De herdenking van de Sjoa is geen makkelijke dag hier in Israël. Een paar dagen tevoren krijgen we al tv-programma's over dit zware onderwerp. Aan de vooravond van de dag zelf was er juist een programma met de hier en in Nederland bekende Avraham Roet in een centrale rol, over zijn ervaringen in de Sjoa. Roet reisde zo'n drie jaar geleden met zijn zoons naar Nederland op een soort roots programma, waar hij zijn verschillende woningen in Amsterdam bezocht, en ook, onder andere, het dorp waar hij was ondergedoken. Ik geef hier geen volledige recensie van die uitzending, maar opvallend was zijn totale afkeuring van de houding van de Nederlandse bevolking, die hij in hun algemeenheid zag als passieve, en vaak actieve deelnemers aan de Jodenvervolging. Zo'n eenzijdig beeld kregen we zelden voorgeschoteld.
Het is waar dat de Nederlanders vele jaren een overdreven goede naam hadden in Israël om hun heldhaftige houding tijdens de Tweede Wereldoorlog, en die lof en bewondering is de laatste decennia aardig ontkracht. Maar bij Avraham Roet kon er geen goed woord af. Bij de boerderij waar hij twee jaar lang ondergedoken was, kwam hij er niet toe zijn onderduikgevers met name te noemen. Hij vermeldde wel de varkens waar hij boven lag, op de hooizolder.
De volgende dag kregen wij een aanzienlijk beter uitgebalanceerde herdenking van de Sjoa door Elah, een organisatie die psychische begeleiding geeft aan Sjoa-overlevenden. Zij organiseren deze dag al vele jaren – hij wordt goedbezocht door (oud)-Nederlanders hier te lande. Na enkele toespraken, waarin de huidige ambassadeur van Nederland in Israël overigens steeds zo'n juiste toon weet te treffen, werden er zes kaarsen aangestoken door overlevenden, die summier ieder hun verhaal vertelden. Mij troffen vooral de woorden van Noomi Rinat, dat we niet alleen moeten herdenken, maar dat we van de Sjoa ook iets moeten leren, meenemen, en doen voor anderen.
De dag werd besloten met een film over de zoektocht van drie broers, oorspronkelijk uit Italië, die na de oorlog in Israël kwamen wonen en nu, zeventig jaar later, in Toscane de grot gingen zoeken waar ze zich tijdens de oorlog, na vele omzwervingen door Italië, met nog andere familieleden moesten verstoppen. Er is in die jaren nogal wat veranderd in de omgeving. Bij tijd en wijle vol humor brengen ze hun tocht tot een goed einde.
Ten slotte: de datum voor deze herdenkingsdag is niet toevallig gekozen. De jonge staat Israël had de behoefte uit de gigantische moordpartij van de Sjoa juist het Joodse verzet te tillen, en verkoos daarom met de datum van het begin van de opstand in het getto van Warschau dit aspect van heldhaftige weerstand te benadrukken.