Annelien zei op zaterdagavond: “Moeten we niet weer eens demonstreren?” Ja, eigenlijk wel. Ik had niet zo’n zin – het is ’s avonds kil en het kan nog regenen ook. Maar even flink zijn. Keus genoeg. Tegen corruptie, tegen het massaal uitwijzen van vluchtelingen, tegen de gedwongen winkelsluiting op sjabbat. In Tel Aviv waren er twee – heel handig – dicht bij elkaar, dus om zeven uur ’s avonds stonden we op de Rothschildboulevard, waar enkele honderden demonstranten, onder wie opvallend veel jongeren, zich druk maakten over het transporteren van vluchtelingen, die met een handvol geld worden teruggestuurd naar een ander ‘zwart’ land in Afrika.
Er is hier, los van het feit dat wij met zeven miljoen inwoners best 50.000 vluchtelingen kunnen opnemen, sprake van een groot misverstand, dat zich laat samenvatten met de leus “zwart = zwart”. Er zijn overeenkomsten gemaakt tussen onze regering en bijvoorbeeld Rwanda, dat wij onze overtollige vluchtelingen daar mogen dumpen. We betalen daar goed voor aan het ‘gastland’. Dit wordt ten eerste officieel ontkend door Rwanda. Ten tweede gaan wij eraan voorbij dat ook deze zwarte stammen elkaar haten als de pest, en waar mogelijk oorlogen voerden en elkaar uitmoordden. Je kunt niet zomaar een Soedanees exporteren naar een naburig land; daar wordt hij gediscrimineerd, verkracht en vermoord, mogelijk alle drie. De berichten over deze ‘gerepatrieerde’ mensen zijn niet erg positief. Nu gaat dit en gros gebeuren. Geen goed idee.
Een bonus was dat we onze jongste dochter en haar echtgenoot ook ontmoetten bij de demonstratie.
Maar geen demonstratie zonder tegendemonstratie. Even verderop, achter hekken met zware politiebewaking, stonden de bewoners van zuid Tel Aviv met spreekkoren en versterkers hún lezing van de feiten te geven. In hun omgeving kan men zich tegenwoordig in Nairobi wanen. Het merendeel van onze vluchtelingen is daar illegaal, zonder status, mag niet werken tot ze ‘processed’ zijn (wat jaren kan duren), een toestand in limbo die onvermijdelijk leidt tot burenruzies, diefstal, misdaad, prostitutie en dergelijke. De oorspronkelijke Joodse bewoners stellen: niet in ons achtertuintje. Zit ook wat in. We zouden in elke grotere Israëlische stad een paar honderd tot duizend vluchtelingen moeten huisvesten, en niet één grote klont in zuid Tel Aviv.
Een uur later begon de grote demonstratie op het Habima-plein. Daar waren duizenden mensen aanwezig om te protesteren tegen de corruptie die om zich heen grijpt in alle regionen, van hoog tot laag, en ons landje verziekt. De hoofdleuzen daar waren: “Weg met de corruptie!” en “Bibi naar huis!” Deze demonstraties vinden al een paar weken plaats, elke zaterdagavond, in enkele grote steden en gaan zeker nog wel even door. De opkomst is groot. Sommige mensen willen het protest verbreden met sociale onderwerpen, anderen zien als een van de hoofdoorzaken van de uitgebreide corruptie de eindeloos voortdurende bezetting van de Palestijnse gebieden, die ons moreel verziekt. De organisatoren van de anti-corruptie beweging willen graag de verschillende actuele onderwerpen van onvrede bij het publiek gescheiden houden om de diepgaande politieke geschillen binnen onze bevolking buiten de hoofdzaak te houden, en zo te vermijden dat een deel van de bevolking wordt afgeschrikt om mee te doen. Ik weet niet of dit mogelijk is in dit politieke land.
Ook hier gaat het natuurlijk niet zonder de gebruikelijke tegendemonstratie, achter nog meer hekken, met nog meer politie, waar wordt geprobeerd met sterke luidsprekers de hoofddemonstratie te overschreeuwen, en omgekeerd. Veel decibels dus. Dit zijn de bewonderaars van Bibi Netanjahoe, die hem een van de beste premiers vinden die we ooit hebben gehad.
Na enkele toespraken te hebben aangehoord, keerden we vermoeid maar voldaan huiswaarts, niet dan na een borreltje te drinken bij onze zoon die niet ver van de locatie van deze activiteiten woont.
Een productieve avond. Volgende week blijf ik thuis.