Vorige zaterdagavond werd er gedemonstreerd door alle ngo's die zich inzetten voor gelijke rechten voor alle lagen van de Israëlische bevolking en dus bijna vanzelf voor vrede; ze worden zonder uitzondering gehaat door rechts. Het protest was gericht tegen de behandeling door onze regering van de Arabische minderheid, die twintig procent van de bevolking binnen Israël uitmaakt. Verontwaardiging over de gebeurtenissen in Umm al-Hiran (bedoeïenen) en de achterstelling van onze eigen Arabieren voerden de boventoon, terwijl er ook ongenoegen klonk over allerlei andere misstanden.
Tot mijn verbazing was de opkomst niet slecht – de radio had het over zo'n vijfduizend betogers – en wij liepen door een stukje centraal Tel Aviv onder het roepen van de bekende leuzen in spreekkoren (gelijkheid en broederschap en tegen Netanjahoe natuurlijk, die om allerlei redenen zou moeten aftreden). Dat de mensen nog de kracht hebben op deze kille winteravonden uit hun warme huisjes te komen! En wie trekt zich iets van ons aan behalve boze automobilisten die vast zitten tot we langsgesloft zijn?
Ik vroeg me af waarom we ditmaal niet zoals gebruikelijk samenkwamen op het Rabinplein. Het bleek dat daar precies op dezelfde avond werd gedemonstreerd voor het niet strafbaar stellen van marihuanagebruik. Die demonstranten hadden kennelijk eerder besproken en dat moet tenslotte ook gebeuren.
En we wisten toen nog niet eens dat de nieuwe wet, die het onteigenen van Arabische gronden toestaat, door de Knesset in grote haast zou worden aangenomen. We onteigenen natuurlijk al lang gronden van Arabieren die destijds 'gevlucht' zijn, maar nu kan het ook als het ons zo uitkomt en het is voor een 'goed doel', namelijk om er nieuwe nederzettingen op te stichten, op grond van Arabieren die hun eigendomsrechten kunnen bewijzen. Zo schrijdt de beschaving voort.