Pas las ik een boek over globalisering en de invloed daarvan op taal. Die taal is natuurlijk Engels, de onbetwiste wereldtaal. Ik verwachtte iets heel moeizaams, maar nee! Een heel hoofdstuk ging over bedrog op internet. Jullie krijgen dit soort mailtjes allemaal dagelijks. Het filter haalt ze er meestal niet uit. Je weet wel: ‘U heeft de grote prijs van de Nationale Loterij gewonnen’ of ‘vanwege de dictatuur in mijn land kan ik mijn erfenis van enkele miljoenen ponden alleen met uw hulp los krijgen’ en nog andere ongeloofwaardige verhalen. De teneur van het boek was dat deze pogingen tot bedrog in stuntelig Engels zijn geschreven, terwijl de schrijver voorgeeft een bankdirecteur, notaris of geslaagd zakenman te zijn. Desondanks, hoewel dit alles zo duidelijk herkenbaar is, stinken er elke keer weer honderden simpele zielen in. Het idee is eenvoudig: om de miljoenen binnen te harken, moeten er eerst belastingen, advocaten- en notariskosten, smeergeld, noem maar op, betaald worden. Dat loopt fors in de papieren. Je krijgt meteen het rekeningnummer erbij. Als je zo dom bent om dat te doen, dan verdwijnen het email-adres en het rekeningnummer, om soms met dezelfde naam weer elders op te duiken.
Een mooi geval liep zogenaamd via een Nederlandse advocaat, die zich aankondigde als: Barrister. Roy Hans (Royal Advocaten Kantor). Dit alles in hoofdletters. Let op de vreemde naam, het koninklijke predicaat van het raar gespelde kantor, zelfs barrister is vreemd. Het mailadres is niet in Nederland. Specifiek zogenaamd uit Nederland afkomstig was ene Jan Van Klein (juist een nogal ongebruikelijke naam), terwijl iemand anders op het lumineuze idee kwam om zich Anton Geesink te noemen (weer iets te veel van het goede).
Het merendeel van dit moois komt uit Nigeria, meteen gevolgd door het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika en Nederland. Andere Afrikaanse landen doen flink mee. De Engelsen en Nederlanders specialiseren zich in loterijwinsten.
Het is niet mijn bedoeling om in deze column specifiek uit te weiden over spelling in het Engels, maar de gemaakte fouten in taal, punctuatie en hoofdletters komen steeds weer terug in een vrij typisch patroon. Kijk maar in je eigen mail. De auteurs proberen een gezwollen, administratieve taal te gebruiken maar hebben duidelijk het Engels niet als moedertaal. Hun kennis van internet is een stuk beter. De meeste email-adressen zijn niet te traceren, of je komt terecht bij een winkel die al failliet is maar vergat zijn adres op te zeggen. Heel doortrapt. De telefoonnummers zijn wel in het land van herkomst van deze boffers, maar geven geen gehoor, of zijn niet aangesloten. Conclusie: trap er niet in!
En als toegift, na al dit bedrog, een zaak van vertrouwen. Firma's die een ampersand (dat is het veelgebruikte &-teken) in hun naam voeren, genieten het vertrouwen van het publiek. Als die families al zo lang zonder ruzie samengaan, dan zal het wel goed zitten. Zo hebben we Peek & Cloppenburg (nog intiemer P&C) en de broers C & A Brenninkmeijer (C&A). Of Van Gend & Loos, nu opgeslokt door DHL. Simon Loos is niet de boze zoon van die eerdere Loos, maar is al in 1938 voor zichzelf begonnen.