een centraal punt is, omdat daar door moslims massaal wordt gebeden op vrijdagen.
Het begon dit keer met de moord op twee Israëlische politieagenten, met gebruik van vuurwapens op de heilige grond van de Tempelberg, een duidelijke schending van de status-quo van Arabische zijde, namelijk dat er geen wapens de Tempelberg op mogen (behalve natuurlijk dan van de Israëlische politie; en wat zou er gebeuren als die, van haar kant, ook ongewapend de Tempelberg op kwam?). Terzijde: waarom zijn daar Druzen gestationeerd en geen Joodse, of nog beter Arabisch-Israëlische politiemannen? Het botert niet tussen Druzen en Arabieren, al eeuwenlang, dus dat is misschien niet de beste oplossing voor een toch al gespannen situatie.
Netanjahoe zag zijn kans schoon om van zijn kant de status-quo op te schorten met een totaal ondoordachte maatregel, door daar unilateraal magnetometers (‘poortjes’) te plaatsen, tegen de goede raad van leger en geheime dienst en een deel van de politie. Afgezien van het feit dat die paar poortjes totaal inadequaat zijn om duizenden bezoekers binnen redelijke tijd te onderzoeken, maar dat gegeven was helemaal niet meegenomen in de besluitvorming. Het resultaat is jullie bekend.
Ik vraag me nog steeds af wat wij, de Joden, daar op vrijdagen te zoeken hebben. Laat de Waqf zorgen voor de orde, zodat de mensen niet in het gedrang omkomen – hun probleem. Vrijdag geen Israëlische politie in de buurt! Te eenvoudig, nietwaar? Dat zou er mogelijk op wijzen dat Israël aanspraak op de Tempelberg loslaat. So what?! Er blijven daarvoor nog zes andere weekdagen over.