Met nogal wat verwachtingen begon ik het boek van Els van Diggele, De Misleidingsindustrie. Hoe Nederlandse media ons dagelijks beetnemen, (uitgeverij De Geus, 2019) te lezen.
Al gauw bleek dat er veel van dit dunne boekje te leren valt, zowel wat betreft eerlijke weergave van de bewogen geschiedenis van Israel, als over de langdurige conflicten met volkeren in onze directe omgeving. Daarenboven dat een recensent die de Nederlandse pers en de televisie-nieuwsdiensten niet op de voet volgt, minder persoonlijk betrokken is bij de duidelijke beschrijving van het tekortschieten van evenwichtige voorlichting aldaar. Wie het merendeel van de spelers niet kent, moet zich dus behelpen met de voorbeelden in het boekje zelf.
Ik meen dat bewoners van Israël hun politieke inzichten ontlenen aan wat er hier in Israël te lezen en te zien is, en met enige goede wil kun je hier alle kanten te horen krijgen. Het wekt wel verbazing dat zo'n eenzijdigheid van de pers mogelijk is in een land dat toegang heeft tot alle nieuwsdiensten van de Westerse wereld. Van Diggele schrijft die beperking toe aan wat de Nederlandse lezer en kijker wordt voorgeschoteld. Waarom dat zo is, blijft een beetje verscholen, hoewel meer dan een suggestie van bevooroordeeldheid, of zeggen we gewoon antisemitisme?, ons tegemoet komt uit de getuigenissen.
Het heeft mij altijd getroffen dat er vele conflicten over de hele wereld, waar buurvolken elkaar ongestoord uitmoorden, nooit in zoveel reacties resulteren als ons regionale conflict. Mijn inzicht geeft als reden dat de Joden zich altijd door de eeuwen heen, hoog te paard met morele adviezen, al sinds de Bijbel, hebben laten horen. Het is veel aangenamer om zonder gewetensbezwaren je buren af te slachten. Nu krijgen we alles terug op ons brood; wij worden bekeken door een moreel vergrootglas. En wat een leuke slogan: no Jews, no news.
Ik heb een open oog voor de feilen van de verschillende Arabische landen en gemeenschappen waar we hier mee te maken hebben; hun inefficiëntie en corruptheid, de neiging van de grote leiders om hun eigen persoonlijkheid te laten prevaleren boven het belang van hun volk. Is dat een ziekte van het Nabije Oosten, waar Israël ook niet aan ontkomt?
Ik ben het met de auteur eens dat er weinig uniformiteit is in de terminologie Palestijnen – Arabieren. Voor mij zijn Arabieren alle volkeren om ons heen. Ik zie de Arabische bewoners binnen Israël als Arabieren, mogelijk ook als Israëlische Arabieren aan te duiden, en Palestijnen als de bewoners van wat er over is gebleven van Palestina, inclusief de vluchtelingen in kampen bij de buurlanden. Ik ben daarin nogal consequent bij mijn eigen schrijfsels.
Bij het noemen van de Arabische vluchtelingen gaan de golven wel heel hoog. Dat er destijds praktisch evenzoveel Joodse vluchtelingen kwamen, die overhaast de landen waar ze generaties hadden gewoond moesten ontvluchten, hun bezittingen achter moesten laten en zonder morren in Israël zijn opgenomen, herinnert niemand zich meer. Daar zouden onze buren van kunnen leren, maar het voortduren van de ellende van de Palestijnen is ook een wapen om Israël mee om de oren te slaan.
Mijn jarenlange medische werk met Palestijnen op de bezette Westelijke Jordaanoever is meer humanitair dan politiek getint, hoewel mijn tegenzin voor en afkeer van de bezetting duidelijk is. Mijn betrokkenheid dwingt mij zeker niet om alles wat er daar gebeurt, in hun eigen politieke straatje, verstandig of mooi te vinden.
Onze eigen Salomon Bouman heeft een cameo-optreden in dit besproken boek als "de éminence grise" van de Nederlandse correspondenten in Israël. Zie ook zijn column bij Crescas over dit onderwerp.
Het boek van Van Diggele is goed leesbaar en kan ons de ogen openen voor lacunes in het scala van de berichtgeving, waar we onszelf moeten weren geen emotioneel verdraaide feiten opgedrongen te krijgen door van meerdere kanten informatie te verzamelen.